Enkele draaggordel (Afb. 1.3S)
1. Plaats de machine op een vlakke, stabiele ondergrond.
2. Doe de enkele draaggordel om.
3. Bevestig de machine aan de draaggordel met de musketring (Afb. 8.A).
4. Plaats de haak (Afb. 1.18) zodanig dat de machine optimaal in evenwicht is.
5. Plaats de gesp zodanig dat de machine zich op de juiste hoogte bevindt.
Dubbele draaggordel (BCH 500 T -DSH 5000 T)
1. Plaats de machine op een vlakke, stabiele ondergrond.
2. Doe de dubbele draaggordel om (Afb. 1.3T).
3. Haak de gesp (Afb. 9.A) in het gordelgedeelte vast en verstel hem met behulp van de bovenste
riem (Afb. 9.B).
4. Maak de gesp (Afb. 9.C) in de borststreek vast.
5. Stel de schouderbanden af met de twee riempjes (Afb. 10.D).
OPMERKING
Met deze draaggordel kan de gebruiker kiezen om de last meer door de schouders of door de
gordel te laten dragen gedragen.
6. Stel de riem (Afb. 9.E) in de borststreek af.
7. Bevestig de machine aan de draaggordel met de musketring (Afb. 8.A).
8. Stel de hoogte van de machine vanaf de grond in met behulp van de twee riemen (Afb. 11.H-L). Zie
Afb. 8 voor het meten van de juiste afstand tussen de riem en de musketring. Deze afstelling zorgt
ook voor een goede gewichtsverdeling waardoor de machine goed in balans is.
9 STARTEN
LET OP
Voordat u de motor start:
• zorg ervoor dat het maaiblad vrij kan ronddraaien zonder vreemde voorwerpen te raken;
• controleer of de gashendel vrij kan bewegen;
• controleer of er brandstoflekken zijn. Verhelp deze vóór gebruik. Neem zo nodig contact op
met de klantenservice van uw leverancier.
9.1 STARTPROCEDURE
1. Druk de primer langzaam 4 keer in (Afb. 1.8).
2. Zet de starthendel in de stand CLOSE (Afb. 12.A).
3. Trek aan de gashendel (Afb. 1.17) en vergrendel hem halverwege door op de knop (Afb. 1.21) te
drukken. Laat vervolgens de hendel (Afb. 1.17) los.
4. Zet de machine in een stabiele stand op de grond.
5. Houd de machine met één hand vast (Afb.13), trek aan het startkoord (niet meer dan 3 keer)
totdat u de eerste plof van de motor hoort.
LET OP
• Wikkel het startkoord nooit om uw hand.
• Gebruik bij het trekken nooit de hele lengte van het startkoord; hierdoor kan het koord
breken.
• Laat het startkoord niet plotseling los; houd de starthandgreep (Afb.13) vast en laat het
koord langzaam oprollen.
NL
201