4 AAN DE SLAG (vervolg)
4.6 DE MEETMODUS KIEZEN
U kunt kiezen uit drie meetmodi: 'Pulse - Echo', 'Echo - Echo
Thrupaint™' en 'Snelheidsmodus'. Zie tabel 1 voor uitleg over de
verschillende modi: Meetmodi.
Druk op Menu/Setup/Meting/Meetmodus om de meetmodus te kiezen.
Meetmodus
Pulse - Echo
(PE)
Echo - Echo
Thrupaint™
(EE)
Snelheids-
modus (VM)
Let op: U dient de meter opnieuw te kalibreren als u de meetmodus wijzigt – zie
sectie 8 'De meter kalibreren' op pagina nl-14. Het kalibratiepictogram
knippert om aan te geven dat u de meter opnieuw moet kalibreren.
4.7 EEN EENHEID KIEZEN
Afhankelijk van de gekozen meetmodus kunt u kiezen uit een aantal
eenheden, zie tabel 2: Maateenheden.
Druk op Menu/Setup/Eenheden om een eenheid te kiezen.
b
Het diktebereik is afhankelijk van het te meten materiaal en de gebruikte transducer.
www.elcometer.com
TABEL 1: MEETMODI
Icoon Beschrijving
P-E
Meet de totale dikte vanaf de basis van de
transducersonde tot het dichtheidsgrensvlak van
het materiaal (doorgaans de achterwand).
Geschikt voor metingen van materialen met een
dikte tussen de 0,63 en 500 mm (0,025 tot 20") .
E-E
Negeert coatings van maximaal 2,0 mm (0,08").
Meet de materiaaldikte van de bovenkant van het
oppervlak tot het dichtheidsgrensvlak van het
materiaal (doorgaans de achterwand). Geschikt
voor metingen van materialen met een dikte
tussen de 2,54 en 20 mm (0,100 tot 0,787") .
VM
Meet de geluidssnelheid van het materiaal. Ideaal
voor het meten van de homogeniteit van een
materiaal/legering.
R
b
b
nl-8