C
Praktische informatie
PROBLEEM
De vaat is slecht geplaatst
en het sproeiwater heeft de
desbetreffende plekken niet
kunnen bereiken.
Borden kunnen tegen elkaar
rusten.
Er is niet genoeg afwasmiddel
Er blijven
gebruikt.
voedselresten
achter op de vaat.
O n j u i s t
afwasprogramma.
Sproeiarm zit verstopt met
voedselresten.
Filters of afvoerpomp zit
verstopt of de filters zijn
slecht geplaatst.
Er is niet genoeg afwasmiddel
gebruikt.
Er blijven
Te lage dosis sproeivloeistof
witachtige
en/of waterverzachter.
vlekken achter op
de vaat.
Hoog waterhardheidsniveau.
Het zoutcompartiment is niet
goed gesloten.
D e d r o o g o p t i e i s n i e t
geselecteerd.
De vaat droogt
niet.
De dosis sproeivloeistof is te
laag.
MOGELIJKE OORZAAK
g e s e l e c t e e r d
116
PROBLEEMOPLOSSING
Laad de manden niet te vol.
Plaats de borden zoals aangegeven
in de sectie over het inladen van uw
vaatwasmachine.
G e b r u i k d e j u i s t e h o e ve e l h e i d
afwasmiddel zoals aangegeven in de
programmatabel.
G e b r u i k d e i n f o r m a t i e i n d e
programmatabel om het meest
geschikte programma te selecteren.
Reinig de gaten in de sproeiarm met
fijne voorwerpen.
Controleer of de afvoerslang en de
filters correct geïnstalleerd zijn.
G e b r u i k d e j u i s t e h o e ve e l h e i d
afwasmiddel zoals aangegeven in de
programmatabel.
V e r h o o g h e t n i v e a u v a n d e
sproeivloeistof of de waterverzachter.
Verhoog het waterhardheidsniveau en
voeg zout toe.
Co n t ro l e e r o f d e d o p v a n h e t
zoutcompartiment goed gesloten is.
Selecteer een programma met drogen.
Verhoog de instelling van de dosis
sproeivloeistof.
NL