NL
- steek het vuur aan; als het hout moeilijk gaat branden, laat de deur
dan onder nauw toezicht een beetje openstaan gedurende de tijd die
nodig is om een volledige ontwikkeling van de vlammen mogelijk te
maken
- sluit de deur van de haard
- wacht tot zich een goede en constante vlam heeft ontwikkeld en sluit
de primaire regelaar voor de verbrandingslucht
- sluit de interne regelaar rookgasomleiding om het rendement van het
apparaat te vergroten en meer warmte in het fornuis te hebben. Pas
indien nodig de rookgasregelaar aan om de trek in het rookkanaal te
regelen.
l
Eventuele geluiden die u hoort tijdens de werking kun-
nen het gevolg zijn van het uitzetten van de platen van
het ketellichaam. Deze geluiden kunnen vaker voorko-
men tijdens de in- en uitschakelfase van het apparaat,
en zijn geen fabricagefout.
De eventuele rooklucht die u zult ruiken (vooral tijdens
■
de ontstekingsfase van het apparaat) is geen fabrica-
gefout.
l
Tijdens de aansteekfase kan de verbranding moei-
zaam gaan als de rookgasleiding en het rookkanaal
nog niet goed heet zijn.
Bij niet-optimale weersomstandigheden, bijvoorbeeld
■
bij lage druk of harde wind, kan het zijn dat de trek
van de rookgasafvoer niet correct werkt, waardoor er
overmatige rook wordt geproduceerd in de haard
In al deze gevallen moet u een beperkte hoeveelheid
■
brandstof gebruiken om de rookgasleidingen en het
rookkanaal te verwarmen, en gaat u daarna verder
met de normale ontsteking van het apparaat.
a
Tijdens de ontstekingsfase en de normale werking
van het apparaat moet een veiligheidsafstand wor-
den aangehouden en mag u niet voor het apparaat
gaan staan. Sommige delen van het product (deur,
handgreep, regelaars, ruiten, kookplaat en onderdelen
van keramiek en/of steen) kunnen zeer heet worden.
Wees zeer voorzichtig en gebruik de juiste voorzorgs-
maatregelen en geschikte beschermingsmiddelen,
vooral als er kinderen, oudere mensen en dieren aan-
wezig zijn.
Tijdens de ontstekingsfase en de normale werking
■
van het apparaat moet de deur ALTIJD gesloten blij-
ven en moet het glas intact zijn.
Houd brandbare producten uit de buurt van het appa-
■
raat (bijvoorbeeld houten meubelen, gordijnen, vloer-
kleden, textiel, kleding, kleedjes, ontvlambare vloei-
stoffen enz.).
9.4
BIJVULLEN VAN HOUT
Als het hout in de haard opgebrand is en er een voldoende hoeveelheid
sintels is gevormd, kunt u hout bij gaan vullen.
Ga als volgt te werk:
- open de rookgasregelaar, de interne regelaar rookgasomleiding en de
primaire regelaar verbrandingslucht
18
1
2
3
- wacht enkele seconden en open de deur van de haard langzaam om
te voorkomen dat er rook in de ruimte komt
- verdeel de sintels indien nodig gelijkmatig met behulp van een haard-
pook
- leg 2 houtblokken van 1,2 kg per stuk op de sintels, zo mogelijk zon-
der schors en zoveel mogelijk in contact met de sintels
- sluit de deur van de haard
- wacht tot zich een goede en constante vlam heeft ontwikkeld en sluit
de primaire regelaar voor de verbrandingslucht
- sluit de interne regelaar rookgasomleiding om het rendement van het
apparaat te vergroten en meer warmte in het fornuis te hebben. Pas
indien nodig de rookgasregelaar aan om de trek in het rookkanaal te
regelen.
l
Om een snellere ontsteking bij een beperkt bed van
sintels te bevorderen, legt u een beperkte hoeveelheid
hout in de haard en gebruikt u kleine blokjes.
Na 45 minuten na het bijvullen wordt aangeraden om
■
te controleren of er nog meer moet worden bijgevuld.
a
Na het bijvullen van hout dient u toezicht te houden
op het apparaat tot de vlam zich volledig ontwikkeld
heeft.
Als er een aanzienlijke hoeveelheid onverbrand gas/
■
rook ontstaat, laat de haarddeur dan een beetje open-
staan voor de tijd die nodig is om een volledige ont-
wikkeling van de vlammen mogelijk te maken. Wan-
neer het vuur goed op gang is gekomen, sluit u de
deur.
INBEDRIJFSTELLING EN GEBRUIK
1
3
2
Afb. 17
Afb. 18
CS.ST90.IST-1_NL_Rev. 0.0_07-23