Descargar Imprimir esta página

Simplicity Duke SYC102 Manual Del Usuario página 275

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 297
Stand '1' wordt gebruikt voor het volgen van de ongelijkmatigheden van het terrein. Gebruik deze hoogte niet permanent, omdat dit
kan leiden tot meer slijtage van de onderdelen van het maaimechanisme.
Het maaimechanisme is voorzien van vier loopwielen, die bij oneffen terrein het frame met het maaidek optillen en zo de maaimessen
beschermen tegen beschadiging.
5.4.4 AFSTELLING VAN DE CONTROLEKRACHT VAN DE AFSTELHENDEL VOOR DE ELEVATIE
VAN HET MAAIMECHANISME
Als u veel lichamelijke kracht moet gebruiken om de hendel voor de hoogteverstelling van het maaidek van stand naar
stand te bewegen, maak dan de spanning van de veer van het hendelmechanisme losser. De veer bevindt zich aan de
rechterkant van de maaier en de juiste lengte ervan is 93±1 mm voor de SYC102 en 95±1 mm voor de SYC122. Zet de
hendel voor de hoogte-afstelling van het maaimechanisme in stand 1. Gebruik een passende moersleutel om de moer
5.4.4
los te draaien en test of de spanning geschikt is.
Als het schakelen met de hendel te gemakkelijk gaat, span dan de veer aan.
5.4.5 HET MAAIMECHANISME UITLIJNEN
Voor de beste maairesultaten moet het maaimechanisme goed verticaal zijn uitgelijnd. De procedure voor het aanpassen wordt
beschreven in hoofdstuk '6.3.7 MAAIMECHANISME - CONTROLEREN EN UITLIJNEN' van deze handleiding.
5.5
RIJDEN MET DE MAAIER
Algemene waarschuwingen voordat u gaat rijden:
► Controleer of de parkeerrem is uitgeschakeld. De hendel van de parkeerrem mag niet in de uitgetrokken stand blijven – het
indicatielampje brandt (
4.2). Wanneer u op de parkeerrem trapt, wordt de parkeerrem automatisch uitgeschakeld. In het geval
dat het gaspedaal wordt ingedrukt wanneer de parkeerrem is ingeschakeld en het indicatielampje van de rem brandt, stopt de
motor automatisch. Dit geldt ook tijdens het rijden, wanneer u tegelijkertijd op het gaspedaal en het rempedaal trapt. Op deze
wijze wordt de hydraulische transmissie beschermd tegen beschadiging!
De bypasshendel moet in stand '1' staan, d.w.z. de bypass van de aandrijving moet zijn ingeschakeld.
►Wanneer u rijdt naar een terrein dat u wilt gaan maaien, moet het maaimechanisme uitgeschakeld zijn en in de hoogste stand
staan, d.w.z. de hendel van de hoogte-instelling van het maaimechanisme staat in stand '7'.
► Wanneer u over obstakels rijdt die hoger zijn dan 8 cm (trottoirbanden, enz.), moet u rijplanken gebruiken zodat u het
maaimechanisme en de versnellingsbak niet beschadigt.
► Voorkom dat de voorwielen hard stoten tegen massieve obstakels, omdat dan de vooras beschadigd zou kunnen raken,
vooral wanneer u aan hoge snelheid rijdt.
5.5.1 VOORUIT- / ACHTERUITRIJDEN
► Verplaats de gashendel langzaam naar de stand 'MIN'. Zo brengt u het toerental van de motor omlaag.
► Trap langzaam het rijpedaal in, afhankelijk van de gewenste rijrichting (vooruit of achteruit).
Let op - u loopt het risico u te verwonden als u het pedaal snel intrapt!
U kunt de rijrichting alleen wijzigen van vooruit in achteruit nadat u de machine tot stilstand hebt gebracht. Als u dit doet terwijl
de maaier rijdt, bestaat het gevaar dat u de transmissie beschadigt.
Gebruik nooit het rijpedaal en het rempedaal tegelijkertijd: dit kan leiden tot storing in de transmissie.
Het systeem is voorzien van een functie automatische ontkoppeling van het maaimechanisme voor achteruitrijden bij een
snelheid van meer dan 0,3 m/s (ongev. 1 km/u)
Bij opzettelijk en gecontroleerd achteruitrijden met het maaimechanisme ingeschakeld, kunt u deze veiligheidsfunctie uitschakelen
door te drukken op de knop R die zich naast het stuur bevindt (
rijrichting van achteruit naar vooruit de ontkoppeling van het maaimechanisme weer geactiveerd.
Wanneer u de ontkoppeling van deze functie gebruikt met de R-knop, let dan tijdens het achteruitrijden vooral heel goed op
het gebied achter de maaier.
5.5.2 STOPPEN
U kunt het rijden van de maaier, vooruit of achteruit, stoppen door geleidelijk uw voet van het rijpedaal te halen en vervolgens
het rempedaal in te trappen.
Wanneer u op het rempedaal trapt en de cruise-control is ingeschakeld, wordt deze automatisch in de neutrale stand gezet. De
remafstand is minder dan 2 m.
4.2 (6)). Dan wordt met iedere daaropvolgende verandering in de
275

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

Duke syc1222692052-002692053-00