Descargar Imprimir esta página

VARISCO JP 1-110 Traducción De Las Instrucciones Originales página 37

Bombas centrífugas autocebantes
Ocultar thumbs Ver también para JP 1-110:

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 28
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES IN OVEREENSTEMMING MET DE RICHTLIJN 2014/34/EU - J-OT-ST ATEX
NL – VEILIGHEIDSINSTRUCTIES IN OVEREENSTEMMING MET DE RICHTLIJN 2014/34/EU - J-OT-ST ATEX
7. TEMPERATUURKLASSE
De temperatuurklasse van de pomp varieert afhankelijk van de temperatuur van de verpompte vloeistof, in overeenstemming met de
in Tabel 2 vermelde waarden.
LET OPIndiende gebruiker, na de procesanalyse, het risico voorziet dat de in Tabel 2 vermelde temperatuurlimieten worden
overschreden, dan moet hij bij de afdichting (via een aansluiting op het daartoe aangelegde punt, Afb 1) een
temperatuursensor installeren
gelijk aan PL=c, categorie =2 in overeenstemming met UNI EN 13849-1:2008 en gekalibreerd volgens Tabel 3.
Als de temperatuursensor is geïnstalleerd, vervangen deze indicaties van de temperatuurklasse de waarden die zijn
aangegeven in Tabel 2.
LET OP Controleer de thermische compatibiliteit tussen verpompte vloeistof en materialen van de pomp: met
name, voor de pompen met onderdelen in NBR mag de temperatuur van de verpompte vloeistof niet hoger zijn
dan 90 °C.
LET OP Andere vloeistoftemperaturen dan vermeld in Tabel 2 voldoen niet aan de referentietemperatuurklasse
en veroorzaken bovendien schade aan de pomp.
LET OP Het temperatuurbeperkingsapparaat moet aangesloten zijn op een bedieningspaneel; de aansluiting moet
door gespecialiseerd personeel worden uitgevoerd en met inachtneming van de geldende wettelijke bepalingen.
Het temperatuurbeperkingsapparaat dat Varisco kan leveren is een thermokoppel van het type J met twee kabels of
een PT100-sensor met drie
LET OP Bij elektropompen kan de temperatuurklasse van de hele pompunit niet los worden gezien van de
temperatuurklasse van de motor; de in Tabel 2 en 3 vermelde waarden definiëren dan ook niet de temperatuurklasse
van de hele pompunit, maar alleen van de pomp.
LET OP Als de pomp is voorzien van een temperatuursensor ter hoogte van één van de steunlagers (zie Hfdst. 12),
hangt de temperatuurklasse van de pomp ook af van de kalibratie van die sensor (zie Tabel 4) en niet alleen van de
waarden vermeld in Tabel 2 en 3.
8. EQUIPOTENTIAAL BEVEILIGINGSCIRCUIT
Voor de pompen van het JP-assortiment, wordt de potentiaalvereffening met de elektromotor gegarandeerd op het moment van
de montage van de motor zelf, mits ervoor wordt gezorgd dat de oppervlakken van de koppelflens - tot het witte metaal - worden
gereinigd van onzuiverheden van welke aard ook.
Voor de pompen met vrij aseinde, moet de installateur/integrator het equipotentiaal beveiligingscircuit tot stand brengen door de
aanleg op de steunvoet te gebruiken (Afb. 2-C).
Voor de elektropompen wordt het equipotentiaal beveiligingscircuit gegarandeerd door de fabrikant en de installateur/integrator moet
de aarding uitvoeren. Als de elektropomp op een basis wordt geassembleerd (typisch geval van pomp en motor verbonden via een
elastische koppeling, Afb. 2-D), dan moet de installateur/integrator de aardverbinding maken via de daartoe bestemde op de basis
bevestigde klem. Als de elektropomp van het type monoblok is (typisch geval van pomp rechtstreeks aangesloten op de elektromotor
door middel van koppelflens, Afb. 2-B), dan moet de installateur/integrator de aardverbinding maken van de samenstelling waarbij de
pomp beschouwd moet worden als een vreemde massa volgens de definitie gegeven door de norm EN 60204-1.
LET OP Alle elektrische aansluitingen op de pomp en op het systeem moeten worden uitgevoerd in
overeenstemming met de geldende relevante technische normen. De elektrische installatie moet worden aangelegd
door gekwalificeerd personeel in overeenstemming met de geldende specifieke wettelijke voorschriften.
LET OP Het niet of niet correct uitvoeren van de equipotentiaalvereffening maakt de vereisten voor veiligheid en
bescherming tegen explosiegevaar
Controleer jaarlijks de goede staat van de aardverbinding.
Tab. 2
Temperatuurklasse
van de pomp
T3
T4
T5
overeenkomstig de richtlijn
Tab. 3
Temperatuurklasse
van de pomp
T3
T4
T5
draden.
ongeldig.
Temperatuur verpompte vloeistof
85 °C ≤ T
< 100 °C
vloeistof
50 °C ≤ T
< 85 °C
vloeistof
−20 °C ≤ T
< 50 °C
vloeistof
2014/34/EU met een minimale prestatie van de veiligheidsfunctie
Kalibratietemperatuur van de sensor
zone afdichting
155 °C
90 °C
55 °C
37
37

Publicidad

loading