Kniekap controleren
•
Verwijder de tape uit de prothesekoker.
•
Dicht de opening voor de vacuümpomp aan de binnenkant van de prothesekoker af met luchtdichte tape
(bijv. pvc-tape).
•
Laat de gebruiker de prothese aantrekken en de kniekap over zijn bovenbeen omhoogrollen.
Genereer met de handpomp onderdruk op de kokeraansluiting (ca. 500 hPa).
•
•
Controleer of de onderdruk gehandhaafd blijft.
•
Als de onderdruk niet gehandhaafd blijft: Vervang de kniekap en voer de controle opnieuw uit.
Zone 1 controleren (zonder kokeraansluiting en manometer)
•
Vervang de kniekap door een nieuwe kniekap.
•
Laat de gebruiker een stukje lopen om onderdruk op te bouwen. Laat de gebruiker stoppen met lopen en
controleer terwijl hij staat, of de onderdruk gehandhaafd blijft.
Als de onderdruk niet gehandhaafd blijft: Het probleem zit in zone 2 of 3.
•
Zone 3 controleren
•
Reinig de vacuümpomp om uit te sluiten dat de ventielen vuil zijn (zie pagina 69).
•
Haal de vacuümpomp van de prothesekoker af en verwijder de distale prothesecomponenten.
•
Sluit het aansluitstuk voor de vacuümtest aan op de proximale zuigaansluiting van de vacuümpomp (zie
afb. 15).
•
Zet de vacuümpomp met de slang omlaag op een daarvoor geschikte ondergrond. Let op dat er geen knik
ken in de slang zitten.
•
Genereer onderdruk door te pompen en controleer of de onderdruk gehandhaafd blijft (zie afb. 16).
Als de onderdruk niet gehandhaafd blijft: Stuur de vacuümpomp ter controle op naar de fabrikant.
•
Als de onderdruk gehandhaafd blijft: Het probleem zit in zone 2.
•
Zone 2 controleren
•
Dicht de opening voor de vacuümpomp aan de binnenkant van de prothesekoker af met luchtdichte tape
(bijv. pvc-tape).
•
Zet een handpomp tegen de lamineerplaat en genereer onderdruk (ca. 500 hPa) (zie afb. 17).
•
Controleer of de onderdruk gehandhaafd blijft.
Als de onderdruk niet gehandhaafd blijft:Vul het boorgat tussen de lamineerplaat en de prothesekoker
•
vanaf de lamineerplaat met zegelhars of Fabtech +PLUSeries 60 Second Adhesive en laat de lijm uithar
den.
•
Maak een nieuw boorgat met een kleinere diameter en voer de controle opnieuw uit.
6 Gebruik
VOORZICHTIG
Gebruik van poeder (bijv. babypoeder of talkpoeder)
Huidirritaties op de stomp en functieverlies van prothesecomponenten door verstopping met
vuildeeltjes of het onttrekken van smeermiddel
►
Zorg ervoor dat er geen poeder op of in het product terechtkomt.
6.1 Prothese aantrekken
1) Rol de liner af over de stomp. Zorg er daarbij voor dat er geen plooien in de liner komen te zit
ten, dat de weke delen van de stomp niet verschuiven en dat er geen lucht tussen de liner en
de stomp zit.
2) Bij liners zonder textielcoating: Trek een nylonkous (451F21) over de liner.
3) Trek de prothesekoker aan en rol de kniekap tot op het bovenbeen af over de prothesekoker.
6.2 Uittrekken van de prothese
1) Rol de kniekap van het bovenbeen over de prothesekoker.
2) Trek de stomp en de liner uit de prothesekoker.
68