-
I
N
S
-
I
N
S
-
I
N
S
De aardgeleider moet op juiste wijze aan een aardaansluiting worden aangesloten.
(fig.35)
De fabrikant neemt geen enkele verantwoordelijkheid op zich, noch is verplicht tot het geven van
garantie, wanneer er schade aan de apparaten, personen en objecten berokkend wordt in geen enkel
geval de apparatuur (elektrische, thermodynamische en hydraulische installaties) aanraken.
Controles:
1) De temperatuur van de omgeving moet tussen de 10°C en 38°C zijn voor een optimale functionering.
2) In het geval van een "lage" omgevingstemperatuur de apparatuur inschakelen en 30 minuten wachten
voor gebruik.
3) De absorbering controleren
4) Ten minste een volledige snelkoelingscyclus uitvoeren
Indien het apparaat op horizontale wijze is vervoerd in plaats van op vertikale wijze, DIENT HET APPARAAT
NIET ONMIDDELLIJK AANGEZET TE WORDEN, MAAR DIENT MEN MINSTENS VIER UUR TE
WACHTEN VOOR IN GEBRUIKNEMING VAN HET APPARAAT.
AFKOR. OORZAAK
E0
Meter Cel defect
Meter Verdamper
E1
defect
Alarm hoge
AH
temperatuur in cel
tijdens conservering
Alarm lage
AL
temperatuur in cel
tijdens conservering
Alarm hoge
HtL
temperatuur in cel
tijdens blast chillen
T
A
L
L
A
T
I
E
T
A
L
L
A
T
I
E
T
A
L
L
A
T
I
E
ALARM EN SIGNALERINGEN
BESCHRIJVING ALARMEN EN SIGNALERINGEN
EFFECT
Tijdens STOP is de opstart van blast chillen
onmogelijk
Tijdens blast chillen wordt de cyclus geblokkeerd en
keert de kaart naar STOP terug.
Tijdens conservering wordt de cyclus niet
geblokkeerd en wordt de compressor cyclisch
geactiveerd (zie parameters C5, C6 en C7).
Tijdens het dooien wordt dit zonder uitwerkingen op
de afstelling gesignaleerd.
Tijdens STOP, blast chillen en conservering heeft
dit geen uitwerkingen.
Het eventueel ontdooien wordt beëindigd wegens
timeout.
Tijdens STOP wordt dit alarm niet in beschouwing
genomen.
Tijdens blast chillen wordt dit alarm niet in
beschouwing genomen.
Tijdens conservering wordt met dit alarm rekening
gehouden zonder dat dit uitwerkingen heeft op de
afstelling
Tijdens STOP wordt dit alarm niet in beschouwing
genomen.
Tijdens blast chillen wordt dit alarm niet in
beschouwing genomen.
Tijdens conservering wordt met dit alarm rekening
gehouden zonder dat dit uitwerkingen heeft op de
afstelling
Tijdens STOP wordt dit alarm niet in beschouwing
genomen.
Tijdens blast chillen worden alle uitgangen van de
ventilator en de compressor gedeactiveerd tot de oorzaak
van dit alarm verholpen is (de buzzer gaat niet af)
Tijdens conservering wordt dit alarm niet in
beschouwing genomen.
H
A
N
D
L
E
I
H
A
N
D
L
E
H
A
N
D
L
E
TEST
D
I
N
G
-
I
D
I
N
G
-
I
D
I
N
G
-
HERSTEL
Controleer de aansluitingen en de
functionering van de meter cel
Controleer de aansluitingen en de
functionering van de meter
verdamper
Het alarm verdwijnt automatisch
zodra de oorzaak hiervoor verholpen
is.
Het alarm verdwijnt automatisch
zodra de oorzaak hiervoor verholpen
is.
Het alarm verdwijnt automatisch als
de temperatuur in de cel onder de
waarde A8 –2 °C daalt.
Fig.35
15