NL
Telkens als deze procedure herhaald wordt (RESET + P/P en STOP/PROG. 3 seconden lang ingedrukt)
verandert de instelling.
Functie voor het verminderen van de pauzetijd met fotocel 1
Als deze functie ingeschakeld is wordt telkens als men voor fotocel 1 (FT1, klem 22) passeert de pauzetijd,
ongeacht wat de waarde ervan was, tot 2 seconden verminderd.
Normaal is deze functie niet ingeschakeld. Om deze functie in te stellen:
1 - Schakel de stroom naar de besturingskast uit.
2 - Druk op de knop STOP/PROG. (det. 19 fig. 1).
3 - Schakel de stroom naar de besturingskast in en houd daarbij de knop STOP/PROG. ongeveer 3 secon-
den lang ingedrukt.
4 - De led L1 (det. 3 fig. 1) gaat aan en blijft continu branden, BLIJF DE KNOP STOP/PROGR. INGE-
DRUKT HOUDEN en druk nu op de knop P/P: de led L1 begint te knipperen:
- Led knippert langzaam = fotocel 1 (FT1) verandert de pauzetijd niet
- Led knippert snel = het passeren langs fotocel 1 (FT1) vermindert de pauze tot 2 seconden.
Telkens als deze procedure herhaald wordt (RESET STOP/PROG. 3 seconden lang ingedrukt + P/P) ver-
andert de instelling.
Deze optie moet altijd samen met de automatische sluiten gebruikt worden (dipschakelaar nr. 6 = ON).
Parallelle aansluiting van 2 motoren
In geval van installaties voor het openen van kanteldeuren met twee motoren of bij andere soorten instal-
laties waarbij de motoren zich absoluut zonder vertragingen samen moeten bewegen, moet de dipschake-
laar nr. 11 (det. 11 fig. 1) op OFF ingesteld worden en moet de ene motor op M1 aangesloten worden en
de andere op M2.
De eindschakelaars die actief zijn, zijn de aanslagen die op de klemmen 20 en 21 aangesloten zijn.
Om de loop- en pauzetijden te programmeren moet u type 3 en 4 aanhouden.
EINDTEST
Voer nadat de diverse programmeringen uitgevoerd zijn altijd een eindtest uit.
- Controleer of de beveiligingssystemen (obstakeldetector, noodstop, fotocellen, vaste druklijsten enz.)
goed functioneren.
- Controleer of de signaleringssystemen (knipperlichten, controlelampje poort open enz.) goed functione-
ren.
- Controleer of de besturingssystemen (Start/Stop-drukknop, afstandsbediening enz.) goed functioneren.
107
I
Prima di eseguire l'installazione consigliamo di leggere attentamente la presente istruzione.
Un uso improprio del prodotto o un errore di collegamento potrebbe pregiudicare il corretto fun-
zionamento dello stesso e la sicurezza dell'utente finale.
CARATTERISTICHE
La centralina è dotata di:
- regolazione elettronica della coppia
- rallent a mento motore
- controllo funzionamento fotocellule (Foto Test)
- autodiagnosi del controllo motore (TriacTest)
- predisposizione per sistema di antischiacciamento (modulo opzionale MAS200)
DATI TECNICI
Parametri elettrici
Alimentazione
Frequenza
Assorbimento st a nd-by
Assorbimento massimo
Potenza max motori
temperatura funzionamento
Dimensione box (L x H x P)
Parametri radio
Frequenza di ricezione
LAYOUT GENERALE (Fig. 1)
1
Morsettiera per collegamento linea alimentazione
2
Fusibile linea 230V 6,3A (5x20)
3
Led Programmazione (L1)
4
Scheda opzionale MAS200 (antischiacciamento)
5
Fusibile bassa tensione 24V 2A (5x20)
6
Morsettiera per collegamento luce cortesia e lampeggiante
7
Morsettiera collegamento motori
8
Morsettiera per collegamento antenna e secondo canale del ricevitore radio
10 Connettore per inserimento ricevitore a scheda
11 Dip-switch funzioni
U.M.
Ct200
Vac
230 ±10%
Hz
50
mA
20
5
A
1100
VA
-20 +60
°C
200x255x100
mm
433.920
Mhz
4