Descargar Imprimir esta página

Maico DZQ Ex e Serie Manual De Instrucciones página 69

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 32
VOORZICHTIG
!
Gevaar voor verwondingen
afscherming tegen insteken/aanraken (veilig-
heidsrooster ) aan vrije luchtin-/-uitlaat, met
name als de ventilator voor personen toeganke-
lijk ingebouwd wordt.
Gebruik uitsluitend met afscherming aan beide
kanten toegestaan. Zones met mogelijke toegang
tot roterende onderdelen (waaier) moeten met een
afscherming conform EN ISO 13857 worden bevei-
ligd, bijv. met MAICO-veiligheidsrooster SG..
(voldoet aan beschermingsgraad IP 20 conform
EN 60529).
6 Noodzakelijke koude-
draaduitschakelsysteem
Toegestaan zijn koude-draaduitschakelsystemen,
die aan de volgende voorwaarden voldoen, anders
komt de overeenstemming te vervallen:
● Typeonderzoek conform RL 2014/34/EU.
● Markering conform richtlijn minimaal II (2) G voor
het gebruik in gasatmosferen of II (2) D voor het
gebruik in stofatmosferen.
Het koude-draaduitschakelsysteem moet op de in
de wikkeling gelegde PTC-koude-draad conform
DIN 44082 ( zie typeplaatje) afgestemd zijn.
Verplicht is een uitschakeling:
● in de op het typeplaatje vermelde tijd t
● bij te hoge temperaturen op de koude-draden,
d.w.z. in de statorwikkeling van de aan de motor.
● na kortsluiting in de koude-draadkring.
● na draadbreuk in de koude-draadkring.
● na het uitvallen van de voedingsspanning in alle
drie de fasegeleiders.
Na het wegvallen van alle oorzaken van de storing
begint de aangesloten motor niet vanzelf weer
te draaien. Een opnieuw inschakelen mag alleen
handmatig mogelijk zijn (blokkering tegen opnieuw
inschakelen).
Voor een optimale beveiliging raden wij het conform
RL 2014/34/EU koude-draaduitschakelsysteem met
typegoedkeuring MAICO MVS 6 aan – neem a.u.b.
de gebruiksaanwijzing van de MVS 6 in acht.
7 Plichten van de installateur en van de
exploitant
De ventilator mag uitsluitend bij toegestane omge-
vings- en transportmiddeltemperaturen -20 tot +40 °C
en uitsluitend compleet gemonteerd worden ge-
bruikt.
De ventilator moet regelmatig door een gekwalifi-
ceerd persoon, zoals beschreven in hoofdstuk 3 van
deze handleiding, worden gecontroleerd en worden
onderhouden  hoofdstuk 19.
Reinigings- en onderhoudstermijnen moeten
conform EN 60079-17 door de exploitant worden
bepaald – frequentie afhankelijk van omgevings-
condities en verwachte belemmeringen. Bij stof
en corrosieve omgeving de onderhoudstermij-
nen verkorten.
Bij montage en gebruik moeten aanvullende veilig-
heidsvoorschriften in acht worden genomen, bijv.
conform
● EG-richtlijn 1999/92/EG, ATEX 137: in Duitsland
omgezet met de veiligheidsverordening.
● EN 60079-14: Ontwerp, keuze en opstelling van
elektrische installaties.
● de nationale voorschriften ter voorkoming van
ongevallen.
8 Veiligheidstips gebruiker
bij ontbrekende
GEVAAR
!
Explosiegevaar door vonkvorming als vreemde
voorwerpen in het apparaat gestoken worden.
Geen voorwerpen in het apparaat steken.
VOORZICHTIG
!
Gevaar voor verwondingen door draaiende
waaier en zuigende werking. Haren, kleding,
sieraden etc. kunnen in de ventilator getrokken
worden, als u zich te dicht bij de ventilator
bevindt. Bij gebruik beslist voldoende afstand
houden, zodat dit niet kan gebeuren.
VOORZICHTIG
!
Gevaren voor personen (ook kinderen) met
beperkte fysische, sensorische of psychische
vaardigheden of ontbrekende kennis. Het
gebruik en de reiniging van de ventilator is niet toe-
gestaan door kinderen of personen met beperkte
vaardigheden.
VOORZICHTIG
!
Hete motoroppervlakken kunnen tot huidver-
brandingen leiden als u deze aanraakt. Raak
.
A
geen hete motoroppervlakken aan. Wacht altijd tot
de motor afgekoeld is.
9 Apparaat in-/uitschakelen
De ventilator wordt met een optionele schakelaar in-
of uitgeschakeld. Om het luchtvermogen te regelen,
kan het apparaat ook met een optionele 5-traps
transformator (bijv. MAICO TR..) geschakeld worden
(behalve DZ. 35/2 B Ex e/t).
De ventilator is voor continubedrijf (S1) geconstru-
eerd. Vaak in-/uitschakelen kan tot onjuiste verwar-
ming leiden en moet worden vermeden.
10 Omkeermodus
Standaarduitvoeringen zijn voor de be- of ontluch-
ting omschakelbaar. In de omkeermodus (tegenge-
stelde transportrichting) wordt de volumestroom
ca. 35% minder.
LET OP
Ventilator thermisch voor continubedrijf geconstru-
eerd. Bij vaak wisselen van de draairichting of in- en
uitschakelen kan de motor ontoelaatbaar warm
worden.
11 Gedrag bij een storing
Controleer of het koude-draaduitschakelsysteem
gereageerd heeft. Koppel bij bedrijfsstoringen de
ventilator met alle polen los van het stroomnet.
Laat voor het opnieuw inschakelen de oorzaak van
de fout door gekwalificeerde personen( hoofdstuk
3) bepalen en verhelpen. Dit is met name van toe-
passing na het aanspreken van het koude-draaduit-
schakelsysteem.
Montage van het apparaat
12 Veiligheidstips
Apparaat in geen geval "niet-bedoeld" gebruiken
 hoofdstuk 5.
De installatie mag uitsluitend worden uit-
i
gevoerd door een persoon zoals beschre-
ven in hoofdstuk 3.
GEVAAR
!
Gevaar door elektrische schok. Bij alle werk-
!
zaamheden aan de ventilator de voedingsstroom-
kringen vrijschakelen, tegen opnieuw inschakelen
beveiligen en de spanningsloze toestand consta-
teren. Breng een waarschuwingsbord zichtbaar
aan. Zorg ervoor dat er geen explosieve omgeving
aanwezig is.
Explosiegevaar. Beschermingsgraad niet
!
gegarandeerd bij een verkeerde invoer van de
leidingen in de aansluitdoos.
Beschermingsgraad door een reglementaire invoer
van de leidingen in de aansluitdoos veiligstellen.
Explosiegevaar bij gebruik met niet com-
!
pleet gemonteerd apparaat en bij niet regle-
mentair beveiligde luchtin-/uitlaat.
Het gebruik van de ventilator is uitsluitend bij een
compleet gemonteerd apparaat en met aange-
brachte beveiligingsvoorzieningen (EN 60529)
voor het luchtkanaal toegestaan. Apparaat en
buisleidingen moeten tegen aanzuiging van
vreemde voorwerpen worden beschermd.
Explosiegevaar/gevaar voor verwondingen
!
door verkeerd gemonteerde of eruit gevallen
ventilator (apparaat heeft een hoog eigen
gewicht). Wand- en plafondmontage uitsluitend op
wanden/plafonds met voldoende draagvermogen
en groot genoeg bemeten bevestigingsmateriaal
verrichten. Het bevestigingsmateriaal dient door
klant zelf beschikbaar gesteld te worden. Bij het
inbouwen het bereik onder de montageplaats van
personen vrijhouden.
Explosiegevaar door verkeerde afstelling.
!
De draaiende onderdelen van de ventilator zijn in
de onze fabriek afgesteld. Het apparaat mag daar-
om niet uit elkaar worden gehaald. Een uitzonde-
ring op deze beperking vormt het tijdelijk verwijde-
ren van het deksel van de aansluitdoos tijdens de
installatie van het apparaat.
13 Transport, opslag
GEVAAR
!
Gevaar door naar beneden vallend apparaat bij
het transport met niet-toegestane transportmid-
delen.
Personen mogen zich niet onder zwevende lasten
bevinden.
Neem het gewicht en zwaartepunt (in het mid-
den) in acht. Houd rekening met de toegestane
maximale belastbaarheid van de hefwerktuigen en
transportmiddelen. Voor totaalgewicht  typeplaat-
je op de voorpagina.
Tijdens het transport geen gevoelige componen-
ten belasten, bijvoorbeeld waaier of aansluitdoos.
Transportmiddel correct aanbrengen.
VOORZICHTIG
!
Gevaar van snijwonden door scherp
plaatwerk van de behuizing.
Draag bij het inbouwen persoonlijke be-
schermingsmiddelen (snijvaste handschoe-
nen).
NL
67

Publicidad

loading