5. Het instellen van de behandelwaarden
Waarschuwing
Gevaar voor de patiënt Voor begon-
nen wordt met een behandeling dient
u het apparaat te laten proefdraaien
waarbij u het apparaat meerdere
bewegingscycli zonder patiënt laat
doorlopen. Laat het apparaat daarna
proefdraaien met de patiënt en let er
op dat de bewegingen pijnvrij plaats-
vinden.
Aanwijzing
Zie ook 2.2 en 2.3, evenals bladzijde
221!
5.1 Algemene aanwijzin-
gen voor het pro-
grammeren van de
ARTROMOT
1. Door kort de knop MENU op uw af-
standsbediening in te drukken kunt u
in de programmeermodus wisselen.
2. De afzonderlijke behandelparameters
en -functies zijn in vier (Standaardver-
sie) resp. zes (Comfortversie) verschil-
lende programmeerniveaus verdeeld
(4 per niveau).
Voor het programmeren van een para-
meter moet u het van toepassing
zijnde programmeerniveau oproepen.
Dat gebeurt ook met de knop MENU.
Met elke druk op de knop wisselt u
naar het volgende niveau. Welk pro-
grammeerniveau u opgeroepen heeft,
wordt in het midden van de display
met M1, M2 enzovoort getoond.
3. De betreffende behandelparameter
resp. -functie roept u met een van de
4 parameterknoppen onder de dis-
play op. Welke parameters resp.
functies verbonden zijn aan de 4 pa-
rameterknopen, wordt door de sym-
bolen op de knoppen aangegeven.
Zodra u een parameter door te druk-
®
-SP3
198
ken op de van toepassing zijnde pa-
rameterknop kiest,
- wordt het bijpassende symbool
groot op de display getoond
- wordt de actueel ingestelde waarde
getoond
- wordt het symbool op de parame-
terknop in diapositief op de display
afgebeeld.
4. Met de knoppen + / - verandert u de
waarde (als u de knop ingedrukt
houdt loopt de waarde snel door).
Sommige functies resp. bijzondere
functies kunnen alleen geactiveerd of
gedeactiveerd worden. Dit gebeurt of
door opnieuw op de van toepassing
zijnde parameterknop te drukken of
met de knoppen + / -. Als de parame-
ter geactiveerd is, verschijnt er een
haakje in een cirkel naast het sym-
bool.
5. Als u alle parameters geprogram-
meerd heeft, slaat u de waarden op
met de knop STOP.
6. Druk hierna op de knop START:
ARTROMOT
®
-SP3 controleert de
ingestelde waarden, gaat naar de
middenpositie van deze waarden en
stopt.
7. Druk nogmaals op de knop START
om met de behandeling te beginnen.
De slede gaat hierna in synchroon-
modus vanuit de middenpositie eerst
naar de maximale eversiewaarde. Dan
gaat de slede naar de maximale inver-
siewaarde en tegelijkertijd naar de
maximale waarde voor de plantair-
flexie en aansluitend naar de maxi-
male waarde voor de dorsaalflexie en
de middenwaarde tussen inversie en
eversie. Na het bereiken van deze po-
sitie begint de bewegingscyclus weer
opnieuw naar de maximale eversie-
waarde samen met de middenwaarde
tussen dorsaalflexie en plantairflexie.
In de asynchroonmodus begint on-
middellijk na het inschakelen van de
knop START een variabel verloop van
beide motoren, waarbij iedere motor