7.4 Inschakelen
1. Voordat de pomp wordt ingeschakeld moet de
afsluitklep aan de zuigzijde volledig geopend
worden. De afsluitklep aan de perszijde moet
nagenoeg geheel gesloten blijven.
2. Schakel de pomp in.
3. Ontlucht de pomp tijdens inschakelen door de
ontluchtingsschroef in de motorstoel los te
draaien tot een regelmatige vloeistofstroom uit
de ontluchtingsopening stroomt. Zie afb. 15.
Waarschuwing
Let op de richting van de ontluchtingsnip-
pel, zodat uitstromend water geen licha-
melijk letsel kan veroorzaken, of de motor
of andere componenten kan beschadigen.
Bij installaties met hete vloeistoffen dient
in het bijzonder rekening te worden gehou-
den met het gevaar van kokend hete vloei-
stof.
Bij installaties met koude vloeistoffen dient
in het bijzonder rekening te worden gehou-
den met het gevaar van letsel veroorzaakt
door de koude vloeistof.
4. Wanneer het leidingsysteem met vloeistof is
gevuld, opent u de afsluit-/smoorklep aan de
perszijde langzaam tot deze volledig open is.
7.5 Aanloop asafdichting
De afdichtingsvlakken worden gesmeerd met de ver-
pompte vloeistof, en dit betekent dat een bepaalde
lekkage vanuit de asafdichting kan komen.
Wanneer de pomp voor de eerste keer wordt inge-
schakeld, of wanneer een nieuwe asafdichting is
geïnstalleerd, dan is een bepaalde aanloopperiode
nodig voordat de lekkage is gereduceerd tot een
aanvaardbaar niveau. De benodigde tijd hiervoor
hangt af van de bedrijfscondities, d.w.z. elke keer dat
de bedrijfscondities veranderen wordt in principe een
nieuwe aanloopperiode geïnitieerd.
Onder normale omstandigheden verdampt de lek-
kende vloeistof. Het gevolg hiervan is dat er geen
lekkage gedetecteerd wordt.
Maar vloeistoffen zoals petroleum verdampen niet.
De lekkage kan daarom worden gezien als een sto-
ring in de asafdichting.
224
7.6 Frequentie van in- en uitschakelingen
Maximum aantal starts/uur
Bouw-
grootte
2
56-71
100
80-100
60
112-132
30
160-180
15
200-225
8
250-315
4
•
Bij dubbelpompen dienen de bedrijfs- en reserve-
pomp regelmatig te worden afgewisseld, bijvoor-
beeld eenmaal per week, voor een gelijkmatige
verdeling van het aantal bedrijfsuren over beide
pompen. Het verwisselen van pomp kan handma-
tig of automatisch worden uitgevoerd door een
geschikte pompregelaar te installeren.
•
Als dubbelpompen worden gebruikt voor het ver-
pompen van warm huishoudelijk water, moeten
de bedrijfs- en reservepomp regelmatig worden
afgewisseld, bijvoorbeeld eenmaal per dag, om
blokkering van de reservepomp ten gevolge van
bezinkselen (zoals kalkafzettingen) te vermijden.
Wij adviseren automatisch van pomp te verwisse-
len.
8. Onderhoud en service
Waarschuwing
Voordat u met werkzaamheden aan de
pomp begint, dient u er zeker van te zijn
dat de voedingsspanning is uitgeschakeld
en niet per ongeluk kan worden ingescha-
keld.
Zorg ervoor dat de ontsnappende vloeistof
geen personen kan verwonden of schade
kan toebrengen aan de motor of andere
onderdelen.
Bij installaties met hete vloeistoffen dient
in het bijzonder rekening te worden gehou-
den met het gevaar van kokend hete vloei-
stof.
Bij installaties met koude vloeistoffen dient
in het bijzonder rekening te worden gehou-
den met het gevaar van letsel veroorzaakt
door de koude vloeistof.
8.1 Pomp
De pomp is onderhoudsvrij.
Als de pomp moet worden leeggemaakt gedurende
een lange periode dat deze niet gebruikt wordt, spuit
dan een paar druppels siliconenolie op de as tussen
de motorstoel en de koppeling. Zo wordt voorkomen
dat de asafdichtingsringen aan elkaar gaan kleven.
Aantal polen
4
6
250
350
140
160
60
80
30
50
15
30
8
12