Motor; Service; Bijstelling Van De As - Grundfos TP Serie Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 89

8.2 Motor

De motor moet periodiek gecontroleerd worden. Het
is belangrijk de motor schoon te houden, om te zor-
gen voor voldoende ventilatie. Als de pomp in een
stoffige omgeving wordt geïnstalleerd, moeten zowel
de pomp als de motor regelmatig worden gereinigd
en gecontroleerd.
Smering
De lagers van motoren tot 11 kW zijn voor de gehele
levensduur gesmeerd. Zij vereisen geen smering.
De lagers van motoren van 11 kW en hoger moeten
worden gesmeerd overeenkomstig de aanwijzingen
op het typeplaatje van de motor.
Smeer de motor met een op lithium gebaseerd
smeervet dat geschikt is voor hoge temperaturen.
De technische specificatie van het smeervet
moet overeenkomen met DIN 51825, K3N of
beter.
De viscositeit van de basisolie moet hoger zijn
2
dan 50 cSt (mm
/s) bij 40 °C (104 °F) en 8 cSt
2
(mm
/s) bij 100 °C (212 °F).
De vulgraad voor het smeervet moet 30-40 %
bedragen.

8.3 Service

Waarschuwing
Als de pomp gebruikt is voor een vloeistof
die schadelijk voor de gezondheid of giftig
is, dan moet de pomp aangemerkt worden
als verontreinigd.
Als Grundfos wordt verzocht een pomp te onderhou-
den, zal Grundfos geïnformeerd moeten worden over
de details van de verpompte vloeistof etc. voordat de
pomp wordt opgestuurd voor onderhoud. Anders zal
Grundfos kunnen weigeren om de pomp te servicen.
Mogelijke kosten voor het opsturen van de pomp zijn
voor rekening van de klant.

8.4 Bijstelling van de as

Als de motor is verwijderd tijdens de installatie of
voor reparatie van de pomp, moet de pompas wor-
den bijgesteld nadat de motor is vervangen.
8.4.1 Pompen met tweedelige koppeling
Pompserie 100 en 200
Zorg dat de asbout in de pompas aanwezig is.
Stel de pompas als volgt bij:
1. Verwijder de koppelingsbeschermingen met een
schroevendraaier.
2. Breng de inbusbouten in de koppeling aan maar
laat ze los.
3. Til de koppeling en de pompas zo ver mogelijk op
(naar de motor toe) met een schroevendraaier of
vergelijkbaar stuk gereedschap zodat de pomp-
en motorassen elkaar raken. Zie afb. 16.
Afb. 16 De koppeling en de asafdichting optillen
4. Draai de inbusbouten in de koppeling aan tot 5
Nm (0,5 kpm).
5. Controleer of de openingen aan beide kanten van
de koppelingshelften gelijk zijn.
6. Draai de bouten twee aan twee (telkens één zijde
tegelijk) vast tot het hieronder aangegeven aan-
haalmoment. Zie afb. 17.
Inbusbout
M6 x 20
M8 x 25
7. Bevestig de koppelingsbeschermers.
Afb. 17 De bouten aandraaien
8.4.2 Pompen met ingebouwde as/koppeling
Bij pompen met ingebouwde as/koppeling adviseren
wij de motor NIET te verwijderen. Als de motor is
verwijderd, moet ook de motorstoel worden verwij-
derd om de motor correct te kunnen terugplaatsen.
Anders kan de asafdichting beschadigd raken.
Aanhaalmoment
13 Nm (1,3 kpm)
31 Nm (3,1 kpm)
225

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Tpd serie

Tabla de contenido