8 GRENZEN INSTELLEN - MODEL T (vervolg)
8.5
GRENZEN AANPASSEN
1
Druk op Menu/Limietgeheugens/Bewerken Limietgeheugen/
Aanpassen Limietgeheugen.
2
Gebruik de softkeys
aan te passen en druk 'Select.'.
3
Gebruik de softkeys
'Instellen Lim Laag') en druk 'Select.'.
4
Gebruik de softkeys
druk op 'Instel'.
5
Indien gewenst, herhaal stappen 3-4 voor 'Instellen Lim Laag' (of
'Instellen Lim Hoog') en 'Instellen NDFT'.
6
Wanneer alle waarden zijn aangepast zoals gewenst, gebruik de
softkeys
'Select.' om de veranderingen op te slaan.
9 KALIBRATIEMETHODEN
Door de meter te kalibreren, wordt deze afgesteld op bekende
coatingdiktewaarden om de nauwkeurigheid en herhaalbaarheid bij
verschillende coatingmaterialen te garanderen.
Er is een reeks kalibratiemethoden beschikbaar, zie Tabel 2:
Kalibratiemethoden. Druk op Menu/Kalibratie/Kalibratie Methode om de
kalibratiemethode te kiezen.
De geselecteerde kalibratiemethode wordt aangegeven door het pictogram
aan de rechterkant van het scherm.
Kalibratie-
methode
1-Punt
Coating
Materiaal
nl-15
R
om het limietgeheugen te selecteren om
om te selecteren 'Instellen Lim Hoog' (of
om de gewenste waarde in te stellen en
om te selecteren 'Opslaan Limietgeheugen n' en druk
TABEL 2: KALIBRATIEMETHODEN
Icoon Beschrijving
Er wordt een meting verricht op een substraat
voorzien van een coating met bekende dikte en
deze wordt hierop aangepast. Zie Sectie 10.2
'1-punts kalibratie gebruiken' op pagina nl-16 en
Sectie 11 'De coatingkalibratiematrijs gebruiken'
op pagina nl-22.
U kiest een coatingmateriaal uit een lijst met
generieke of zelf ingegeven coatingmaterialen
opgeslagen op de meter. Zie Sectie 10.5 'De
coatingmateriaalkalibratie gebruiken' op pagina
nl-19 en Sectie 11 'De coatingkalibratiematrijs
gebruiken' op pagina nl-22.
www.elcometer.com