Nauwkeurigheidscontrole Van Het Meetgereedschap; Onderhoud En Service; Onderhoud En Reiniging; Klantenservice En Advies - CST/BERGER LMPL20 Manual Original

Nauwkeurigheidscontrole van het
meetgereedschap
De kalibratie van het meetgereedschap moet regel-
matig worden gecontroleerd. Laat het meetgereed-
schap minstens 60 seconden waterpassen voordat u
de kalibratie uitvoert.
Controle van de hellingnauwkeurigheid
(zie afbeeldingen H1 – H3)
– Plaats het meetgereedschap op een vlakke onder-
grond.
– Schakel het meetgereedschap in en laat het water-
passen.
– Stel de helling nauwkeurig op 00,000 in.
– Markeer twee punten A en B op één lijn met de
laserstraal.
Punt A moet ca. 0,3 m van het meetgereedschap
verwijderd zijn, punt B ca. 30 m.
– Plaats een waterpaslat rechtstreeks op punt A en
markeer de plaats A1 waarop de laserstraal de
waterpaslat raakt.
– Plaats dezelfde waterpaslat rechtstreeks op punt
B en markeer de plaats B1 waarop de laserstraal
de waterpaslat weer raakt.
– Plaats het meetgereedschap nu aan de andere
zijde (ca. 0,3 m achter punt B).
– Controleer dat de laserstraal bij markering B1 het
oppervlak raakt als u de waterpaslat bij punt B
plaatst. Indien noodzakelijk past u het meetgereed-
schap in hoogte zodanig aan dat de laserstraal bij
B1 het oppervlak raakt.
– Plaats de waterpaslat vervolgens op punt A. Als
de laserstraal bij punt A1 het oppervlak raakt, is
het meetgereedschap correct gekalibreerd.
Als de laserstraal boven of onder punt A1 het
oppervlak raakt, dient u het meetgereedschap bij
een Bosch-klantenservice te laten nazien.
Controle van de nauwkeurigheid van de dwars-
uitrichting (zie afbeeldingen I1 – I3)
– Plaats het meetgereedschap ca. 15 m vóór een
waterpaslat.
– Schakel het meetgereedschap in en laat het water-
passen.
– Centreer de laserstraal (geen afwijking naar links
of rechts) en draai het meetgereedschap vervol-
gens zo, dat de laserstraal de waterpaslat in het
midden raakt.
Markeer het punt C.
– Buig vervolgens de straal maximaal naar rechts af
door de toets 19.2 in te drukken.
– Draai het meetgereedschap vervolgens zodanig
dat de laserstraal de waterpaslat weer raakt.
– Laat het meetgereedschap weer waterpassen.
108 | Nederlands
– Als de laserstraal bij punt C het oppervlak raakt, is
het meetgereedschap correct gekalibreerd.
Als de laserstraal boven of onder punt C (bij punt
C') het oppervlak raakt, dient u het meetgereed-
schap bij een Bosch-klantenservice te laten
nazien.
– Herhaal deze stappen op dezelfde wijze voor een
maximale afbuiging naar links (met de toets 19.1).

Onderhoud en service

Onderhoud en reiniging

Houd het meetgereedschap altijd schoon.
Verwijder vuil met een droge, zachte doek. Gebruik
geen reinigings- of oplosmiddelen.
Reinig in het bijzonder de opening van de laser regel-
matig en let daarbij op pluizen.
Mochten meetgereedschap en afstandsbediening
ondanks zorgvuldige productie- en testmethoden
toch defect raken, moet de reparatie door een
erkende klantenservice voor Bosch elektrische
gereedschappen worden uitgevoerd.

Klantenservice en advies

Nederland
Tel.: +31 (076) 579 54 54
Fax: +31 (076) 579 54 94
E-mail: gereedschappen@nl.bosch.com
België en Luxemburg
Tel.: +32 (070) 22 55 65
Fax: +32 (070) 22 55 75
E-mail: outillage.gereedschap@be.bosch.com
2 610 A13 727 • 13.10.10