Pfeifer 181520 Traducción Del Manual Original página 125

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 42
6.5 Overschrijd nooit de gegevens voor de toegelaten
draagkracht. Het gewicht van de last moet voldoen aan
het max. toegestane draagvermogen. Daarbij moet het
vermogen van de kraan groter zijn dan het gewicht van
de last en het eigengewicht van de hijsbalk samen.
Overbelasting van de hijsbalk kan
leiden tot vervorming of vallen resp.
kantelen van de last.
WAAR-
SCHUWING
6.6 De ophanging van de hijsbalk en de kraanhaak moet
verticaal boven het zwaartepunt van de last worden
gepositioneerd. Indien mogelijk, moet de last in het
midden en zonder te schommelen hangen.
Een verkeerde positionering van de
hijsbalk ten opzichte van de last kan
ertoe leiden dat de hijsbalk en de
last ontoelaatbaar dwars worden
geplaatst. De last kan dan
WAAR-
verschuiven of vallen.
SCHUWING
6.7 Bevestig de hijsbalk alleen met een enkelvoudige
kraanhaak conform DIN 15401.
De ophanging (ophangoog, ophangring, enz.) duidt op het
maximale en minimale formaat van de kraanhaak. Nadat
de kraanhaak is aangeslagen in de ophanging moet de
kraanhaakborging worden gesloten. De toewijzing van het
formaat/nummer van de kraanhaak ten opzichte van de
ophanging staat in het volgende overzicht:
V [mm]
120
W
140
135
V
160
X
200
260
128
150
177
W
X
210
V
236
300
400
Als het aanbevolen formaat van de kraanhaak niet
wordt gehaald, dient erop te worden gelet dat het
zwaartepunt van de last onder de aanslagpunten van
de last zit (zie punt 6.17.).
WAAR-
SCHUWING
W [mm]
X [mm]
Kraanhaak
70
14
Nee. 4
80
16
Nee. 5
75
19
Nee. 5
90
23
Nee. 6
110
33
Nee. 10
140
36
Nee. 10
38
15
Nee. 2,5
51
20
Nee. 4
60
20
Nee. 8
72
30
Nee. 10
75
30
Nee. 12
90
30
Nee. 16
122
40
Nee. 16
6.8 Het is niet toegestaan dat de schakels van de
ophangring of de ophanging in de kraanhaken tijdens
het hijsen verward raken. Wij adviseren de ophangring
van de kraanhaak in ontlaste toestand ervan af te halen
en eraan te schudden totdat de schakels weer loslaten.
De ophanging moet vrij kunnen bewegen, terwijl deze in
de kraanhaak hangt.
Wanneer de ophanging of de
schakels zijn verward, kan de last
dwars gaan liggen of vallen.
WAAR-
SCHUWING
6.9 Gebruik geschikte aanslagmiddelen. Gebruik alleen
lasthaken met borging. Belast de lasthaken alleen in de
ronding van de haak. Het is niet toegestaan aanslagmid-
delen te draaien of in de knoop te laten raken. Let op de
uitgebalanceerde lastverdeling en het draagvermogen
van het aanslagmiddel. Zie ook DGUV Informatie 209-
013 – aanslagmiddelen en DGUV Regel 100-500,
hoofdstuk 2.8: lastopname-inrichtingen in het hefwerk-
tuigbedrijf.
Wanneer tijdens het erin hangen en
ophijsen de vingers tussen het
aanslagmiddel en de last of de
hijsbalk zitten, bestaat het risico op
letsel aan de vingers.
VOOR-
ZICHTIG
6.10 Sla alleen afzonderlijke lasten aan of veilig samen-
gevoegde eenheden van lasten of neem deze op die
manier op. Lasten mogen niet verschuiven of kunnen
vallen.
Wanneer niet veilig samengevoegde eenheden van
lasten worden aangeslagen en opgenomen, kunnen
de lasten tijdens het transport verschuiven of vallen.
GEVAAR
6.11 De last moet altijd loodrecht en vooral horizontaal
en zonder schommelen worden opgeheven. Vermijd dat
deze schuin trekt. Het schuintrekken van de last en de
hijsbalk is toegestaan tot maximaal 6°.
Bij een schuine stand die groter is
dan 6° kunnen de krachten die
optreden, zo groot worden dat de
hijsbalk kapot gaat en de last valt.
GEVAAR
PFEIFER-hijsbalken 01/2016 V 2.0 / Wijzigingen voorbehouden!
5

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

181523181524181526181528181531181538

Tabla de contenido