4.
Stop de motor.
5.3
De pomp starten
De verantwoordelijkheid voor het controleren van
het juiste debiet en de juiste temperatuur van de
verpompte vloeistof ligt bij de installateur of
eigenaar. Zorg voor het starten van de pomp
voor de volgende punten:
De lagers zijn al gevuld met vet en dus
bedrijfsklaar.
De pomp en de aanzuigleiding moeten
tijdens het opstarten volledig gevuld zijn
met vloeistof, zie
paragraaf 5.1.
Draai de pompunit nog een keer met de
hand rond en controleer of hij soepel en
gelijkmatig beweegt.
Controleer of de koppelingsbescherming is
gemonteerd en of alle veiligheidssystemen
werkzaam zijn.
Schakel alle geleverde afdichtings-, spoel-
of koelsystemen in.
Open de klep op de aanzuig-/inlaatleiding.
Stel de aan-uit klep aan de perszijde in op
ongeveer 25% van het pompvermogen
waar het systeem voor is ontworpen. Bij
pompen met een lager aandrijfvermogen
dan 30 kW mag de aan-uit klep tijdens het
opstarten ook kort dicht blijven.
Zorg dat de unit elektrisch aangesloten
wordt volgens alle voorschriften en met alle
veiligheidssystemen.
Start de pomp. Onder de verwachte
bedrijfsomstandigheden moet de pomp
soepel en stil functioneren. Zo niet, zie
Lokaliseren van storingen.
6 Onderhoud
Voorzorgsmaatregelen
Elektrisch gevaar:
Ontkoppel de stroomtoevoer voordat de
unit wordt geïnstalleerd of in onderhoud
gaat.
WAARSCHUWING:
Alleen bevoegd en gekwalificeerd
personeel mag onderhoud plegen.
Neem de geldende regels ter
voorkoming van ongelukken in acht.
Gebruik geschikte apparatuur en
beschermingsmiddelen.
Zorg ervoor dat de afgevoerde
vloeistof geen schade of letsel
veroorzaakt.
6.1
Service
Als de gebruiker van de pomp regelmatige
onderhoudstermijnen wil inplannen, zijn deze
afhankelijk van het soort gepompte vloeistof en
de bedrijfsomstandigheden van de pomp.
Neem contact op met de plaatselijke verkoop- en
servicevertegenwoordiger voor eventuele vragen
met betrekking tot routineonderhoud of service.
Er kan bijzonder onderhoud nodig zijn om het
hydraulische gedeelte te reinigen of versleten
onderdelen te vervangen.
nl - Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
Pompen met hersmeerbare lagers
Smeer deze na 4000 werkuren opnieuw, in
ieder geval ten minste één keer per jaar.
Maak eerst de smeernippels (SN) schoon.
Gebruik NLGI Grade 2 vet of gelijkwaardig
vet.
Neem contact op met de plaatselijke verkoop- en
servicevertegenwoordiger voor eventuele vragen
of informatie.
Motorlagers
Na ongeveer vijf jaar is het vet in de motorlagers
zo oud dat aangeraden wordt om de lagers te
vervangen. De lagers moeten vervangen worden
na 25.000 werkuren of volgens de instructies van
de motorleverancier, welke van de twee het
snelst is.
Motor met levenslang gesmeerde lagers
Motor met levenslang gesmeerde lagers vergt
geen gepland routine-onderhoud.
Motor met hersmeerbare lagers
Volg de onderhoudsinstructies van de
motorleverancier.
Koppeling
Controleer regelmatig de speling in de
koppelingselementen, minstens één keer per
jaar. Wij adviseren om dit na elke 1000 werkuren
of om de drie maanden te controleren,
afhankelijk van wat zich het eerste voordoet.
6.2
Inspectie checklist
Controleer de
koppeling.
Controleer de
mechanische
asafdichting.
Controleer de
lagerafdichtingen.
Controleer op stil
draaien.
6.3 Demonteren en vervangen van
pomponderdelen
Neem voor meer informatie over
reserveonderdelen en montage en demontage
van de pomp contact op met de plaatselijke
verkoop- en servicevertegenwoordiger.
Controleer de flexibele
elementen van de
koppeling. Vervang de
relevante onderdelen als
er tekenen van slijtage
zijn en controleer de
uitlijning.
Controleer de
mechanische asafdichting
op lekkage. Vervang de
mechanische asafdichting
wanneer deze lekt.
Controleer of de axiale
afdichtingsringen die op
de as zijn gemonteerd
goed op hun plaats zitten.
Er mag alleen zacht
contact met de
afdichtingslip vastgesteld
worden.
Controleer regelmatig of
de pomp stil draait met
trillingsmeetgereedschap.
87