ELEKTRO-ANATOMISCHE MAPPINGSYSTEMEN (EAM)
Voorbeelden van EAM-systemen
• CARTO
3-systeem, en
®
• CARTO
XP-navigatiesysteem (Biosense Webster, Inc.)
®
Het door de Impella 5.0 katheter uitgestraalde elektromagnetische veld kan
interferentie met het magnetische locatiedetectiecomponent van het elektro-
anatomische mappingsysteem (EAM) veroorzaken, met name wanneer de
mappingkatheter zich in de buurt van de motor van de Impella 5.0 katheter
bevindt. Door mapping in de outflow-tract van het rechter- of linkerventrikel
wordt de mappingkatheter bijvoorbeeld in de buurt van de motor van de
Impella 5.0 katheter in de aorta ascendens geplaatst.
Elektromagnetische interferentie kan eruit zien als:
• Instabiliteit in de weergegeven locatie van de mappingkatheter
• Magnetische interferentiefouten gegenereerd door het elektro-
anatomische mappingsysteem
Bij het vermoeden van interferentie volgt u de onderstaande stappen voor
probleemoplossing.
Waarneming
Acties
Interferentie met
1. Controleer op andere bronnen van interferentie
het magnetische
en pak deze aan.
locatiedetectiecomponent
2. Positioneer de Impella
van het EAM-systeem
zodat de Impella
van de sensor in de mappingkatheter bevindt.
Trek het invoergebied echter NIET uit het
linkerventrikel.
3. Zorg dat de Impella
P-7 werkt, omdat deze P-niveaus de minste
interferentie veroorzaken.
MAGNETISCHE NAVIGATIESYSTEMEN (MNS)
Voorbeeld van MNS
• Stereotaxis Niobe
®
Magnetisch Navigatiesysteem (Stereotaxis)
Wanneer de Impella 5.0 katheterondersteuning in de aanwezigheid van een
magnetisch navigatiesysteem (MNS) wordt gestart, volgt u onderstaande
stappen:
1.
Breng de Impella 5.0 katheter in volgens de stappen in deze
handleiding.
2.
Plaats de MNS-magneten in de positie 'Verminderd' of 'Opgeborgen'.
3.
Start de Impella 5.0 katheter zoals beschreven in deze handleiding.
Verhoog het P-niveau
minimaal naar P-5.
4.
Plaats de MNS-magneten in de positie 'Navigeren' en ga door met de
magnetische navigatie.
Blijf de Impella 5.0 katheter bedienen op een P-niveau van minimaal P-5
wanneer de MNS-magneten zich in de positie 'Navigeren' bevinden. Als het
P-niveau onder P-5 komt, stopt de Impella 5.0 katheter mogelijk. Om het
gebruik te hervatten, volgt u de stappen in de onderstaande tabel.
Tijdens de magnetische navigatie van de mappingkatheter kan de
motorstroom van de Impella 5.0 katheter tijdelijk toenemen tot het punt dat
de katheter niet meer werkt.
94
Wanneer de MNS-magneten zich in de positie 'Navigeren' bevinden, kan de
weergegeven Impella 5.0 katheterflow kunstmatig worden verhoogd. Om
de flowsnelheid goed te kunnen beoordelen, let u op de weergegeven flow
wanneer de magneten zich in de positie 'Opgeborgen' bevinden.
®
katheter opnieuw
®
motor zich op minstens 3 cm
katheter op P-1, P-5 of
®
ALARMOVERZICHT
De Automated Impella Controller bewaakt diverse functies om te bepalen
of specifieke operationele parameters zich binnen de verwachte grenzen
bevinden. Als een parameter de opgegeven grenzen overschrijdt, geeft
de controller een alarmsignaal af en wordt op het weergavescherm op de
voorzijde van de controller een alarmbericht weergegeven. Het alarmsignaal
geeft de ernst van het alarm aan. Het alarmbericht op het weergavescherm
is voorzien van een kleurcode op basis van ernst en geeft gedetailleerde
informatie over de oorzaak van het alarm en de oplossing ervan. Als
een alarm optreedt nadat u een eerder alarm hebt gedempt, wordt het
alarmsignaal alleen afgegeven en wordt de alarmmelding alleen weergegeven
als het een alarm met een hogere prioriteit betreft dan het gedempte alarm.
De Automated Impella Controller bewaakt diverse functies om te bepalen
of specifieke operationele parameters zich binnen de verwachte grenzen
bevinden. Raadpleeg het document Gebruiksaanwijzing voor de Automated
Impella Controller voor een volledige lijst van alle Impella alarmen.
ALARMNIVEAUS
Alarmen worden ingedeeld in drie ernstniveaus:
* Geluidsdruk van geluidsalarmindicatie is > 80 dBA
Waarneming
Acties
Kan Impella 5.0
niet starten
1. Plaats de MNS-magneten in de positie
®
'Verminderd' en probeer de
of
Impella 5.0
Impella 5.0 werkt niet meer
2. Als de Impella 5.0 katheter NIET start met
de magneten in de positie 'Verminderd',
plaats de magneten dan in de positie
'Ingetrokken' en start de Impella 5.0
katheter.
3. Verhoog het P-niveau van de Impella 5.0
katheter naar P-5 of hoger.
4. Plaats de MNS-magneten in de positie
'Navigeren' en ga door met de magnetische
navigatie.
MNS-magneten: 'Navigeren'
De weergegeven flow van de Impella
Weergegeven flow lijkt te hoog
5.0 katheter wordt kunstmatig verhoogd
wanneer de MNS-magneten zich in de positie
of
'Navigeren' bevinden.
MNS-magneten: 'Ingetrokken'
Weergegeven flow daalt
De weergegeven flow is correct wanneer de
MNS-magneten zich in de positie 'Ingetrokken'
bevinden.
• Advies (wit)
• Ernstig (geel)
• Kritiek (rood)
Categorie
Beschrijving
Geluidsindicatie*
Adviesalarm
Ter informatie
Elke 5 minuten
1 pieptoon
Ernstig
Afwijkende situatie.
Elke 15 seconden
alarm
Spoedige actie
3 pieptonen
vereist.
Kritiek alarm Hoge prioriteit.
Elke 6,7 seconden
Onmiddellijke actie
10 pieptonen
vereist.
katheter te starten.
®
Zichtbare
indicatie
Alarmkoptekst op
witte achtergrond
Alarmkoptekst op
gele achtergrond
Alarmkoptekst op
rode achtergrond
Gebruikershandleiding