Bedrading tussen binnenunit en buitenunit
1. De onderstaande afbeelding toont de bedrading tussen de binnen- en buitenunits en tussen de binnenunits en
de afstandsbediening. De draden die met stippellijnen of punt-streeplijnen worden aangegeven moeten apart
worden aangeschaft.
2. Zie de bedradingsdiagrams van zowel de binnenunit als buitenunit.
3. De stroom voor de binnenunit wordt geleverd via de buitenunit.
Aansluitschema
Enkelvoudig systeem
Afstandsbesturing
Bekabeling van de
afstandsbesturing
A B
Binnenzijde
1
2
3
Systeemverbindingskabels
Buitenzijde
1
2
3
Stroomtoevoer
Simultaan drievoudig en dubbel twin systeem
Bekabeling van de
Afstandsbesturing
afstandsbesturing
tussen units
Bekabeling van de
afstandsbesturing
A B
Binnenzijde
Binnenzijde
1
2
3
Systeemverbindingskabels
Buitenzijde
1
2
3
de binnenvoeding
tussen eenheden
Stroomtoevoer
* Gebruik afgeschermd 2-kern draad (MVVS 0,5 tot 2,0 mm
afstandsbediening bij gelijktijdige drievoudige en gelijktijdige dubbele systemen om storing te voorkomen. Zorg
ervoor dat u beide uiteinden van de afgeschermde kabel verbindt met de aarding.
* Verbind aardedraden voor iedere binnenunit bij simultaan twin, simultaan drievoudig en simultaan dubbel twin
systemen.
31-NL
Gelijktijdig dubbele systeem
Bekabeling van de
Afstandsbesturing
afstandsbesturing
Bekabeling van de
afstandsbesturing
A B
Binnenzijde
Binnenzijde
1
2
3
Systeemverbindingskabels
Buitenzijde
1
2
3
Stroomtoevoer
Bekabeling van de
Bekabeling van de
afstandsbesturing
afstandsbesturing
tussen units
tussen units
A B
A B
Binnenzijde
Binnenzijde
1
2
3
1
2
3
Bekabeling van
Bekabeling van
de binnenvoeding
tussen eenheden
Drievoudig
Dubbel twin
2
of meer) voor de bedrading van de
Aansluiting van de kabels
VEREISTEN
Verbind de draden volgens de nummers van de aansluitklemmen. Door slechte verbindingen ontstaan
storingen.
Leid de bedrading door de kabeldoorvoeropeningen van de binnenunit.
Houd speling in de bedrading (ongeveer 100 mm) zodat de elektrakast tijdens onderhoud en dergelijke omlaag
kan hangen.
Er is een laagspanningsschakeling voorzien voor de afstandsbesturing. (Sluit er nooit de netspanning op aan)
Alvorens draden aan te sluiten in de elektrabox, moet u het luchtfilter
tussen units
en de afdekking van de box (bevestigd met 2 schroeven) verwijderen.
Verwijder schroef A en los schroef B.
Trek omhoog en open de afdekking van de elektrabox.
A B
Draai de schroeven van het aansluitblok goed vast en zet de draden
vast met de aan de elektrabox bevestigde schroeven. (Oefen geen
1
2
3
kracht uit op de aansluiting van het aansluitingsblok.)
Schuif de afdekking op de elektrabox om deze te plaatsen. Zorg bij het
Bekabeling
plaatsen van de afdekking dat de draden niet worden vastgeklemd en
van de
binnenvoeding
dat de opening zo klein als mogelijk is.
tussen eenheden
A B
1
2
3
Bekabeling van
de binnenvoeding
tussen eenheden
Aardingsdraad
Bekabeling van de afstandsbesturing
Strip de mantel van de aan te sluiten kabel ongeveer 9 mm.
Aansluitschema
Aansluitingsblok voor bekabeling van de
afstandsbediening van de binneneenheid
A
B
Kabel van de afstandsbediening
– 16 –
D kant (ruimte: 8,5 mm)
Snoerklem
Bekabeling van de
Kies aan de hand van de volgende tabel en in overeenstemming
met het soort kabel en de diameter de C of D kant als positie voor
afstandsbesturing
het vastklemmen van de stroomkabel.
* De kabelklem kan aan de rechterkant of linkerkant worden
bevestigd.
Aardeschroef
Klem twee kabels met één klem vast indien u een twin systeem
heeft verbonden.cable clamp.
Systeemverbindingskabel
Cabtyre kabel
Cabtyre kabel
10
1
2
3
10
50
30
Systeemverbindingskabel
Aansluitklem
A
Afstandsbesturing
B
(lokaal aangekocht)
Afdekking
elektraregelbox
Los schroef B.
Verwijder schroef A.
C kant (ruimte: 4 mm)
Draadtype
Specifi caties
Positie kabelklem
4-kernen gevlochten draad 2,5 mm²
D kant
4-kernen gevlochten draad 1,5 mm²
C kant
Zie de linkerafbeelding voor het
verbinden van de systeemdraden met
het aansluitblok.
Systeemverbindingskabel
32-NL