nl
|
Aanwijzingen in dit document
–
Fysische eigenschappen van de te meten gassen of dampen en de
bijzonderheden van de betreffende toepassing (bijv. afstand tot
mogelijke lekkage, luchtbewegingen/-stromingen, verwachte
verspreiding van de gas- of dampwolk)
–
Toekomstig gebruik van accessoires en onderhoudsuitrusting
–
Verticale uitrichting van het gaswaarschuwingsinstrument (antenne wijst
omhoog of omlaag)
–
Vrije gas- of damptoestroom naar de meetcel
–
Voldoende zendsignaal voor betrouwbare meetwaardentransmissie
Gebruik, indien dit met de standaardantenne niet mogelijk is, een
afstandsantenne.
–
Niet aan rechtstreekse zonnestraling blootstellen die tot een
temperatuurstijging tot boven de aangegeven grenswaarden leidt
Dräger adviseert de zon- en weersbescherming Polytron 5/6/8xxx /
x700/x720 (accessoire).
–
Dräger adviseert het gaswaarschuwingsinstrument indien mogelijk zo te
installeren dat de weerbeschermkap van de heersende windrichting is
afgewend.
–
Antenne-aansluiting tegen vervuiling en corrosie beschermen. Indien er
geen antenne geïnstalleerd is, afdekkap (toestand bij levering) aanbrengen
en handvast aandraaien.
1.5
Elektrische installatie
–
Gebruik van het batterijpack:
–
Batterijpack niet opladen.
–
Batterijpack niet in het vuur of water gooien resp. blootstellen aan
temperaturen boven 100 °C.
–
Batterijpack niet met geweld openen.
–
Batterijpack conform de nationale voorschriften verwijderen.
–
Let bij gebruik van een kabelgebonden spanningsvoorziening in
explosiegevaarlijke omgevingen op de gespecificeerde bedrijfparameters
en gebruik een geschikte veiligheidsbarrière (zie "Technische gegevens",
pagina 217). De intrinsieke veiligheid is anders niet gewaarborgd.
–
Indien het gaswaarschuwingsinstrument zonder veiligheidsbarrière gebruikt
wordt, is het niet langer toegelaten voor gebruik in explosiegevaarlijke
omgevingen.
196
Gebruiksaanwijzing
|
Dräger Polytron
1.6
Tijdens het gebruik
–
Werking van het gaswaarschuwingsinstrument controleren na
aanwezigheid van stofafzettingen, onderdompeling in vloeistoffen of contact
met waterstralen.
1.7
Onderhoud
–
Gaswaarschuwingsinstrument in regelmatige intervallen servicen. De
intervallen en werkzaamheden worden door de verantwoordelijke
functionaris van het gaswaarschuwingssysteem in het onderhoudsplan
vastgelegd.
Dräger adviseert de volgende werkzaamheden om de 12 maanden uit te
voeren:
–
Meetnauwkeurigheid en signaalketen testen door toevoer van testgas
(zie "Controletest en afstelling", pagina 206).
–
Werking van de LED-indicatie bij foutvrij apparaat controleren met
Dräger PolySoft configuratiesoftware.
–
Weerbeschermkap en infrarood-meetcel visueel inspecteren. Zo nodig
reiniging uitvoeren.
–
Nationaal geldende voorschriften met betrekking tot het onderhoud in acht
nemen (bijv. EN 60079-29-2, EN 45544-4, T021/T023).
2
Aanwijzingen in dit document
Dit document heeft betrekking op het gaswaarschuwingsinstrument Polytron
®
6700 IR WL (WirelessHART
-variant) en de repeater Dräger Polytron
®
Repeater WirelessHART
.
Overal in deze gebruiksaanwijzing wordt de benaming
"gaswaarschuwingsinstrument" gebruikt. Inhoud die betrekking heeft op de
meetfunctie, is uitsluitend van toepassing op het gaswaarschuwingsinstrument
®
Polytron
6700 IR WL, dat beschikbaar is in de volgende varianten:
–
Polytron 6700 IR WL 3.3 WiHART
–
Polytron 6700 IR WL 3.4 WiHART
®
6700 IR WL, Dräger Polytron
®
®
®
®
Repeater WirelessHART