Knop "CRUISE CONTROL"
Wanneer de knop Afb. 13.G wordt
ingedrukt, wordt de functie "CRUISE
CONTROL" geactiveerd/gedeactiveerd.
De Cruise Control is een bediening
waarmee u de gewenste snelheid in
de vooruitversnelling kunt handhaven
zonder dat u het tractiepedaal
ingedrukt hoeft te houden.
• Wanneer op de knop "CRUISE
CONTROL" (Afb. 13.G) wordt gedrukt
terwijl vooruit wordt gereden,
handhaaft de machine de snelheid
die op dat moment is bereikt
zonder dat het tractiepedaal moet
geactiveerd worden (Afb. 12.F).
Wanneer de functie actief is, licht de
icoon Afb. 13.I op het toetsenbord op.
OPMERKING
In de achteruitversnelling is het niet
mogelijk om de functie "CRUISE
CONTROL" te activeren.
OPMERKING
Tijdens hellingen of afdalingen
kan de snelheid variëren ten
opzichte van diegene die is
ingesteld op een vlak terrein.
Om de inrichting uit te schakelen
en de bediening van de
voortbewegingssnelheid te resetten
met het gaspedaal (afb. 12.F), moet
als volgt gehandeld worden:
• druk op de knop Afb. 13.G.
of
• druk het tractiepedaal in (Afb. 12.F).
Selectieknop snelheid
maai-inrichting
Met deze knop (Afb. 13.H) kunnen
3 verschillende maaisnelheden
geselecteerd worden.
1. ECO: De rotatiesnelheid van de
Men raadt het gebruik van deze functie
af bij moeilijke maaicondities (maaien
met dicht, hoog, vochtig gras).
2. NORMAL: standaard
3. BOOST: De rotatiesnelheid van
Instelknoppen maaihoogte
Met deze knoppen kan de
maaigroep hoog (afb. 13.S) en
laag (afb. 13.T) gesteld worden, op
7 verschillende maaihoogtes.
Zie de paragraaf 6.4.2.
Knoppen voor de opening/
sluiting van de opvangzak
Met deze knoppen kan de
opvangzak geopend (afb. 13.U)
en gesloten (afb.13.V) worden.
Zie de paragraaf 7.5.4.
Icoon Opgelet
De icoon Afb. 13.E, indien
verlicht, wordt aangeduid dat de
veiligheidscondities niet aanwezig
zijn en dat er een mogelijke storing
van de machine is (zie hfdst. 15).
Led accu
De leds Afb. 13.F duiden normaal
gezien de acculading van de machine
aan, maar bepaalde combinaties van
hun verlichtingsstatus geven informatie
over machinestoringen (zie hfdst. 15).
NL - 18
maai-inrichting wordt verlaagd
om de bedrijfsduur van de accu
te verlengen. Wanneer deze
functie is geactiveerd, licht de
icoon "blad" op (Afb. 13.J).
LET OP
rotatiesnelheid van de maai-
inrichting voor gebruik in normale
grasmaaiomstandigheden
de maai-inrichting wordt verhoogd
voor het maaien van gras in
moeilijke omstandigheden (dicht,
hoog, vochtig gras). Wanneer deze
functie is geactiveerd, licht de icoon
"draaiend mes" op (Afb. 13.R). De
autonomie van de accu neemt af.