Descargar Imprimir esta página

Craftsman 27731 Manual De Las Instrucciones página 13

Publicidad

1. Veiligheidsregels
Veilige bedieningsmethoden
voor zittrekkers
BELANGRIJK: DEZF: MAAIMACHINE KAN HANDEN EN VOETEN AMPUTEREN EN VOORWERPEN WEGSLINGEREN. HET NIET
OPVOLGEN VAN DEZE VEILIGHEIDSINSTRUCTiES
KAN ERNSTIG OF DODEUJK LETSELTOT GEVOLG HEBBEN.
@
I. TRAINING
Lees de instructiesaandachtig.Zorg dat u vertrouwd bent
met de bedieningselementen en het juiste gebruik van
de machine.
Laat kinderen of mensen die niet bekend zijn met de in-
structies, de maaimachine niet gebruiken. Hot is mogelijk
dat plaatselijke voorschriften een beperking stellen aan
de leeftijd van de bestuurder.
Maai nooitterwijl mensen, vooral kinderen, of huisdieren
in de buurt zijn,
Bedenk dat de bestuurder of gebruiker verantwoordelijk
is voor ongelukken of risico's die andere men.sen of hun
aigendommen kunnen overkomen.
Geen passagiers varvoeren.
Alle bestuurders dienen vakkundige instructJeete ontvan-
gen. Bij dergelijke instructies dient de nadruk ta worden
gelegd op:
- de noodzaak voor aandacht en concentratie bij het
werken met zittrekkers;
- een zittrekker die op een helling wegglijdt, kan niet
onder controle worden gehouden door te remmen.
De hoofdredenen voor besturingsverlies zijn:
a) onvoldoende houvast;
b) te snel djden;
c) ontoereikend remmen;
d) bet soort machine is niet geschikt voor de taak;
e) gebrek aan kennisvan bet effect van boderocondities,
vooral hellingen;
f) verkeerd vastkoppelen en verkeerde verdeling van
de lading.
U. VOORBEREIDING
Draag tijdens her maaien altijd steVige schoenen en een
lange broek. Gebruikde machine nietblootsvoets ofterwijl
u open sandalen draagt.
Inspecteer de plek waar de machine zal worden gebruikt,
grondigenverwijder alle voorwerpen die door de machine
kunnen worden weggeslingerd.
WAARSCHUWlNG - Benzine is licht ontvlambaar.
- Bewaar brandstof in blikken die speciaal voor dat doel
zijn besterod.
- Tank alleen buiten en rook niet tijdens het tanken.
- Tank voordat u de motor start, Draai de dop nooit van
de benzinetank af of tank nooit terwijl de motor draait
ot beet is.
- AIs benzine is gemorst, probeer de motor dan niet te
starten maar haal de machine van de plaats vandaan
waar u benzine heeft gemorst en zorg dat u geen ont-
stekingsbronteweeg brengt totdatde benzinedampen
zijn verdreven.
-
Draai de dop van alle brandstoftanks en-blikken weer
goed vast.
Vervang defecte geluiddempem.
Inspecteer vbbr her gebruik altijd of de messen, mes-
bouten en maai-inrichting
niet versieten of beschadigd
zijn,Ve_'a ng versieten of beschadigde messen en beuten
in sets om bet evenwicht in stand te houden.
Op machines met meerdere messen dient u eraan te
denken dat bet draaien van _n mes andere messen kan
doen draaien.
III. BEDIENING
Laat de motor niet draaien in een besloten ruimta waar
gevaadijke koolroonoxydedampen zich kunnen verza-
melen.
Maai alleen bijdaglicht of goed kunstlicht.
Voordat u de motor gaat starten, moot u alle meshulp-
stukkoppelingenuitschakelenen naar de vrijloopschake-
len.
Gebruik de trekker niet op hellingen van meer den 10°.
Denk eraan dater geen "veilige'hellingen bestaan. Bijhet
djden op hellingen met gras dient men extra voorzichtig
te zijn. Zo zorgt u ervoor dat de trekker niet omslaat:
- step en start nietplotseling bij het op- of afdjden van
een helling.
- schakel de koppelinglangzaaro in, houd de machine
altijd in de versnelling,vooral bij bet afdjden van een
heuvel;
- de snelheid van de machine dient op hellingen en in
scherpe bochten laag te worden gehouden;
- kijk uit voor bulten en kuilen en andere varborgen
gevaren;
maai nooitdwars op de belling tenzij de maaier voor
dit deel is ontworpen.
Wees voorzichtig bij her trekken van ladingen of her
gebruik van zwaar materieel.
- Gebruik alleen goedgekeurde aanhaakpunten voor
een trekstang.
-
Beperk de lading tot hetgeen u veilig kunt hanteren.
- Maak geen scherpe bochten. Wees worzichUg bij
achteruit djden.
- Gebruikcontragewicht(en)of wielgewichtenwanneer
dat in de handleiding wordt aangeraden.
KJjkuit voor het verkeer wanneer u de weg oversteekt of
zich nebij een weg bevindt.
Step de messen voordatu andere oppervlakken dan gras
overeteekt.
Voer bij het gebruik van hulpstukken het materiaal nooit
af in de richtingvan omstanders en laat niemand in de
buurt van de machine komen terwijl deze in bedrijf is.
Gebruik de maaimachine nooit met defecte bescherm-
kappen en schermen of zonder beveiligingsindchtingen
op hun plaats.
Verander de instellingvan de motorregelaar niet en laat
de motor niet met te hoge toeren dreaien. AIs de motor
mette hoogtoerental dread, =<an het dsico van lichamelijk
letseJgroter worden.
Voordat u de bestuurdersstoelverlaat:
- de aftakas uitschakelen en de hulpstukken neerla-
ten;
- naardevrijl°°pschakelenendeparkeerreminschake"
len;
- de motor stoppen en de sleutel verwijderen.
Schakel de aandrijving naar de hulpstukken uit, stop de
motor en maak de bougiekabel(s) los of verwijder het
contactsleuteltje,
- voordat u opgehooptmateriaal weghaalt of een ver-
stopte afvoer leeg maakt;
- voordatu de maaimachine controleert, schoonmaakt
of eraan werkt;
13

Publicidad

loading