AANPASSINGEN
Alle aanpassingen kunnen worden gemaakt met een 4 mm inbussleutel.
STANDFASE
Belastingsafhankelijkheid
Regelt de remgevoeligheid. Wanneer er belasting wordt uitgeoefend, zal de knie niet
buigen totdat de belasting is verplaatst. Door de belastingsaanpassing rechtsom te
draaien, neemt de hoeveelheid belasting die nodig is om het remmen te starten toe.
Fabrieksinstelling = schroef op minimum (hoogste remgevoeligheid).
Opmerking: De fabrieksinstelling voor belastingsafhankelijkheid vereist in het algemeen geen
aanpassing. Een aanpassing kan echter nodig zijn in gevallen zoals patiënten met een hoger
lichaamsgewicht, agressievere manier van lopen of verschillen in uitlijning.
Standaanpassing
Bepaalt de hoeveelheid standflexie. Er kunnen aanpassingen worden gedaan om de
mate van standflexie te wijzigen tijdens belastingsreactie.
Fabrieksinstelling = draai de schroef rechtsom tot het punt waarop weerstand wordt
gevoeld en draai vervolgens ongeveer 1/8 slag terug (linksom).
Afstellen na voortgezet gebruik – De schroef hoeft over het algemeen niet te worden
afgesteld; er kan na verloop van tijd evenwel een bepaalde speling ontstaan. Draai de
schroef 1/8 rechtsom om speling te verminderen.
Opmerking: De standaanpassing werkt samen met de belastingsafhankelijkheid om de
NL
remfunctie te regelen. Als de standaanpassing wordt verlaagd, kan het nodig zijn om ook de
aanpassing van de belastingsafhankelijkheid te vergroten.
Let op: Draai niet te vast aan. Dit kan leiden tot het vastlopen van de rem, wat een
onstabiel gangpatroon kan veroorzaken.
ZWAAIFASE
Weerstand tegen flexie
Bepaalt de mate van flexie.
Weerstand tegen extensie
Bepaalt de mate van extensie.
Fabrieksinstelling = beide schroeven op minimum (linksom).
Begin eerst met het aanpassen van de flexieweerstand of hielverhoging en vervolgens de
extensieweerstand om de eindimpact te beheersen.
Opmerking: Na het afstellen van de zwaaifaseweerstand kan het nodig zijn de rem opnieuw af
te stellen.
Let op: Flexie en extensie moeten bij alle instellingen mogelijk zijn.
DYNAMISCHE AANPASSINGEN
Opmerking: Het effect van een dynamische aanpassing is voelbaar met slechts 1/8 – 1/4 slag.
STANDFASE
Belastingsafhankelijkheid
SYMPTOOM
Remfunctie te sterk;
zwaaifase kan niet
gestart worden
Remfunctie niet
voldoende; knie te
onstabiel tijdens
standfase
(Figure 4)
(Figure 4A)
(Figure 4B)
(Figure 4C)
(Figure 4D)
GEWENSTE
RESULTAAT
Verhoog de
belastingsafhankelijkheid
(rem minder gevoelig)
Verlaag de
belastingsafhankelijkheid
(rem gevoeliger)
SCHROEFAAN-
PASSING
Draai
L
rechtsom
Draai
L
linksom
L
L