→ Er klinkt een bevestigingssignaal om aan te geven dat er met succes is omgeschakeld
naar de betreffende modus (2 keer = modus 2, 3 keer = modus 3, 4 keer = modus 4).
INFORMATIE: Wanneer dit bevestigingssignaal niet wordt gegeven, is de prothe
sevoet niet correct of te kort belast. Herhaal de procedure op de juiste manier om
alsnog om te schakelen.
8.3.3 Enkelblokkering inschakelen
Informatie over het omschakelen
•
De enkelblokkering moet als MyMode "" geconfigureerd zijn. Bovendien moet in de instelsoft
ware het aantal bewegingen geactiveerd zijn waarmee de enkelblokkering wordt ingescha
keld.
•
Controleer voor overige activiteiten altijd of de gekozen modus staat voor de gewenste bewe
ging.
Omschakelen
1) Houd het prothesebeen onder het lichaam.
2) Tik afhankelijk van de MyMode die voor de enkelblokkering is geconfigureerd, met de hiel van
de prothesevoet een bepaald aantal keren naar achteren tegen een vast object (bijv. een
wand) (MyMode 1 = 3 keer, MyMode 2 = 4 keer, MyMode 3 = 5 keer). Het is ook mogelijk de
neus van de schoen van het contralaterale been aan te tikken.
→ Door middel van een piep- en trilsignaal wordt bevestigd dat het bewegingspatroon is her
kend.
3) Kantel de prothesevoet licht naar achteren en belast op de voorvoet.
INFORMATIE: Wanneer er voor de prothesevoet sprake is van een sterke dorsale
flexie, kan de hiel worden belast.
4) Houd het prothesebeen stil.
→ Er klinkt een bevestigingssignaal om aan te geven dat er met succes is omgeschakeld
naar de betreffende modus (2 keer = modus 2, 3 keer = modus 3, 4 keer = modus 4).
INFORMATIE: Wanneer dit bevestigingssignaal niet wordt gegeven, is de prothe
sevoet niet correct of te kort ontlast. Herhaal de procedure op de juiste manier om
alsnog om te schakelen.
5) Beweeg het prothesebeen binnen 2 seconden omlaag en breng het enkelscharnier in de
gewenste stand.
→ Na afloop van deze tijd klinkt er een signaal dat aangeeft dat het enkelscharnier geblok
keerd is.
8.3.4 Vanuit een MyMode terugschakelen naar de basismodus
Informatie over het omschakelen
•
Ongeacht de configuratie van de MyModes in de instelsoftware is het altijd mogelijk met een
bewegingspatroon terug te schakelen naar de basismodus (modus 1).
•
Door aansluiten/loskoppelen van de acculader kan er op elk gewenst moment worden terug
geschakeld naar de basismodus (modus 1).
•
Controleer voor overige activiteiten altijd of de gekozen modus staat voor de gewenste bewe
ging.
Omschakelen
1) Houd het prothesebeen onder het lichaam.
2) Tik met de hiel van de prothesevoet minimaal 3 keer maar niet meer dan 5 keer naar achteren
tegen een vast object.
→ Door middel van een piep- en trilsignaal wordt bevestigd dat het bewegingspatroon is her
kend.
238 | Ottobock