B.8
CONTROLES
PRELIMINAIRES DES
CONDITIONS DE
TRAVAIL
B.8.1 CONDITIONS
CLIMATIQUES ET
ATMOSPHERIQUES
Avant de commencer chaque cycle de
travail, l'opérateur doit vérifier que les
conditions climatiques ambiantes sont
comprises dans la plage indiquée dans
les conditions d'utilisation (voir §A.1.1):
B.8.2 DISTANCE DES LIGNES
ELECTRIQUES
La grue peut être utilisée à proximité de
lignes électriques aériennes seulement
à une distance D supérieure à 7 m.
Pour toutes autres informations et en
cas de contact avec une ligne électrique
se reporter au paragraphe §A.2.
B.8.3 PENTE DU TERRAIN
Contrôler que l'angle d'inclinaison du
véhicule ne dépasse pas la valeur
maximum admise (voir §D.1.1). Des
indicateurs de niveau sont positionnés
aux extrémités du socle pour faciliter le
contrôle.
B.8
CONTROLES
PRELIMINARES DE LAS
CONDICIONES DE
TRABAJO
B.8.1 CONDICIONES
CLIMÁTICAS Y
ATMOSFÉRICAS
El gruista, antes de cada ciclo de
trabajo, debe comprobar que los pará-
metros climáticos ambientales estén
dentro de los intervalos indicados en las
condiciones de servicio (véase §A.1.1):
B.8.2 DISTANCIA DE LÍNEAS
ELÉCTRICAS
La grúa puede moverse cerca de líneas
eléctricas aéreas sólo a una distancia D
superior a 7 m.
Para más informaciones y en caso de
contacto con una línea eléctrica, consul-
te el párrafo §A.2.
B.8.3 PENDIENTE DEL
TERRENO
Compruebe que el ángulo de incli-
nación del vehículo no supere el valor
máximo admitido (véase §D.1.1). En los
extremos de la base están situados
unos indicadores de nivel para facilitar
el control.
B-36
B.8
VOORAFGAANDE
CONTROLES VAN DE
WERKOMSTANDIGHEDEN
B.8.1 KLIMAAT- EN
WEERSOMSTANDIGHEDEN
Voor elke werkcyclus moet de bediener
nagaan of de klimaat- en omgevings-
omstandigheden binnen het bereik val-
len dat wordt vermeld voor de bedrijfs-
omstandigheden (zie §A.1.1):
B.8.2 AFSTAND VAN
ELEKTRICITEITSLEIDINGEN
De kraan mag alleen worden verplaatst
in de buurt van elektriciteitsleidingen in
de lucht als de afstand D groter is dan
7 m.
Voor nadere uitleg en als er een elektri-
citeitslijn wordt aangeraakt, raadpleeg
paragraaf §A.2.
B.8.3 HELLING VAN HET
TERREIN
Controleer of de hellingshoek van het
voertuig de maximaal toegestane waar-
de niet overschrijdt (zie §D.1.1). Aan de
uiteinden van het onderstel zijn niveau-
indicatoren aangebracht om de controle
te vergemakkelijken.
G°