a) Reinig de zone rond het deksel (1) van de filter.
b) Verwijder het deksel (1) door de twee draai-
knoppen (2) los te draaien.
c) Verwijder het filterelement (3).
d) Blaas met perslucht vanaf de binnenkant om
stof en afvalmateriaal te verwijderen.
BELANGRIJK
Gebruik geen water, benzine,
reinigingsproducten of ander voor de reiniging
van het filterelement.
e) Plaats het filterelement (3) in zijn zitting, sluit het
deksel (1) en draai de knoppen (2) weer vast.
6.6
CONTROLE EN ONDERHOUD
VAN DE BOUGIE
a) Demonteer de bougie (1) met een buissleutel
(2).
b) Reinig de elektrodes (3) met een metalen borstel
en verwijder eventueel koolstofafzettingen.
c) Controleer met behulp van een diktemeter (4)
de juiste afstand tussen de elektrodes (0,6 - 0,8
mm).
d) Hermonteer de bougie (1) en draai goed vast
met een buissleutel (2).
Vervang de bougie indien de elektrodes doorge-
brand zijn of indien het porselein gebroken of
gescheurd is.
LET OP!
!
Brandgevaar! Voer geen
controles uit van de startinstallaties wanneer
de bougie niet in zijn zitting geschroefd is.
BELANGRIJK
Gebruik alleen het aangewe-
zen soort bougie (zie 8.1).
7
NL