7425IPG_ch.fm 4/27/04 2:24 pm
UC200xxxxxx NL
4.625 x 6 inches (117 mm x 152 mm)
Implanteren van de neurostimulator
1. Plaats de neurostimulator in de subcutane pocket met de geëtste identificatiezijde naar
buiten gericht, dus van het spierweefsel afgewend, en voorkom dat de verlengkabel sterk
wordt gebogen.
#
Let op:
Plaats de neurostimulator parallel aan de huid en niet dieper dan 4 cm onder de
■
huid. Als de neurostimulator te diep ligt of niet parallel aan de huid, kan mogelijk
geen telemetrie tot stand worden gebracht.
Plaats de neurostimulator niet met de geëtste identificatiezijde naar binnen
■
gericht. Als u dit wel doet, wordt de kans op branderige of jeukende
skeletspierstimulatie vergroot.
Leg overtollige verlengkabel niet opgerold op de geëtste identificatiezijde van de
■
neurostimulator. Wikkel overtollige verlengkabel om de neurostimulator heen
(Afbeelding 3) om te voorkomen dat de subcutane pocket dieper wordt, om de
kans op schade tijdens een neurostimulator-vervangingsoperatie te verkleinen,
om te voorkomen dat de verlengkabel knikt en om interferentie met telemetrie
tijdens het programmeren tot een minimum te beperken.
Afbeelding 3. Wikkel overtollige verlengkabel om de neurostimulator heen
2. Gebruik de hechtgaten in het connectorblok om de neurostimulator met niet-
resorbeerbaar hechtdraad aan de spierfascie vast te hechten.
Controleren of het systeem functioneert
1. Controleer met behulp van het artsenprogrammeerapparaat of het aangesloten systeem
goed functioneert.
#
Let op: Als u het niet-steriele artsenprogrammeerapparaat in een steriel veld
gebruikt, plaatst u tussen de patiënt en de programmeerkop een steriele buffer om
infectie te voorkomen. Geen enkel onderdeel van het artsenprogrammeerapparaat
mag worden gesteriliseerd. Sterilisatie kan het programmeerapparaat beschadigen.
Opmerking: De neurostimulator moet in de pocket zitten voor een correcte uitlezing van
het systeem.
68 Nederlands
7425 2004-05
221656002
Rev A
Medtronic Confidential
NeuroImplant_R01