Abbott Armada 14 XT Manual Del Usuario página 21

Catéter para angioplastia transluminal percutánea (atp)
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 12
• Aneurysma
• Angina
• Aritmie
• Arterioveneuze fistel
• Bloedingscomplicaties, waarbij mogelijk transfusie nodig is
• Cerebrale ischemie/transient ischemic attack (TIA)
• Overlijden
• Embolie (lucht-, weefsel-, trombo-, systemische embolie of
instrumentcomponent)
• Koorts/pyrogene reactie
• Overgevoeligheid voor of allergische reactie op
contrastmiddelen en reacties op medicijnen
• Hypertensie/hypotensie
• Infectie
• Ischemie, inclusief weefselischemie, steal-syndroom en necrose
• Oedeem in de benen
• Myocardischemie of -infarct
• Misselijkheid en braken
• Neuropathieën of zenuwbeschadiging
• Occlusie
• Orgaanfalen (enkelvoudig, meervoudig)
• Pijn
• Palpitaties
• Pseudo-aneurysma
• Nierfalen/-insufficiëntie
• Restenose
• Beroerte/cerebrovasculair accident (CVA)
• Vasculaire complicaties, onder meer bij inbrengplaats,
waarbij vaatcorrectie nodig kan zijn
• Vaattrombose
• Vaatbeschadiging, bijv. dissectie, perforatie
• Vaatspasme
BENODIGD MATERIAAL
Voor eenmalig gebruik, steriel (niet opnieuw steriliseren of
opnieuw gebruiken).
• Steriele gehepariniseerde fysiologische zoutoplossing
• 4F-inbrenghuls of 5F-geleidekatheter met de juiste maat
en configuratie
• Een vulinstrument (met drukmeter – aanbevolen)
• Eén driewegkraan
• 0,36 mm (0,014 inch) voerdraad
• Contrastmiddel, 1:1 verdund met een fysiologische
zoutoplossing
• Voerdraadinbrenger
• Hemostaseklep(pen)
• Torsiehulpmiddel voor voerdraad
• Luer-lockspuiten van 20 ml (optioneel)
GEREEDMAKEN VOOR GEBRUIK
Controleer alle producten vóór gebruik. Onderzoek de Armada
14 XT PTA-katheter (de katheter) op verbuigingen, knikken of
andere schade. Het product niet gebruiken als de verpakking
geopend of beschadigd is, of als het product zelf beschadigd is.
Maak de te gebruiken instrumenten gereed voor gebruik volgens de
aanwijzingen van de fabrikant of volgens de standaardprocedure.
Voer de volgende stappen uit om de katheter voor gebruik
gereed te maken:
1. Neem de beschermmandrijn uit de distale tip van
de katheter.
2. Schuif de beschermhuls van de ballon.
Opmerking: Dompel de ballon tijdens het gereedmaken
onder in een steriele gehepariniseerde fysiologische
zoutoplossing om de deklaag te activeren.
3. Maak een vulinstrument gereed met het aanbevolen
contrastmiddel, volgens de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant.
4. Maak het ballonsegment luchtledig volgens de volgende
procedure:
a) Vul een spuit van 20 ml of het vulinstrument met
ongeveer 4 ml van het aanbevolen contrastmiddel.
b) Nadat de spuit of het vulinstrument op het lumen voor
ballonvulling is aangesloten, houdt u de katheter met de
distale tip en ballon verticaal naar beneden gericht.
c) Oefen negatieve druk uit en aspireer gedurende
15 seconden. Laat de druk langzaam naar neutraal
gaan zodat de schacht van de katheter zich met
contrastmiddel vult.
d) Koppel de spuit of het vulinstrument los van de vulpoort
van de katheter.
e) Verwijder alle lucht uit de spuit of de cilinder van het
vulinstrument. Koppel de spuit of het vulinstrument weer
aan de vulpoort van de katheter. Blijf negatieve druk op
de ballon uitoefenen tot er geen lucht meer naar het
instrument terugstroomt.
f) Laat de druk van het instrument langzaam naar normaal
teruglopen.
g) Koppel de spuit van 20 ml (indien gebruikt) los en koppel
het vulinstrument aan de vulpoort van de katheter zonder
lucht in het systeem te laten.
VOORZICHTIG: Alle lucht moet uit de ballon worden
verwijderd en door contrastmiddel (1:1 verdund met een
fysiologische zoutoplossing) vervangen zijn voordat de
ballon in het lichaam wordt gebracht (herhaal zo nodig
stap 4a tot en met 4g); anders kunnen zich complicaties
voordoen.
GEBRUIKSAANWIJZING
1. Spoel en vul het voerdraadlumen van de katheter met een
gehepariniseerde fysiologische zoutoplossing.
2. Plaats de voorbereide katheter over een vooraf
gepositioneerde voerdraad en voer de tip op naar
de inbrengplaats. Het is nuttig de ballonkatheter met
een inbrenghuls te gebruiken om het inbrengen te
vergemakkelijken.
Opmerking: Voer alle volgende kathetermanipulaties uit
onder fluoroscopie.
3. Draai de hemostaseklep open. Steek de katheter over de
voerdraad door de hemostaseklep in de huls/geleidekatheter.
Om het inbrengen te vergemakkelijken, moet de ballon
volledig, tot negatieve druk, geleegd zijn.
Opmerking: Er moet bij het openen en sluiten van de
hemostaseklep en na terugtrekking van de katheter rekening
worden gehouden met verschillen in schachtdiameter.
4. Draai de hemostaseklep vast om een afdichting rond de
katheter te creëren zonder dat de bewegingsvrijheid ervan
wordt gehinderd.
Opmerking: Het is belangrijk om de hemostaseklep
voldoende af te sluiten om het weglekken van bloed rond
de katheterschacht te voorkomen, maar niet zo strak dat de
contrastmiddelstroom in en uit de ballon of de beweging van
de voerdraad wordt gehinderd.
5. Voer de katheter op tot de distale schachtmarkering op één
lijn komt met het aanzetstuk van de hemostaseklep. Dit geeft
aan dat de kathetertip de tip van de huls/geleidekatheter
heeft bereikt wanneer een huls/geleidekatheter met een
lengte van 90 cm wordt gebruikt.
Opmerking: De Armada 14 XT PTA-katheter is ontworpen
om het wisselen van voerdraden mogelijk te maken terwijl
de katheter in de arterie op zijn plaats blijft. Bij ernstig
tortueuze vaten kan het nodig zijn om de katheter in een
recht segment van het vat te herpositioneren zodat de
voerdraad kan worden verwisseld.
6. De ballon moet de juiste maat hebben voor het vat. Grotere
ballonnen hebben een groter kruisprofiel (maximaal 1,22 mm/
0,048 inch) en kleinere ballonnen hebben een kleiner profiel.
Voer de katheter over de voerdraad op tot in de stenose (of
de stent voor dilatatie na implantatie). Vul de ballon tot een
zeer lage druk (1 atm of 1 bar of 15 psi) om te zien of de
ballon zich op de juiste plaats bevindt.
7. Vul de ballon (zonder in totaal 10 vullingen in een stent
of in totaal 20 vullingen zonder stent te overschrijden)
om PTA (of dilatatie na implantatie) uit te voeren volgens
de standaardmethode. Handhaaf tussen de vullingen een
negatieve druk op de ballon.
8. Leeg de ballon door negatieve druk uit te oefenen op het
vulinstrument. Het duurt langer (tot 30 seconden) voordat
grotere en langere ballonnen leeg zijn dan kleinere en kortere
ballonnen. Trek de geleegde katheter en voerdraad door de
hemostaseklep uit de huls/geleidekatheter terug. Draai de
hemostaseklep klep vast (indien van toepassing).
Opmerking: Nadat de katheter met geleegde ballon is
verwijderd, moet deze worden afgenomen met een in een
steriele gehepariniseerde fysiologische zoutoplossing
gedrenkt gaasje. Bewaar de katheter vervolgens
ondergedompeld in een steriele gehepariniseerde
fysiologische zoutoplossing. Alvorens de katheter
opnieuw in te brengen, moet de ballon in een steriele
gehepariniseerde fysiologische zoutoplossing worden
ondergedompeld om de deklaag opnieuw te activeren.
Opmerking: Als weerstand wordt gevoeld wanneer
de ballonkatheter van de voerdraad wordt verwijderd
of wanneer de voerdraad uit de ballonkatheter wordt
verwijderd, moeten de ballonkatheter en voerdraad als één
geheel worden verwijderd en terzijde worden gelegd. De
ballonkatheter en voerdraad mogen noch afzonderlijk, noch
gezamenlijk opnieuw worden gebruikt in een nieuwe poging
om de slagader te dilateren.
LITERATUUR
De arts dient de recente literatuur omtrent de huidige medische
praktijk op het gebied van ballon-PTA te raadplegen.
21

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido