HOOFDKLEP
• Maak de inrichting regelmatig schoon met wa-
ter en een gewoon vloeibaar reinigingsmiddel,
spoel na en droog de inrichting af.
• Demonteer de inrichting beslist niet.
• Controleer geregeld de werking van het de-
compressiestaafje door op de knop te drukken.
• Bedrijfsdruk van de hoofdklep: 13kPa (0,13
BAR).
• Bedrijfsdruk van de veiligheidsklep: 15kPa
(0,15 BAR).
INSTRUCTIES VOOR HET ONDERHOUD
AANWIJZINGEN
DERHOUDSMONTEUR
De fabrikant van het apparaat kan niet ve-
rantwoordelijk worden geacht voor even-
tuele schade die veroorzaakt wordt door
het niet naleven van de hieronder vermelde
verplichtingen.
• Lees deze handleiding aandachtig door. Hie-
rin vindt u belangrijke informatie over de veili-
gheid bij de installatie, het gebruik en het on-
derhoud van het apparaat.
• De installatie en het onderhoud van het appa-
raat moeten worden uitgevoerd door gekwa-
lificeerd personeel dat hiertoe geautoriseerd
is door de fabrikant, in overeenstemming met
de geldende veiligheidsvoorschriften en de in-
structies in deze handleiding.
• Stel het model van het apparaat vast. Het mo-
del staat aangegeven op de verpakking en op
het typeplaatje van het apparaat.
• Installeer het apparaat alleen in vertrekken
met voldoende ventilatie.
• Dek de luchtinlaat- en uitlaatopeningen van
het apparaat niet af.
• Maak de onderdelen van het apparaat niet
onklaar.
15 INBEDRIJFSTELLING
Controleer de werking van het apparaat nadat
het geïnstalleerd is of na onderhoud. In het ge-
val van storingen moet de paragraaf 'Oplossen
van storingen', verderop in deze handleiding,
worden geraadpleegd.
Stel het apparaat in werking volgens de in-
structies en de aanwijzingen voor het gebruik
die te vinden zijn in het hoofdstuk 'INSTRUC-
VOOR
DE
TIES VOOR HET GEBRUIK', en controleer het
volgende:
• de stroomwaarden van elke fase.
• de inschakeling van de verwarmingselemen-
ten.
16 OPLOSSEN VAN STORINGEN
Het apparaat wordt niet warm.
• Het verwarmingselement is defect.
• De regelthermostaat van de temperatuur is
defect.
• De veiligheidsthermostaat is geactiveerd.
ON-
De verwarming kan niet worden geregeld
• De regelthermostaat van de temperatuur is
defect.
Moeizame of rumoerige aandrijving van de
inrichting voor het manoeuvreren van de
bak
• De actuator is defect.
• De lagers zijn versleten.
Ongeschikte druk in de bak
• De drukschakelaar is defect;
• Het lampje op het display gaat niet aan (Afb.3-
toets3).
Er lekt stoom in de structuur
• De Or-afdichtingen zijn defect.
Deksel niet meer uitgebalanceerd
• De veren zijn defect.
Geen afdichting dekselpakking
• De afdichting is defect.
Ontgrendeling van de beveiliging (Afb.17 -
17.1)
1. Plaats van de gevoelige elementen
2. Plaats van de thermostaatlichamen
3. Signaleert dat de beveiliging tegen over-
temperatuur op de verwarmingselementen in
werking is getreden (S1). Hiervoor moet door
gekwalificeerd personeel een mechanische re-
set worden uitgevoerd
4. Toegangspunten voor het herstel S1 uit te
voeren met een geschikt gereedschap, nadat
de voedingsspanning is afgesloten
13