Descargar Imprimir esta página

CT Xarrier TOP X Manual Del Usuario página 32

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 18
NEDERLANDS
De gebruiksaanwijzing van dit apparaat bestaat uit algemene en specifieke in-
structies. Zorg dat u beide zorgvuldig gelezen en begrepen hebt alvorens het
apparaat in gebruik te nemen. Opgelet! Dit blad bevat slechts de specifieke
instructie.
SPECIFIEKE INSTRUCTIES XARRIER / TOP X / TOP Y.
Deze nota bevat de benodigde informatie voor het correcte gebruik van de vol-
gende product(en): Xarrier / Top X / Top Y. Opgelet! Top X and Top Y borsthar-
nassen mogen nooit alleen worden gebruikt: zij moeten altijd en alleen worden
gebruikt samen met de Xarrier zetelharnassen (Fig. 5). De correcte integratie van
een borstharnas en een zetelharnas zorgt voor een valstopharnas in overeenstem-
ming met EN 361.
1) TOEPASSINGSGEBIED.
Dit product is een persoonlijk beschermingsmiddel (PBM). Dit voldoet aan Veror-
dening (EU) 2016/425. EN 361:2002 - Vollichaamsharnassen tegen vallen
van een hoogte. EN 358:2018 - Gordels voor werkposities en ophouding. EN
813:2008 - Zetelharnassen. EN 12277:2015+A1: 2018 - Bergbeklimmings-
apparatuur: harnassen. Opgelet! Controleer de regelgeving volgens welke de
apparatuur in uw bezit is goedgekeurd (Fig. 1). Opgelet! Sommige harnasmodel-
len hebben geïntegreerde apparatuur (bijv. connector; plaatsingselementen): lees
zorgvuldig de relevante instructies voor het juiste gebruik en neem de gebruiksbe-
perkingen in acht. Opgelet! Het beoogde gebruik van dit product is de integratie
ervan in valstopsystemen, bijvoorbeeld connectoren en touwen. Opgelet! Voor dit
product (met uitzondering van het gebruik in overeenstemming met EN 12277-
C) moeten de instructies van de norm EN 365 (algemene instructies/paragraaf
2.5) in acht worden genomen. Opgelet! Voor dit product (met uitzondering van
het gebruik in overeenstemming met EN 12277-C) is een periodieke zorgvuldige
inspectie verplicht (algemene instructies/paragraaf 8).
1.1 - Beoogd gebruik. De apparatuur is ontworpen voor de volgende toepassin-
gen: bescherming tegen een val vanaf hoogtes (EN 358/EN 813); bescherming
tegen een val vanaf hoogtes (EN 361/ EN 12277-C).
2) AANGEMELDE INSTANTIES. Zie de legenda in de algemene instructies (pa-
ragraaf 9/tabel D): M2; N1.
3) NOMENCLATUUR (Fig. 4).
A) Label met markering. B) EN 361 borstbevestigingselement. C) EN 358 la-
teraal bevestigingselement. D) EN 358 / EN 813 / EN 12277-C ventraal
bevestigingselement. E) hoofdletter A, ter aanduiding van bevestigingselemen-
ten EN 361. F) hoofdletter R, ter aanduiding van het bevestigingselement EN
358, uitsluitend bestemd voor gebruik in werkbeveiligingen. G) Stelgesp. H)
Taillegordel/borstharnas (Top Y) verbindingsgesp. I) Taillegordel/borstharnas
verbindingsband. L) Stelgesp borstharnas. M) Taillegordel/borstharnas (Top X/
Top Y) verbindingslus. N) Beenlus-steunbanden. O) Bevestigingsbanden voor ven-
trale touwklem. P) Steunband voor haaksteun. Q) Materiaallussen taillegordel.
R) Lussen voor gereedschapshouderzak. S) Lussen voor gereedschapdragende
karabijnhaak. T) Verbindingslussen werkpositiezetel. U) EN 362 connector. V)
Plaatsingselement. Z) Afstandshouder
3.1 - Hoofdmaterialen. Zie de legende in de algemene instructies (paragraaf
2.4): 1 / 3 (bevestigingspunten en gespen); 7 / 10 / 12 (weefselband en
stiksels).
4) MARKERING:
Nummers/letters zonder onderschrift: zie de legende in de algemene instructies
(paragraaf 5).
4.1 - Algemeen (Fig. 2-3). Indicaties: 1; 2; 4; 6; 7; 8; 11; 12; 15; 17; 18;
30) Pictogram dat het sluiten en bevestigen van de stelgespen weergeeft; 31)
Pictogram dat een niet correct bevestigingspunt weergeeft (apparatuurdragende
lus). 32) Ruimte om de identificatie van het apparaat in te vullen; 33) Diagram
dat het correcte gebruik van de bevestigingspunten aanduidt. 34) Indicatie van
weefselband alleen te gebruiken voor de plaatsing van een haakondersteuning.
35) Opschrift met aanduiding van de lussen gebruikt voor de verbinding van een
werkpositiezetel. 36) Pictogram dat aangeeft dat het borstharnas nooit alleen
moet worden gebruikt. 37) Informatie over de compatibiliteit die de naleving van
de EN 361 norm bepaalt.
4.2 - Traceerbaarheid (Fig. 2-3). Aanwijzingen: T2; T3; T8; T9.
5) COMPATIBILITEIT.
Voor de aansluiting van het model Top X of Top Y op het Xarrier zetelharnas kan,
naast de bijgeleverde connector, elke EN 362 connector met een antirotatie plaat-
singselement worden gebruikt.
6) CONTROLES.
Naast onderstaande controles moet voldaan worden aan de aanwijzingen in
de algemene instructies (paragraaf 3). Tijdens elk gebruik: het is belangrijk om
periodiek de gespen en/of afstelapparatuur te controleren.
7) INSTALLATIE/AFSTELLING. Kies een harnas in de juiste maat aan de hand van
de gegevens in de tabel (Fig. 1): A) Hoogte van de gebruiker; B) Omtrek van de
gordel; C) Omtrek van beenlussen; d) Borstomtrek.
Opgelet! Alvorens het harnas te gebruiken, dient u op een veilige plaats de
Climbing Technology by Aludesign S.p.A. via Torchio 22
24034 Cisano B.sco BG ITALY
www.climbingtechnology.com
pasvorm en de verstelbaarheid te testen om er zeker van te zijn dat het harnas de
juiste maat heeft, voldoende verstelmogelijkheden biedt en een voor het beoogde
gebruik aanvaardbaar niveau van comfort biedt.
7.1 - Installatie Xarrier. Het harnas is voorzien van twee verschillend gekleurde
tekens die elke kant aanduiden, zowel op de taillegordel als op de beenlussen
(groene kleur: rechterkant; rode kleur: linkerkant). Controleer of het harnas in de
juiste richting zit door de overeenkomstige gekleurde tekens te controleren (Fig.
7.1). Doe het harnas aan zodanig dat de gordel en beenlussen de correcte
hoogte zijn (Fig. 7.5). Verstel de taillegordel met behulp van de gespen (Fig.
7.3), totdat hij goed op het lichaam past, zonder overmatig strak te zitten. Verstel
de beenlussen met behulp van de gespen (Fig. 7.4) en de daarvoor bestemde
banden, totdat er genoeg ruimte is om een hand tussen de beenlus en het been
te steken (Fig. 7.7). Haal overtollig band door de daarvoor bestemde houders.
7.2 - Top X installatie. Doe het borstharnas aan en steek de connector in de
verbindingslus van de taillegordel (M), waarbij u erop let dat u het schroefgat
vergrendelt (fig. 8.1-8.2). Verstel het borstharnas met behulp van de gespen (Fig.
8.3-8.4), totdat het goed op het lichaam past, zonder overmatig strak te zitten.
Haal overtollig band door de daarvoor bestemde houders.
7.3 - Top Y installatie. Steek het verbindingsband tussen taillegordel en borstgor-
del (I) in de daarvoor bestemde gesp (H) op de taillegordel en rijg het terug in de
stelgesp (L) op het borstharnas, zoals afgebeeld (Fig. 9.1÷9.3). Steek vervolgens
de connector in de verbindingslus van de taillegordel (M), waarbij u erop let dat
u het schroefgat vergrendelt (Fig. 9.4-9.5). Verstel het borstharnas met behulp
van de gespen (Fig.9.6-9.7), totdat het op de gewenste hoogte zit en goed op
het lichaam past, zonder overmatig strak te zitten. Haal overtollig band door de
daarvoor bestemde houders. Opgelet! De bijgeleverde connector mag alleen
worden gebruikt voor de verbinding van borstgordel en borstharnas en voor de
installatie van de ventrale kabelklem (paragraaf 8.1): gebruik hem niet om iets
anders aan te sluiten!
8) XARRIER / TOP Y - ACCESSOIRES.
8.1 - Ventrale touwklem. Het Top Y model is uitgerust met twee verbindingsbanden
voor een ventrale touwklem. Om de ventrale touwklem te plaatsen, maakt u gebruik
van de bijgeleverde connector en steekt u het afstandsstuk in (Mod. afstandsstuk -
Ref. nr. 6V845) zoals getoond (Fig. 9.8).
8.2 - Werkpositiezetel. Het Xarrier-model is uitgerust met twee lussen die speciaal
bestemd zijn voor de aansluiting van een werkpositiezetel (Fig. 19.1). Deze op-
lossing verhoogt het comfort tijdens het gebruik en laat het ventrale bevestigings-
punt vrij voor andere manoeuvres. Het is ook mogelijk om de werkpositiezetel aan
het ventrale bevestigingspunt te bevestigen (Fig. 19.2).
9) EN 361 / EN 358 / EN 813 GEBRUIKSINSTRUCTIES
Alle werkzaamheden op hoogte veronderstellen dat persoonlijke beschermings-
middelen (PBM) worden gebruikt, ter beveiliging bij het risico op valpartijen.
Voordat de werkplek betreden wordt, dienen alle risicofactoren in kaart gebracht
te zijn (omgevingsfactoren, bijkomstige factoren, gevolgen)
9.1 - EN 361:2002. Het apparaat voldoet aan de norm EN 361 en de tests
werden uitgevoerd en met goed gevolg doorstaan met een dummy van 140 kg.
Opgelet! In geval van gebruikers die meer dan 100 kg wegen (apparatuur inbe-
grepen), dient u altijd te controleren dat de energie-opnemers compatibel zijn ten
aanzien van de aangegeven belasting. Het sternale bevestigingselement is ge-
merkt met de letter A en is bestemd voor de verbinding met valstopapparatuur die
valt onder EN 363 (bijv. energieabsorber, meelopende valstopper aan een touw,
enz.) Een vollichaamsharnas tegen het vallen van een hoogte is een onderdeel
van een valstopsysteem, en moet gebruikt worden in combinatie met zekeringen
EN 795, schokabsorbeerders EN 355, connectoren EN 362 enz. Opgelet!
Gebruik alleen EN 362 connectoren voor de bevestiging met een betrouwbaar
ankerpunt of met een verbindingssubsysteem. Opgelet! Controleer het getal van
de spelingsafstand van de valstopper in de instructiehandleiding. Opgelet! Er mo-
gen uitsluitend verankeringspunten gebruikt worden die voldoen aan de richtlijn
EN 795 (minimale weerstand 12 kN of 18 kN voor niet metalen verankeringen),
die geen snijdende hoeken hebben. Opgelet! De gebruiker moet zich altijd onder
het ankerpunt bevinden.
9.2 - EN 358:2018. De gordel is goedgekeurd voor het gebruik door een ge-
bruiker van 140 kg, inclusief gereedschap en apparatuur. De zijdelingse be-
vestigingselementen zijn bedoeld voor de positionering van de gebruiker op de
werkplek en moeten worden gebruikt om een werklijn aan te sluiten. Het ventrale
bevestigingselement, gecertificeerd volgens EN 358 of EN 358 / EN 813, kan
ook worden gebruikt om een werk- of fixeerlijn aan te sluiten. Zorg ervoor dat de
voeten kunnen rusten om in een comfortabele stand te werken. Verstel de werklijn
zodanig dat hij strak staat; en dat het ankerpunt zich op gelijke hoogte of hoger
bevindt dan de hoogte van de taillegordel. Opgelet! Bevestigingselementen EN
358 zijn niet geschikt als valstopper. Gebruik nooit een werkpositiegordel wan-
neer het te voorziene risico bestaat dat de gebruiker aan de gordel wordt opge-
hangen of door de gordel zelf aan een onvrijwillige spanning wordt blootgesteld.
Opgelet! Bij het gebruik van een werkpositiesysteem, wordt de gebruiker norma-
liter ondersteund door de apparatuur. Daarom is het van groot belang dat er een
ondersteuningssysteem wordt gebruikt, zoals een valstopsysteem. Opgelet! De
twee laterale bevestigingselementen moeten altijd samen worden gebruikt, door
Member of
IST52-7H180CT_rev.0 10-21
32/55

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

Xarrier top y