De voorwaartse hoek van
de maaimessen
(Afbeelding 12)
•
De voorste punt van de bladen moet
0 – 0,635 cm lager zijn dan de
achterzijde van de bladen.
OPMERKING: Bij het uitvoeren van deze
meting moeten de uiteinden van de
maaimessen naar voren gericht zijn.
Voorwaartse hoek van de maaimessen
3
Voorwaartse hoek = 0 in. (0 cm)
to 1/4 in. (0.635 cm)
1. Maaiplatform
2. Maaimes
3. Vloer
Afbeelding 12
De hoek van de maaimessen
overdwars
(Afbeelding 13)
•
Zou binnen 1/4 in. (0 – 0.635 cm),
gemeten aan beide zijden van het
maaiplatform moeten zijn.
OPMERKING: Bij het uitvoeren van deze
meting moeten de uiteinden van de
maaimessen naar links en rechts gericht zijn.
Hoek overdwars
3
1/4-in. (0.635 cm) overdwars
1. Maaiplatform
2. Maaimes
3. Vloer
Afbeelding 13
1
2
Voorkant van het
maaiplatform
1
2
NL - 25
Het maaiplatform afstellen voor het
afstellen van de hoogte en de hoek
van het maaimes
(Afbeelding 14)
OPMERKING: Afstelling van het
maaiplatform zorgt voor afstelling van
de hoogte en de hoek van de maaimessen.
1. Stel eerst de astappen af en voer de drie
metingen uit voor het waterpas en onder
de juiste hoek zetten van het
maaiplatform. Het gaat om de volgende
metingen:
a. De afstand van de maaimessen
tot de grond.
b. De voorwaartse hoek van
de maaimessen.
c. De hoek van de maaimessen
overdwars.
Afstellen van astappen:
1. Draai de borgmoer bovenop vast of los
middels een verstelbare of open
steeksleutel.
OPMERKING: Om een te grote aanpassing
te vermijden, noteer welke moeren versteld
werden en de mate waarin ze vast
of losgedraaid werden.
2. Met dezelfde sleutel, draai de onderste
zeskantmoer vast om het platform
omhoog te brengen OF draai deze los
om het platform naar omlaag
te brengen.
3. Draai de borgmoer bovenop vast
om de scharnier in de gewenste locatie
te bevestigen.
4. Herhaal stap 1 zo vaak als nodig is om
alle drie de metingen (a, b, en c)binnen
de tolerantiegrenzen te brengen.