IndICAtorLAmPjE. Een signaallampje op de teststimulator en de IPG-oplader.
IPG. Implanteerbare pulsgenerator.
kABEL. Dunne met kunststof bedekte draad (draden) waarmee het uitwendige gedeelte van de tijdelijke
lead(s) aan de teststimulator is bevestigd.
LEAd. Een chirurgisch geïmplanteerde geïsoleerde draad waarmee elektrische stimulatiepulsen uit een
pulsgenerator naar het ruggenmerg worden gestuurd.
mrI. Magnetic Resonance Imaging; het gebruik van een NMR-spectrometer voor het genereren van
elektronische beelden van weefsel en organen.
nIvEAU. Term waarmee vaak de amplitude of sterkte van de stimulatiepulsen wordt aangegeven.
nUmErICAL rAtInG SyStEm (nrS). Een eenvoudig diagram dat vaak wordt gebruikt om bij
SCS-testpatiënten de pijnniveaus voor en na een test te meten.
oPLAAdSyStEEm. Het oplaadsysteem bestaat uit een basisstation voor de oplader, oplader,
voedingseenheid, laadriem en hechtpleisters. Het systeem dient voor het opladen van de
geïmplanteerde stimulator.
oPLAdEr. Een draagbaar hulpmiddel voor het opladen van de batterij van de geïmplanteerde stimulator.
oPSLAAn. De knopopdracht van de afstandsbediening waarmee een nieuw gemaakt of gewijzigd
stimulatieprogramma wordt opgeslagen.
Woordenlijst
Precision spectra™-systeem informatie voor patiënten
90970830-04 Versie a
157 van 529