•
Zet het prothesebeen iets naar achteren (schredestand) en wip met gestrekt been op de voor
voet. Houd daarbij voortdurend contact met de grond.
•
Tijdens het wippen moet de voorvoet belast worden.
•
De voorvoet mag bij het ontlasten niet volledig worden ontlast.
Omschakelen
≥3x
ð
1) Zet het prothesebeen iets naar achteren (schredestand).
2) Wip minimaal 3 keer of vaker op de voorvoet. Houd hierbij voortdurend met gestrekt been
contact met de grond.
3) Ontlast het prothesebeen vervolgens in deze positie (schredestand) en houd het stil.
→ Door middel van een piep- en trilsignaal wordt bevestigd dat het bewegingspatroon is her
kend.
INFORMATIE: Wanneer er geen piep- of trilsignaal klinkt of afgegeven wordt, is bij
het wippen niet aan de voorwaarden gedaan. Het zou ook kunnen dat de Mute-
modus (stille modus) is geactiveerd. Nadere informatie over de Mute-modus is te
vinden in het hoofdstuk "Mute-modus" (stille modus) (zie pagina 313).
4) Houd na het piep- en trilsignaal het prothesebeen 1 seconde gestrekt en stil.
→ Er klinkt een bevestigingssignaal om aan te geven dat er met succes is omgeschakeld naar de
basismodus.
INFORMATIE: Als dit bevestigingssignaal niet klinkt, is het been met de prothese niet
correct stilgehouden of is de Mute-modus (stille modus) geactiveerd. Herhaal de pro
cedure op de juiste manier om alsnog om te schakelen. Nadere informatie over de
Mute-modus is te vinden in het hoofdstuk "Mute-modus" (stille modus) (zie
pagina 313).
8.3 Prothese-instellingen wijzigen
Als er een verbinding met een prothese actief is, kunt u de instellingen van de actieve modus met
de Cockpit App of de afstandsbediening (optie) aanpassen.
Informatie over de verandering van de prothese-instellingen met de afstandsbediening (optie)
vindt u in de gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening.
INFORMATIE
Voor het aanpassen van de prothese-instellingen moet de Bluetooth-functie van de prothese
ingeschakeld zijn.
Als Bluetooth uitgeschakeld is, kan dit worden ingeschakeld door de prothese om te draaien of
de acculader aan te sluiten en weer los te koppelen. Daarna is Bluetooth gedurende ca. 2 minu
ten ingeschakeld. In deze tijd moet de verbinding tot stand worden gebracht.
Informatie over het wijzigen van de prothese-instellingen
•
Controleer voordat u de instellingen gaat wijzigen, altijd in het hoofdmenu van de Cockpit
App of op het display van de afstandsbediening (optie) of de gewenste prothese is geselec
teerd. Anders zouden de parameters van de verkeerde prothese gewijzigd kunnen worden.
•
Tijdens het opladen van de accu van de prothese kunnen de prothese-instellingen niet wor
den gewijzigd en kan er niet worden omgeschakeld naar een andere modus. Alleen de status
van de prothese kan worden opgevraagd. Op de onderste beeldschermregel van de Cockpit
App verschijnt in plaats van het symbool
308 | Ottobock
1x
ð
+
1s
1x
1x
ð ð
het symbool
.
1x
ð
þ
Basismodus
+