2) Raak in het navigatiemenu de optie "Componenten beheren" aan.
3) Raak bij de prothesecomponent die u wilt verwijderen, het symbool
→ De prothesecomponent wordt verwijderd.
7.4.3 Prothesecomponent verbinden met verschillende eindapparaten
De verbinding van een prothesecomponent kan in meerdere eindapparaten worden opgeslagen.
Tegelijkertijd kan echter altijd maar één eindapparaat of afstandsbediening op hetzelfde moment
met de prothesecomponent verbonden zijn.
Als de prothesecomponent op hetzelfde moment al verbonden is met een ander eindapparaat,
verschijnt bij het opbouwen van de verbinding met het actuele eindapparaat de volgende informa
tie:
Met deze prothesecomponent
verbinden?
Prothesecomponent was verbonden
met een ander apparaat.
Verbinding maken?
Annuleren
8 Gebruik
8.1 Bewegingspatronen in de basismodus (modus 1)
8.1.1 Staan
Stabilisatie van de knie door een hoge hydraulische weerstand en statische
opbouw.
De orthopedisch instrumentmaker kan een stafunctie activeren. Nadere infor
matie over de stafunctie is te vinden in het volgende hoofdstuk.
8.1.1.1 Stafunctie
INFORMATIE
Om deze functie te kunnen gebruiken, moet deze door de orthopedisch instrumentmaker geacti
veerd zijn. Daarnaast moet de functie via de Cockpit App of de afstandsbediening geactiveerd
zijn (zie pagina 309).
De stafunctie (sta-modus) is een functionele aanvulling op de basismodus (modus 1). Deze func
tie maakt het bijv. gemakkelijker om gedurende langere tijd op een schuine ondergrond te staan.
Het scharnier wordt daarbij in de buigrichting (flexie) gefixeerd.
De stafunctie moet door de orthopedisch instrumentmaker worden geactiveerd. Daarnaast moet
door de orthopedisch instrumentmaker het type vergrendeling van het scharnier (bewust/intuïtief)
worden bepaald. Het is niet mogelijk om het type vergrendeling via de Cockpit App of de
afstandsbediening te veranderen.
Intuïtieve vergrendeling van het scharnier
De intuïtieve stafunctie herkent die situaties waarin de prothese in de buigrichting wordt belast,
maar niet mag meegeven. Dit is bijvoorbeeld het geval, wanneer de patiënt op een ongelijke of
aflopende ondergrond staat. Het kniescharnier wordt altijd in de buigrichting geblokkeerd wan
neer het prothesebeen niet volledig is gestrekt, niet volledig is ontlast en wordt stilgehouden.
► Raak de knop OK aan.
→ De verbinding met het eindapparaat waarmee de prothese
component het laatst verbonden was, wordt verbroken en er
wordt verbinding gemaakt met het actuele eindapparaat.
OK
aan.
Ottobock | 301