De volgende parameters kunnen worden gewijzigd:
Parameter
Weerstand
Hoek
Stafunctie
Zitfunctie
Trapfunctie
Toonhoogte
Volume
Met de afstandsbediening (optie) kan naast de parameters de diepeslaapmodus worden inge
schakeld. Nadere informatie over de diepeslaapmodus (zie pagina 313).
8.3.3 Overzicht van de instelparameters in de MyModes
INFORMATIE
Bij een geactiveerde Mute-modus (stille modus) klinken er geen piepsignalen en worden er
geen trilsignalen afgegeven.
De parameters in de MyModes beschrijven het statische gedrag van de prothese bij een bepaald
bewegingspatroon, bijv. langlaufen. In de MyModes wordt het dempingsgedrag niet automatisch
aangepast.
310 | Ottobock
Bereik instel
Instelgebied
software
app/afstands
bediening
120 – 180
+/- 10
55° – 70°
+/- 3°
gedeactiveerd
0 - uitgescha
geactiveerd
keld
1 - ingescha
keld
gedeactiveerd
0 - uitgescha
geactiveerd
keld
1 - ingescha
keld
gedeactiveerd
0 - uitgescha
geactiveerd
keld
1 - ingescha
keld
1000 Hz –
1000 Hz –
4000 Hz
4000 Hz
0 – 4
0 – 4
Betekenis
Weerstand tegen de buigbeweging,
bijv. bij het aflopen van een trap of het
gaan zitten
Maximale buigingshoek tijdens de
zwaaifase
Stafunctie inschakelen/uitschakelen.
Voor het omschakelen met de Cockpit
App of de afstandsbediening moet
deze functie door de orthopedisch
instrumentmaker geactiveerd zijn.
Nadere informatie (zie pagina 301
).
Zitfunctie inschakelen/uitschakelen.
Voor het omschakelen met de Cockpit
App of de afstandsbediening moet
deze functie door de orthopedisch
instrumentmaker geactiveerd zijn.
Nadere informatie (zie pagina 303).
Activatie/deactivatie van de trap- en
hindernisfunctie. Voor het omschake
len met de Cockpit App of de
afstandsbediening moet deze functie
door de orthopedisch instrumentma
ker geactiveerd zijn. Nadere informa
tie (zie pagina 303).
Toonhoogte van het piepsignaal bij
bevestigingstonen
Volume van het piepsignaal bij beves
tigingstonen