NEDERLANDS
Vertaling van de originele instructies
2.2 Overige plaatjes
Op het oppervlak van de pomp kunnen afhankelijk van het model andere plaatjes
aanwezig zijn die de kenmerken, de naleving van normen en reglementen of
de voorschriften inzake installatie, gebruik en verwijdering identificeren. Zie de
volgende lijst.
Besteed aandacht aan de risico's die verband houden met de
installatie, het onderhoud en de verwijdering van het product.
Lees de handleiding met instructies met aandacht vóór de
installatie en het gebruik.
Elektrische aansluiting en rotatierichting van de functionele
onderdelen (driefasige motoren)
3 TOEPASSINGEN EN GEBRUIK
3.1 Toegestaan gebruik
3.1 Toegestaan gebruik Deze elektropompen zijn ontworpen voor toepassingen
zoals de waterbevoorrading uit grondwater, het pompen uit een reservoir of
tank, de drukverhoging of de irrigatie in huishoudelijke en kleine commerciële of
industriële nutsvoorzieningen.
De elektropompen hebben een beschermklasse IPX8.
De elektro-dompelpompen zijn ontworpen om ondergedompeld in vloeistof te
kunnen werken, diegene voor de oppervlakte om buiten vloeistof te werken. Het
bedieningspaneel heeft een beschermklasse IP55..
3.2 Gepompte vloeistoffen
Schone, niet-agressieve vloeistoffen, die compatibel zijn met de
constructiematerialen van de elektropomp. De vloeistof moet fysieke kenmerken
hebben die gelijkaardig zijn met die van schoon water op omgevingstemperatuur
(maximum dichtheid van 1030 kg/m³ en maximum viscositeit van 2 cPs. Neem
buiten deze limieten contact op met de fabrikant).
Oneigenlijk gebruik kan tot oververhitting van de machine en van de
voedingskabels leiden, met gevolgen als defecten en mogelijk brand.
Het eventuele gehalte van zand in het water mag niet groter zijn dan 50 g/m³ .
Een hogere zandconcentratie zal de levensduur van de elektropomp verlagen en
het risico op blokkering verhogen. Eventuele vaste deeltjes in suspensie mogen
niet groter zijn dan 0,5 mm
De pomp kan continu werken aan de maximumtemperatuur die op het
gegevensplaatje staat.
3.3 Gebruiksvoorwaarden
• Maximum bedrijfsdruk (de druk bij de aanvoer van de pomp als resultaat
van de som van de ingangsdruk van de pomp en de drukverhoging die door
de pomp verstrekt wordt): 15 bar. De maximum druk bij de ingang van de
apparatuur wordt bepaald door de drukverhoging die door de pomp verstrekt
wordt, zodat de maximum bedrijfsdruk niet overschreden wordt (zie de
betreffende sectie).
• Maximum temperatuur van de aangezogen vloeistof: +40°C
• Elektrische voedingsspanning: raadpleeg het gegevensplaatje.
• Maximum dompeldiepte: zie de aanwijzing op het gegevensplaatje (max 20
m).
• Maximum aantal opeenvolgende starten per uur: 40.
• Maximum hoogte: 2000 m
3.4 Niet toegestaan gebruik
Gebruik de elektropomp niet voor andere toepassingen dan die eerder
beschreven werden en hoe dan ook voor alle niet door de fabrikant geautoriseerde
toepassingen. Oneigenlijk gebruik kan ook ernstige schade berokkenen (inclusief
de dood) aan mensen, dieren, voorwerpen en het milieu.
Gebruik de elektropomp nooit in zwembaden, baden, meertjes en
gelijkaardige plekken wanneer mensen in het water zijn
• pomp geen levensmiddelenvloeistoffen of producten die voor menselijke
voeding bestemd zijn.
• Pomp geen drinkwater wanneer een gecertificeerde apparatuur vereist is voor
dit gebruik.
• Pomp geen viskeuze vloeistoffen en/of die dikker dan water zijn, tenzij met de
specifieke autorisatie van de fabrikant.
• Gebruik de machine niet in een potentieel explosieve omgeving of met
ontvlambare vloeistoffen.
• Laat de machine niet werken in afwezigheid van vloeistoffen.
• Laat de elektropomp niet continu werken met een debiet van nul of lager dan
10% van de nominale waarde, om oververhitting te voorkomen. De optimale
werking van de pomp wordt verkregen binnen de rangen die aangeduid wordt
op het gegevensplaatje.
40
4 INSTALLATIE – ALGEMEEN
De elektropomp is zowel voor de verticale als de horizontale installatie geschikt.
De elektropompen met uitgelijnde openingen mogen geïnstalleerd worden
in plaatsen die occasioneel aan overstromingen onderhevig zijn (zolang de
elektrische uiteinden van de voedingskabel op een droge plaats blijven).
De elektrische uiteinden van de voedingskabel (de geleiders of het elektrische
stopcontact) moeten beschermd worden tegen water, vochtigheid en
weersomstandigheden. Let op de beschermklasse van het bedieningspaneel
(IP55), waar aanwezig.
Bevestig het bedieningspaneel op de wand met de oogjes die erop aanwezig zijn.
Het is aanbevolen het te installeren op een droge en beschutte plaats.
Alvorens met de machine te beginnen te werken, moet gecontroleerd
worden of de elektrische aansluiting op het voedingsnet afgesloten is en
of die niet per ongeluk opnieuw aangesloten kan worden.
Gebruik altijd de PBM die voorgeschreven worden (zie de betreffende
sectie).
Indien nodig gezien de gebruiksomstandigheden en de werkomgeving, wordt
aangeraden geschikte voorzieningen voor de noodstilstand van de machine te
installeren, die onmiddellijk maar in veiligheid moet plaatsvinden.
4.1 Elektrische aansluitingen
De aansluitingen mogen uitsluitend tot stand gebracht worden door ervaren
en geautoriseerd personeel in overeenstemming met de wettelijke plichten, de
van kracht zijnde normen, de aanbevolen technische praktijken en de volgende
voorschriften:
De modellen zonder stekker zijn uitsluitend bestemd voor vaste toepassingen
(waarbij de kabels niet door de gebruiker losgekoppeld en opnieuw verbonden
kunnen worden). De uiteinden van de kabel moeten rechtstreeks op een universele
netscheidingsschakelaar in overbelastingscategorie III aangesloten worden in een
elektrisch schakelbord met een beschermklasse van minstens IP55, die voorzien
is van mechanische bevestigingssystemen van de kabel, onafhankelijk van de
elektrische klemmen en een voorziening die de opening van het schakelbord
belemmert wanneer het apparaat onder spanning staat.
De modellen met stekker mogen in mobiele toepassingen gebruikt worden, maar
uitsluitend met elektrische stopcontacten met aarding. De volgende voorschriften
zijn van toepassing op beide types.
Controleer de overeenstemming tussen de gegevens van het plaatje en de
nominale waarden van netspanning en -frequentie. Sluit de aardkabel van
de elektropomp altijd aan en controleer de doeltreffende werking van het
aardingscircuit voorafgaand aan de inwerkingstelling en met regelmatige
intervallen.
Het is de zorg van de installateur de aansluiting uit te voeren conform de
normen die van kracht zijn in het land van installatie.
Het apparaat moet van stroom voorzien worden via een
differentiaalschakelaar, met differentiële afschakelstroom die niet groter
is dan 30 mA.
De driefasige apparaten moeten beschermd worden tegen kortsluiting en
overbelasting via een beschermingsinrichting van klasse 10 volgens IEC 60947-
4-1. Stel de nominale stroom in volgens de waarde die op het gegevensplaatje
is weergegeven. Er wordt een voorziening met handmatige reset aangeraden.
4.2 Eenfasige versies
De eenfasige versies kunnen met bedieningspaneel geleverd worden dat de
condensator bevat of met ingebouwde condensator (voedingskabel met twee
geleiders, bovenop de aardgeleider).
Indien dit niet het geval is, raadpleeg dan voor de aansluiting en de keuze van de
condensator de onderstaande aanwijzingen (afb. 3) en het plaatje met technische
gegevens van de pomp (nominale capaciteit en spanning van de condensator).
Gebruik een condensator met minimale veiligheidsklasse S2 volgens IEC 60252-1,
of zorg voor een minimum afstand van 50 mm van alle niet-metalen voorwerpen
of plaats de condensator in een metalen behuizing. Ondersteun de condensator
mechanisch zodat de elektrische kabels en de connectoren niet worden belast.
GEEL/GROEN
GIALLO/VERDE
ZWART
NERO
BLAUW of GRIJS
BLU o GRIGIO
BRUIN
MARRONE
Fig. 3
Afb. 3
In de eenfasige versies tot 1,1 kW (50 en 60 Hz) en 1,5 kW (50 Hz), is de
motor beschermd tegen overbelastingen via een thermische inrichting
(motorbeveiliging) die in de wikkeling zit.
Let op! De inrichting wordt automatisch herladen wanneer de
motortemperatuur daalt onder het waarschuwingsniveau. De
elektropomp kan onverwacht opnieuw starten!
MONOBLOK POMPEN 5"
⏚
L
N
C