NEDERLANDS
Vertaling van de originele instructies
maximum aanzuigdruk de waarde op het gegevensplaatje niet overschrijden.
Bovendien moet gecontroleerd worden of de beschikbare NPSH bij de ingang van
de elektropomp hoger is dan de door de pomp zelf gevraagde waarde, rekening
houdend met een passende veiligheidsmarge, om het gevaar voor cavitatie te
vermijden. Gebruik de volgende formule voor de berekening van de beschikbare
NPSH:
NPSH = pb x 10.2 - Hv – Hs
pb: absolute druk van de in aanzuiging zijnde vloeistof, met werkende pomp
[bar].
Hv: Dampdruk [m] op grond van de temperatuur van de vloeistof [m]
Hs: Veiligheidsmarge [m] (minimum 0,5)
De waarden van de gevraagde NPSH staan vermeld in de karakteristiekcurven
in de bijlage (afb. A3). Zoek de grafiek op die overeenkomt met de frequentie
(kolommen) en de familie (regels) waarvoor men belangstelling heeft.
Als de waarde van de gevraagde NPSH (afb. A3) de waarde van de beschikbare
NPSH, die met de vorige formule berekend is, overschrijdt, moet de pomp
geïnstalleerd worden onder een waterdruk op een diepte in meters die gelijk
is aan het verschil tussen de twee waarden. Installeer in gesloten circuits de
autoclaaf/het expansievat bij de ingang van de pomp en het ze circuit onder druk.
6 MECHANISCHE INSTALLATIE
6.1 Verplaatsing van de machine
Voor het optillen van de machine, enkel geschikte, in goede staat verkerende,
toestellen gebruiken, met goede markeringen (vb. EG-markering). Overschrijdt
niet het draagvermogen van het werktuig dat het minst bestand is van alle
gebruikte werktuigen (hijsoog, veiligheidspal, haak, musketon, ketting, koord,
takel of anders). Gebruik alleen haken met veiligheidspal. Gebruik in richting
instelbare hijsogen of controleer het maximum draagvermogen ervan voor niet-
axiale ladingen.
Besteed aandacht aan de hangende ladingen. Blijf er niet onder staan.
Besteed aandacht aan mensen, dieren en voorwerpen die in de werkzone
aanwezig zijn. Gebruik de geschikte instrumenten voor het signaleren en
afbakenen van de werkzone als dat nodig is. Voer geen manoeuvres of
verplaatsingen boven mensen uit.
Het apparaat kan manueel verplaatst worden. Controleer de massa aangeduid op
het gegevensplaatje en/of op de verpakking.
6.2 Bevestiging
Bevestig de eenheid zodat deze stabiel blijft en zich niet kan verplaatsen tijdens
de werking, met de aanvoerleiding of door rechtstreeks het pomphuis vast te
maken. De modellen met beugels worden daarmee bevestigd.
7 START EN LANGDURIGE STILSTAND
Voordat de elektropomp gestart wordt moeten de elektropomp zelf en de
aanzuigleiding van het water gevuld worden (het hele circuit, als de installatie
gesloten is). Als de elektropomp onder waterdruk geïnstalleerd is, moet dit
handmatig gebeuren.
Als de installatie daarentegen met positieve zuigkop plaats vindt of als de
aanvoerleiding onder druk staat, volstaat het de kleppen te openen, te ontluchten
en te wachten tot het vult. In gesloten circuits moet de installatie gevuld worden
via het hoogste punt en moet op hetzelfde moment een ontluchting plaatsvinden.
Tijdens de eerste seconden van werking zal de pomp nog meer lucht uitstoten.
Als het circuit gesloten is, ontlucht het dan via de betreffende kleppen.
Pas op voor spetters. Gebruik de geschikte PBM om beschermd te worden
tegen risico's van mechanische en chemische aard
Open de kleppen langzaam tijdens de ontluchting, vermijd bruuske
manoeuvres; richt de straal niet op mensen, dieren of elektrische
apparaten
Na langdurige periodes van inactiviteit moet de vulling van de pomp
gecontroleerd worden voordat hij gestart wordt en moeten de leidingen indien
nodig ontlucht worden.
Als men voorziet het apparaat een lange periode niet te gebruiken en/of men
noodzakelijkerwijze de vloeistof uit de machine moet legen, koppel ze dan los van
de leidingen en doe ze hellen om de vloeistof eruit te doen lopen.
De pomp is niet beschermd tegen de gevolgen van bevriezing. Wanneer het risico
op bevriezing bestaat, moet het water uit de pomp worden verwijderd volgens de
in de handleiding verstrekte instructies.
8 ONDERHOUD EN ASSISTENTIE
De elektropomp vereist geen speciaal onderhoud
Laat de elektropomp alleen repareren door personeel dat geautoriseerd is door d
fabrikant om de garantie te handhaven en de veiligheid van het apparaat niet te
compromitteren. Gebruik alleen originele reserveonderdelen of die goedgekeurd
zijn door de fabrikant. Gebruik altijd de PBM die voorgeschreven worden (zie de
betreffende sectie).
42
Alvorens ongeacht welk werk op de elektropomp uit te voeren, moet
gecontroleerd worden of de elektrische aansluiting op het voedingsnet
afgesloten is en of die niet per ongeluk opnieuw aangesloten kan worden.
Als de voedingskabel voorzien is van een stekker, de stekker uit het
stopcontact halen en deze zo plaatsen dat hij altijd zichtbaar is. Als de
kabel geen stekker heeft, met de scheidingsschakelaar van de vaste
installatie werken en een apparaat tegen onverwachte herinschakeling
aanbrengen.
Voor de eenfasige modellen, ervoor zorgen dat de condensator leeg is
alvorens op de pomp in te grijpen.
Let op! In geval van stilstand wegens overbelasting gaan de apparaten
met motorbeveiliging en automatische reset automatisch opnieuw van
start wanneer de temperatuur onder het alarmniveau daalt.
Het is raadzaam maandelijks de staat van bewaring van de kabels te controleren
(met name ter hoogte van de kabelgeleidingen) en de filters en/of het
aanzuigrooster te reinigen.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet hij vervangen worden door de
fabrikant, door zijn ondersteuningsdienst of door gekwalificeerd
personeel.
8.1 Reserveonderdelen
Gebruik originele reserveonderdelen, of die goedgekeurd zijn door de fabrikant,
om mogelijke risico's voor de gezondheid van het dienstdoend personeel en de
gebruikers te vermijden. Neem contact op met de leverancier en/of raadpleeg
de tabellen van de reserveonderdelen (zie technische catalogus) voor informatie.
9 BEHEER VAN NOODGEVALLEN
9.1 Brand
• Het brandgevaar van delen van de machine is beperkt tot de motor en delen
erbuiten zijn daar niet bij betrokken.
• Gebruik bij brand blussers die goedgekeurd zijn voor het gebruik op elektrische
apparaten.
9.2 Vloeistoflekkage
• De gepompte vloeistof kan uit de machine lekken na de installatie, het starten,
het onderhoud of het afdanken, onvoorziene breuken of overmatige slijtage
van de afdichtingsonderdelen.
• Als de lekken gevaarlijk of schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid van
mensen, dieren of voor het milieu, zorg dan voor een waterdichte opvangbak
rondom de machine.
9.3. Olielekkage
• Bij breuk, kan tot 50 cl olie uit de elektropomp vrijkomen (niet giftig).
Het occasioneel inslikken van de olie is niet gevaarlijk voor de menselijke
gezondheid. Het risico op de verspreiding van de olie moet zoveel mogelijk
beperkt worden.
10 VERHELPEN VAN PROBLEMEN
Voor het verhelpen van problemen die verband houden met de werking van
de elektropomp moeten de aanwijzingen van onderstaande tabel opgevolgd
worden. Als u niet over de kennis en de benodigde competenties beschikt, wendt
u zich dan tot gekwalificeerd personeel. Gebruik altijd de geschikte PBM (zie
de betreffende sectie) en werktuigen. Als het niet mogelijk is het probleem te
verhelpen door de aanwijzingen van de tabel toe te passen, neem dan contact op
met een professioneel en geautoriseerd assistentiecentrum.
MONOBLOK POMPEN 5"