Vul nooit brandstof bij in een gesloten ruimte.
7.
Brandstofdampen vormen zeer brandbare gassen op grond-
niveau (explosiegevaar).
Vervoer en bewaar brandstof uitsluitend in goedgekeurde
8.
jerrycans. Zorg dat uw brandstofvoorraad niet toegankelijk
is voor kinderen.
Vul nooit brandstof bij wanneer de motor heet is of nog
9.
draait.
10. Vul nooit meer brandstof bij dan opgegeven in
"TECHNISCHE GEGEVENS".
Werkwijze
Gebruik de bladblazer alleen bij helder licht en goed zicht.
1.
Pas op voor natte of glibberige plaatsen, ijzel, sneeuw en ijs
(gevaar voor uitglijden) en krappe ruimten. Zorg dat u altijd
stevig staat.
Werk nooit op een instabiele ondergrond of een steile
2.
helling.
Werk nooit vanaf een ladder of een hoge plaats. Anders
3.
bestaat de kans op letsel.
Om gevaar voor persoonlijk letsel te voorkomen, mag u
4.
nooit de luchtstroom op omstanders richten, want de hoge
luchtdruk kan schadelijk zijn voor de ogen en de krachtige
luchtstroom kan gruis e.d. met grote snelheid uitwerpen.
Plaats nooit enig voorwerp in de luchtinlaat van het appa-
5.
raat of in de blaaspijp van de bladblazer. Dat kan de venti-
latorschoep beschadigen en kan gevaar voor ernstig letsel
opleveren, zowel voor de gebruiker als voor omstanders,
omdat het voorwerp of gebroken onderdelen op hoge snel-
heid kunnen worden weggeslingerd.
Let op de windrichting, d.w.z. werk niet tegen de windrich-
6.
ting in.
Om gevaar voor struikelen en verlies van controle te voor-
7.
komen, mag u nooit met het apparaat werken terwijl u ach-
teruit loopt.
Schakel de motor altijd uit voordat u het apparaat gaat
8.
reinigen of onderhouden en voordat u onderdelen gaat
vervangen.
Neem regelmatig een pauze om verlies van controle door
9.
vermoeidheid te voorkomen. Wij raden u aan om elk uur een
rustpauze van 10 tot 20 minuten te nemen.
10. Gebruik het apparaat niet te dicht bij ramen, enz.
11. Om fysieke gevolgen door trillingen en/of gehoorschade te
voorkomen, dient u het apparaat zo veel mogelijk op een
laag toerental te gebruiken en de gebruiksduur te beperkten.
12. Gebruik het apparaat alleen op een redelijke tijd van de dag.
Gebruik de bladblazer niet in de vroege ochtend of erg laat
in de avond, wanneer het apparaat hinder voor omwonen-
den kan opleveren.
13. Het is aanbevolen om het afval voor het blazen los te maken
met een hark of bezem.
14. Onder stoffige omstandigheden kunt u de omgeving
voor het blazen licht besproeien, zo nodig met een
waternevelsproeier.
15. Verstel de lengte van het blaasmondstuk zodat de lucht-
stroom dichtbij de grond kan werken.
16. Om het geluidsniveau te minimaliseren, dient u het aan-
tal apparaten dat tegelijkertijd wordt gebruikt beperkt te
houden.
17. Na het gebruik van de bladblazer en andere apparaten, moet
u OPRUIMEN! Werp alle afval in een afvalbak.
18. Verhoog het motortoerental niet meer dan noodzakelijk.
Weggeblazen voorwerpen kunnen leiden tot persoonlijk
letsel.
19. De uitlaatdemper wordt tijdens gebruik heet. Raak de uit-
laatdemper niet aan omdat dit kan leiden tot brandwonden
op uw huid.
20. Gebruik het apparaat niet in een omgeving met explosiege-
vaar, zoals een omgeving met licht ontvlambare vloeistof-
fen, gassen of stof. Het apparaat genereert vonken die stof
of dampen kunnen doen ontsteken.
21. Houd de bladblazer stevig vast. Houd de bladblazer niet met
natte handen vast.
Onderhoudsinstructies
Ga milieubewust te werk. Gebruik de bladblazer met zo min
1.
mogelijk lawaai en vervuiling als mogelijk. Laat vooral de
afstelling van de carburateur regelmatig controleren (afstel-
ling van het stationair toerental).
Zoals in deze gebruiksaanwijzing vermeld, maak de blad-
2.
blazer regelmatig schoon en controleer of alle schroeven en
moeren stevig vast zitten.
Onderhoud of bewaar de bladblazer nooit in de nabijheid
3.
van open vuur, vonken, enz.
Sla de bladblazer altijd op met een lege brandstoftank in een
4.
goed geventileerde en afgesloten ruimte.
Het uitvoeren van onderhoud of reparaties door de gebrui-
5.
ker is beperkt tot de in deze gebruiksaanwijzing beschre-
ven punten. Alle andere werkzaamheden dienen door een
erkend servicecentrum uitgevoerd te worden.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen en acces-
6.
soires geleverd door Makita/Dolmar. Het gebruik van
niet-goedgekeurde onderdelen en gereedschappen kan
leiden tot ongelukken en letsel. Makita/Dolmar aanvaardt
geen enkele aansprakelijkheid voor ongelukken of schade
die voortvloeit uit het gebruik van enige niet-goedgekeurde
onderdelen of accessoires.
Een verkeerde reparatie of slecht onderhoud kan de levens-
7.
duur van het apparaat verkorten en de kans op ongelukken
vergroten.
EHBO
1.
Voor het geval van ongelukken dient een goed gevulde eerste-
hulpkoffer in de nabijheid van de werkzaamheden aanwezig
te zijn. Vul direct na gebruik van de inhoud de eerstehulpkoffer
weer aan.
Geef de volgende informatie wanneer u om hulp vraagt:
2.
Plaats van het ongeval
—
Beschrijving van het ongeval
—
Aantal gewonden
—
Aard van de verwondingen
—
Uw naam
—
72 NEDERLANDS