De bladblazer bedienen
Tijdens het werken met de bladblazer kunt u de gastrekker/
1.
gashendel zo instellen dat de blaasluchtdruk precies goed is voor de
omstandigheden waaronder u werkt.
Het motortoerental instellen.
2.
Voor het model met buisgashendel: Het motortoerental kan worden
verhoogd door de gastrekker verder in te knijpen. Om het motortoe-
rental te verlagen, laat u de gastrekker iets los.
Met de 'cruise control'-functie kan de gebruiker het motortoerental
constant houden zonder de gastrekker ingeknepen te moeten hou-
den. Om het motortoerental te verhogen, zet u de stophendel in de
stand voor hoog toerental. Om het motortoerental te verlagen, zet u
de stophendel in de stand voor laag toerental.
2
1
► 1. Gastrekker 2. Stophendel
Voor het model met heupgashendel: Om het motortoerental te
verhogen, zet u de gashendel in de stand voor hoog toerental. Om
het motortoerental te verlagen, zet u de gashendel in de stand voor
laag toerental.
► 1. Gashendel
1
79 NEDERLANDS
De bladblazer vervoeren
Voordat u de bladblazer gaat vervoeren, zet u
LET OP:
altijd eerst de motor uit.
Ga niet op de bladblazer zitten of staan en
KENNISGEVING:
plaats er geen zware voorwerpen op. Hierdoor kan het apparaat
worden beschadigd.
Zorg bij vervoer en opslag voor dat de blad-
KENNISGEVING:
blazer rechtop staat. Bij vervoer of opslag in een andere stand
dan rechtop, kan olie in de motor van de bladblazer lekken. Dat kan
leiden tot olielekkage uit het apparaat en witte rook door het ver-
branden van olie, en het luchtfilter kan vuil worden door de olie.
Bij verplaatsen mag u de bladblazer niet
KENNISGEVING:
slepen. Anders kan de behuizing van de bladblazer worden
beschadigd.
ONDERHOUD
Alvorens onderhouds- en inspectiewerkzaam-
LET OP:
heden uit te voeren, zet u de motor uit en laat u die afkoelen.
Verwijder de bougie en de bougiekap. Als u dit nalaat, loopt u
de kans op brandwonden of ernstig letsel als de motor onverwacht
start.
Controleer na inspectie of onderhoud zorgvuldig
LET OP:
of alle onderdelen gemonteerd zijn.
De motorolie verversen
De motor zelf en de motorolie zijn nog heet vlak
LET OP:
nadat de motor is uitgezet. Als u de motorolie wilt gaan verver-
sen, moet u eerst controleren of de motor zelf en de motorolie
voldoende zijn afgekoeld. Doet u dat niet, dan bestaat het gevaar
dat u zich verbrandt. Wacht na het uitzetten van de motor nog even
zodat de motorolie is teruggekeerd naar de olietank, om een juiste
aflezing op de oliepeilaanduiding te garanderen.
Als u olie bijvult tot boven de aangegeven boven-
LET OP:
grens, kan het apparaat verontreinigd raken of witte rook uit-
stoten door het verbranden van olie.
Gooi afgewerkte motorolie nooit weg met
KENNISGEVING:
het huisvuil en loos het nooit in de natuur of in het riool. Het
weggooien van olie is wettelijk geregeld. Volg altijd de geldende
wetten en regelgeving wanneer u motorolie wilt weggooien. Neem
contact op met een erkend servicecentrum als u hieromtrent vragen
hebt.
Ook wanneer olie ongebruikt wordt opge-
KENNISGEVING:
slagen, zal de olie op den duur verslechteren. Controleer en
inspecteer de olie regelmatig (vervang de olie elke 6 maanden door
nieuwe).
Verslechterde motorolie verkort de levensduur van de schuivende en
roterende onderdelen aanzienlijk. Vergeet niet te controleren wan-
neer en hoeveel olie ververst moet worden.
Verversingsinterval
Na de eerste 20 bedrijfsuren, en daarna om de 50 bedrijfsuren.
Aanbevolen motorolie
•
Originele Makita/Dolmar 4-taktmotorolie of
•
SAE 10W-30 olie van API-classificatie SF-klasse of hoger
(4-taktmotorolie voor auto's)