BEDIENING
De motor starten
Probeer nooit het apparaat te starten
WAARSCHUWING:
op de plaats waar eerder brandstof werd bijgevuld. Als u dit
doet kan ontvlamming en brand ontstaan. Blijf bij het starten
van de motor minstens 3 meter uit de buurt van de plaats waar
brandstof werd bijgevuld.
De uitlaatgassen van de motor zijn
WAARSCHUWING:
giftig. Laat de motor niet draaien op een slecht geventileerde
plaats, bijvoorbeeld in een tunnel, in een gebouw enz. Het
gebruik van de motor op een slecht geventileerde plaats kan leiden
tot vergiftiging door uitlaatgassen.
Als u een vreemd geluid, geur of tril-
WAARSCHUWING:
lingen na het starten waarneemt, zet u onmiddellijk de motor
uit en inspecteert u deze. Als u de motor blijft gebruiken terwijl
zich een dergelijk probleem voordoet, kan dat leiden tot ongevallen.
Raak de hete motorkap niet aan.
WAARSCHUWING:
Anders zou u brandwonden kunnen oplopen.
Verzeker u ervan dat er geen brand-
WAARSCHUWING:
stoflekkage is voordat u de motor start.
Controleer of de motor daadwerkelijk
WAARSCHUWING:
uit gaat wanneer u de stopschakelaar in de stand "O" zet.
Wanneer de motor koud is of na het bijvullen van
brandstof (koude start)
Plaats de bladblazer op een vlakke ondergrond.
1.
I/O-stand
2.
Voor het model met buisgashendel: Zet de stophendel in de stand
"I".
1
► 1. Stophendel
Voor het model met heupgashendel: Zet de stopschakelaar in
de stand "I". En zorg dat de gashendel staat ingesteld op een laag
motortoerental.
► 1. Stopschakelaar 2. Gashendel
2
1
76 NEDERLANDS
Blijf op de opvoerpomp drukken totdat er brandstof in de opvoerpomp komt.
3.
2
► 1. Opvoerpomp 2. Chokehendel
OPMERKING: Doorgaans komt er na 7 tot 10 keer drukken brand-
stof in de carburateur.
OPMERKING: Als buitensporig vaak op de opvoerpomp wordt
gedrukt, zal het overschot aan benzine terugstromen naar de
brandstoftank.
Zet de chokehendel omhoog in de gesloten stand.
4.
Ga met uw rechtervoet op het pedaal staan en houd met uw
5.
linkerhand de bovenkant van de apparaatkap vast om te voorkomen
dat het apparaat beweegt.
Trek de trekstarthandgreep langzaam uit totdat u compressie
6.
voelt. Trek er vervolgens hard aan.
Trek nooit door tot aan het einde van het
KENNISGEVING:
trekstartkoord.
Laat de trekstarthandgreep geleide-
KENNISGEVING:
lijk teruglopen in de behuizing. Als u dat niet doet, kan de
trekstarthandgreep tegen uw lichaam aan zwiepen of het trekstart-
koord niet goed opgewonden worden.
OPMERKING: Als de motor ontsteekt en afslaat, zet u de cho-
kehendel terug in de geopende stand en trekt u enkele malen
aan de trekstarthandgreep om de motor opnieuw te starten.
Nadat de motor is gestart, zet u de chokehendel omlaag in de
7.
geopende stand.
1