3M PF-602E ASB Manual Del Usuario página 50

uitlaatopening te steken (zie afb. 2)
2. Controleer met de luchtstroomindicator in de verticale stand (zie afb. 3) of de markering '160' op de vlotter gelijk is
met of boven de bovenkant van de luchtstroomindicatorbuis staat wanneer de bovenkant van de buis op oogniveau is.
Dit geeft aan dat aan de door de fabrikant opgegeven minimum luchtstroom (MMDF) is voldaan (zie afb. 4). Het kan
tot 5 minuten duren voordat de luchtstroom gestabiliseerd is en de vlotter naar het juiste punt gestegen is, maar de
motorunit kan gebruikt worden zodra het juiste punt bereikt is.
3. Als de markering '160' op de vlotter beneden de bovenkant van luchtstroomindicatorbuis staat nadat de 5 minuten zijn
verstreken, dient u ervoor te zorgen u schone filters heb aangebracht en de motorunit opnieuw 5 minuten laten wer-
ken alvorens opnieuw te controleren.
worden verwijderd en worden opgestuurd naar een erkend servicecentrum.
Opmerking: U kunt, terwijl u wacht tot de vlotter tot het juiste punt stijgt, de motorunit op een schoon oppervlak leggen,
mits de luchtstroom naar de filters niet geblokkeerd wordt en de vlotter vrij kan bewegen. MAAR de motorunit MOET in
de hand genomen worden met de luchtstroomindicator in de verticale stand en moet een consistente waarde aangeven
wanneer de luchtstroom wordt gecontroleerd.
Alarmcontrole
De werking van de alarmen kan worden gecontroleerd door een hand over de uitlaatopening van de Powered Air Turbo
te plaatsen. Het akoestisch alarm behoort binnen 30 seconden in werking te treden.
treden moet de eenheid buiten gebruik worden gesteld en worden opgestuurd naar een erkend servicecentrum.
Opmerking: Hoge geluidsniveaus in de omgeving of het gebruik van gehoorbescherming kunnen verhinderen dat de
gebruiker de akoestische alarmen kan horen. In dergelijke omgevingen kan het nodig zijn dat de gebruikers de display
vaker controleren.
BEDIENINGSINSTRUCTIES
OPZETTEN
1. Selecteer een goedgekeurde ademslang en sluit de bovenkant aan op het masker of de hoofdkap. Voor bepaalde
hoofdkappen kan het gebruik van een adapter nodig zijn. Buig de ademslang om te controleren of deze flexibel is.
Inspecteer de ademslang op scheuren, gaten of barsten en vervang de slang indien nodig. De ademslang moet stevig
worden aangesloten op het masker of de hoofdkap.
2. Zie de gebruiksaanwijzing van het masker voor informatie over opzetten en uitvoeren van de controles van de afdich-
tingen.
3. Sluit het ondereind van de ademslang aan op de uitlaatopening van de Powered Air Turbo. Sluit hem stevig, maar niet
te strak aan.
4. Pas de heupband aan en maak hem vast met de gesp, zodat de Powered Air Turbo comfortabel is bevestigd rond uw
middel.
5. Als u een hoofdkap gebruikt, pas deze dan aan zoals aangegeven in de betreffende gebruiksaanwijzing.
6. Start de Powered Air Turbo door de aan/uit-knop in te drukken. Eén pieptoon geeft aan dat de Powered Air Turbo
werkt. Als geen pieptoon te horen is, moet de eenheid buiten gebruik worden gesteld en worden opgestuurd naar
een bevoegd servicecentrum. Opmerking: nadat de pieptoon klinkt kan het maximaal 20 seconden duren voordat de
luchtstroom is gestabiliseerd. Raadpleeg als er een foutcode wordt weergegeven IN GEBRUIK en FOUTOPSPO-
RING voor details over de weergegeven informatie.
7. Als u een hoofdkap gebruikt, zet deze dan op zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing.
TIJDENS GEBRUIK
Opmerking: Tijdens het gebruik worden de A-waarde en de P-waarde beurtelings op de display weergegeven. In een
alarmtoestand knipperen de A0 en P0 voortdurend met een akoestisch alarm.
Display
A-waarde
A0
Knipperend A0 en constant alarm of
alarm met tussenpozen
P-waarde
3M™ PF-602E ASB (NL) Uitgeven B
Als de luchtstroom nog steeds minder dan 160 l/min is, moet de motorunit
Uitleg
Geeft de ladingstoestand van de batterij aan. De A-waarde neemt af naarmate de
batterij leeg raakt. Opmerking: Wanneer de batterij ouder wordt zullen de hogere
A-waarden mogelijk niet worden bereikt, ook niet als batterij geheel is opgeladen.
De batterij moet weldra worden opgeladen. Plan om de verontreinigde ruimte te
verlaten.
De batterij moet worden opgeladen. Verlaat de verontreinigde ruimte onmid-
dellijk – zie FOUTOPSPORING
Geeft aan hoe hard de motor werkt. Hoe lager de P-waarde, hoe harder de motor
werkt. De waarde kan hoger beginnen maar vervolgens afnemen naarmate de
filters vullen met fijnstof.
50
Als de alarmen niet in werking