2.0 ROLSTOELGEbRUIKER / bEGELEIDER
StABILIteIt WAARSchuWInGen
WAARSchuWInG!
Als u hulp nodig hebt
Voor de rolstoelgebruiker:
Zorg ervoor dat iedere persoon die u helpt, alle
waarschuwingen en instructies die van toepassing zijn,
leest en opvolgt.
Voor begeleiders:
•
Werk samen met de arts, verpleegster of therapeut
van de rolstoelgebruiker om veilige methodes te leren
die het best bij uw capaciteiten en die van de
rolstoelgebruiker passen.
•
Vertel de rolstoelgebruiker wat u van plan bent, en
leg uit wat u van hem of haar verwacht. Hierdoor
wordt de rolstoelgebruiker op zijn/haar gemak
gesteld, en wordt het risico op een ongeluk verkleind.
•
Controleer of de rolstoel duwhandvatten heeft. Dit
zijn de veilige punten waar u de rolstoel kunt
vasthouden om een val of kanteling te voorkomen.
Controleer of de grepen van de duwhandvatten niet
draaien of van de buizen afglijden.
•
Om rugklachten te voorkomen, dient u een goede
houding te hebben en de juiste technieken te
gebruiken. Buig uw knieën enigszins en houd uw rug
zo recht mogelijk, wanneer u de rolstoelgebruiker
optilt of ondersteunt, of wanneer u de rolstoel kantelt.
•
Laat de rolstoelgebruiker naar achteren leunen
wanneer u de rolstoel naar achteren kantelt.
•
Breng de rolstoel in één langzame, gemakkelijke
beweging naar beneden wanneer u van een stoep of
enkele trede afgaat. Laat de rolstoel niet de laatste
paar centimeters vallen, want dit kan de rolstoel
beschadigen of de gebruiker verwonden.
•
Ontgrendel de anti-tip wielen en draai ze omhoog,
om struikelen te voorkomen. Vergrendel ALTIJD de
achterwielen en klap de anti-tip wielen uit, wanneer u
de rolstoelgebruiker alleen laat. Zelfs als dit slechts
voor enkele ogenblikken is. Dit vermindert het risico
van kantelen of verlies van controle over de rolstoel.
WAARSchuWInG!
Zwaartepunt
Het punt waarop de rolstoel naar voren, achteren of opzij
kantelt, hangt af van het zwaartepunt en de stabiliteit. De
configuratie van de stoel, de gekozen opties en de
veranderingen die u hebt aangebracht, kunnen van
invloed zijn op het risico om te vallen of kantelen.
De belangrijkste aanpassingen zijn:
•
De positie van de achterwielen. Hoe verder de
achterwielen naar voren worden geplaatst, hoe groter
de kans is dat uw rolstoel naar achteren kantelt.
•
De positie van de draagconstructie.
het zwaartepunt wordt ook beïnvloed door:
•
een wijziging in de configuratie van de rolstoel;
•
de zithoogte en de zithoek;
•
hoek rugleuning;
•
een wijziging in de lichaamspositie, houding of de
verdeling van uw gewicht;
•
rijden over rijplaten of hellingen;
•
het gebruik van een rugzak of andere opties; en het
extra toegevoegde gewicht.
SR45 Rev.1.0
Om de kans op een ongeluk te verminderen:
•
Raadpleeg uw dokter, verpleegster of therapeut om
uit te zoeken welke aspositie en positie van
zwenkwielen het beste is voor u.
•
Raadpleeg uw erkende leverancier VOORDAT u deze
stoel aanpast of wijzigt. Wees erop bedacht dat u
misschien andere veranderingen moet doorvoeren
om het balanspunt te corrigeren.
•
Laat u door iemand helpen totdat u bekend bent met
de balanspunten van uw rolstoel en u weet hoe u kunt
voorkomen dat de rolstoel kantelt.
WAARSchuWInG!
•
Gebruik van anti-tip wielen
•
Laat nooit een tweede persoon op de rolstoel
klimmen of op een onderdeel van de rolstoel staan.
•
Wanneer u deze waarschuwingen niet in acht neemt,
kan dit leiden tot schade aan de rolstoel, vallen,
kantelen of verlies van controle over de rolstoel.
Bovendien kan het leiden tot ernstig letsel van de
rolstoelgebruiker of anderen.
WAARSchuWInG!
Wheelies
Bij deze rolstoel is het mogelijk het zwaartepunt aan te
passen. Ook zal het zwaartepunt veranderen wanneer de
rolstoel in de ruimte wordt gekanteld. Daarom dient u als
rolstoelgebruiker geen 'wheelies' met deze rolstoel uit te
voeren.
Met een 'wheelie' wordt bedoeld: balanceren op de
achterwielen van uw rolstoel, terwijl de voorwielen in de
lucht zijn. Het is gevaarlijk om een 'wheelie' te doen, want
hierdoor kunt u vallen of achterover kantelen.
Obstakels
Uw rolstoel kan beschadigd raken door obstakels, slecht
wegdek of putdeksels. Ook kunnen deze omstandigheden
leiden tot een val, kantelen of verlies van controle.
Om deze risico's te vermijden adviseren we:
•
Goed op deze potentiële gevaren te letten. Kijk ver
vooruit wanneer u met uw rolstoel rijdt.
•
Zorg ervoor dat de vloeren van uw woning en werkplek
gelijk zijn en vrij van obstakels.
•
Verwijder drempels tussen kamers, of dek ze af.
•
Plaats een oprijplaat bij de in- en uitgang.
•
Let erop dat er geen verval is aan het einde van de
oprijplaat.
Om uw balanspunt te corrigeren:
•
Leunt u met uw bovenlichaam enigszins naar VOREN
wanneer u opwaarts over een obstakel gaat.
•
Leunt u met uw bovenlichaam ACHTERWAARTS
wanneer u van een hoger naar een lager niveau gaat.
•
Als uw rolstoel is voorzien van anti-tip wielen,
vergrendel ze dan op hun plaats voordat u OVER een
obstakel gaat.
•
Houd beide handen aan de hoepels wanneer u over
een obstakel rijdt.
•
Duw of trek nooit aan een voorwerp (een meubelstuk
of de deurpost) om uw rolstoel vooruit te doen
bewegen.
97