TRAFIK/N
4 ELEKTRISCHE VERBINDINGEN
Maak de motoraansluitingen volgens de aanwijzingen in de aansluitschema's.
WAARSCHUWING Voor voldoende elektrische veiligheid moeten alle kabels dubbel geïsoleerd zijn. Houd ze duidelijk gescheiden
(minimaal 4 mm in de lucht of 1 mm door extra isolatie) veiligheid extra-laagspanningskabels van laagspanningskabels (230V ~) door
ze te rangschikken in plastic kabelgoten en ze vast te zetten met geschikte klemmen in de buurt van de klemmen.
WAARSCHUWING Gebruik voor de aansluiting op het netwerk een multipolaire kabel met een minimale doorsnede van 3x1,5mm²
en van het type dat vereist is door de huidige regelgeving. Voor de aansluiting van de motoren, gebruik een kabel met een minimale
doorsnede van 1,5 mm² en van het type dat vereist is door de huidige regelgeving. Bij wijze van voorbeeld, indien de kabel zich buiten
bevindt (buiten), moet hij minstens gelijk zijn aan H05RN-F terwijl hij binnen (in een kanaal) minstens gelijk moet zijn aan H05VV-F.
WAARSCHUWING Sluit aan op het lichtnet 230 - 240 V ~ 50/60 Hz via een meerpolige schakelaar of ander apparaat dat zorgt voor een
meerpolige netscheiding, met een contactopeningsafstand = 3 mm.
WAARSCHUWING Alle kabels moeten worden gestript en losgemaakt in de onmiddellijke nabijheid van de klemmen. Houd de kabels
iets langer, zodat overtollige kabels later kunnen worden verwijderd.
WAARSCHUWING Sluit de aardingsgeleider aan op de juiste klem en zorg ervoor dat de lengte langer is dan die van de actieve geleiders,
zodat in het geval dat de kabel uit de bevestigingsplaats komt, de actieve geleiders als eerste worden uitgerekt.
WAARSCHUWING Gebruik bij het aansluiten van de encoder op de besturingskaart alleen een speciale 3x0,75 mm² kabel.
Om de aanpassingen te voltooien, moeten de parameters van de besturingskaart worden ingesteld. Op deze manier is het mogelijk
om het volledige automatisme uit te voeren, met alle noodzakelijke voorzieningen, om te voldoen aan de voorschriften betreffende de
motorisering van deuren en poorten. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de gebruikte besturingseenheid.
Het is belangrijk om na de installatie te controleren of alle afstellingen correct zijn uitgevoerd en of de veiligheids- en
ontgrendelingsvoorzieningen hun functie naar behoren vervullen.
4.1 Aansluiting UPS-eenheid (optioneel)
Indien nodig kan het systeem worden geïntegreerd door een optionele UPS-eenheid aan te sluiten die automatische opening mogelijk
maakt in geval van een stroomstoring.
WAARSCHUWING UPS-eenheid en relais worden niet meegeleverd. We raden aan om een UPS van minimaal 700VA/420W te gebruiken.
Volg een van de 2 voorgestelde bedradingsschema's:
Schema 1
In het geval van een stroomuitval kan de slagboom normaal
functioneren.
Opmerking: Bij gebruik van de slagboom met een volledig geladen
giek (6 meter + toebehoren) kunnen ongeveer 35 manoeuvres
worden uitgevoerd met een accu van ten minste 7Ah.
H05VV-F 3x0,75mm
86
UPS
UPS
F N
POWER SUPPLY
230-240V~ 50/60Hz
2
Schema 2
In geval van een stroomstoring dwingt hij de slagboom in de open
stand en negeert hij alle commando's totdat de stroomvoorziening
is hersteld.
Opmerking: Voorzie stroomopwaarts van de UPS-eenheid een
relais dat is aangesloten op een ingang van de besturingskaart
die als "OPEN" moet worden ingesteld.
Connect to an input
set as "OPEN" to
the control board
(N.C.)
RELAY
RELAY
UPS
UPS
F N
POWER SUPPLY
230-240V~ 50/60Hz
H05VV-F 3x0,75mm
2