Brandstof bijvullen
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn ontvlambaar en explosief. Brand of explosies
kunnen brandwonden of de dood tot gevolg hebben.
Wanneer u brandstof bijvult
•
Stop de motor. Wacht minimaal twee (2) minuten voordat u de brandstofvuldop
verwijdert om er zeker van te zijn dat de motor is afgekoeld.
•
Vul de brandstoftank in de buitenlucht of in een gebied met een goede
luchtstroming.
•
Doe niet te veel brandstof in de tank. Vul de brandstoftank niet voorbij de
onderkant van de vulhals omdat de brandstof uitzet.
•
Houd brandstof uit de buurt van vonken, open vuur, waakvlammen, hitte en
andere ontstekingsbronnen.
•
Controleer regelmatig de brandstofleidingen, brandstoftank, brandstofvuldop en
aansluitingen op scheuren of lekkages. Vervang beschadigde onderdelen.
•
Indien brandstof wordt gemorst, wacht tot deze verdampt is voordat u de motor
start.
1.
Reinig het gebied rond de tankdop. Verwijder de tankdop.
2.
Vul de brandstoftank (A, afbeelding 6) met brandstof. Vul de brandstoftank niet tot
boven de onderkant van de nek (B) omdat de brandstof zal uitzetten.
3.
Draai de tankdop vast.
De motor starten
WAARSCHUWING
GEVAAR VAN GIFTIG GAS. Motoruitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een
giftig gas dat u binnen enkele minuten doodt. Ook al ruikt u de uitlaatgassen
niet, u kunt toch zijn blootgesteld aan gevaarlijke koolmonoxide. Als u zich
tijdens het gebruik van deze machine misselijk, duizelig of zwak voelt, schakel
het dan uit en ga METEEN de frisse lucht in. Raadpleeg een arts. Het kan zijn dat
u koolmonoxidevergiftiging heeft.
•
Koolmonoxidegas kan zich in bewoonde ruimten verzamelen. Om de kans
te verkleinen dat zich koolstofmonoxidegas ophoopt en naar ruimten wordt
getrokken waar zich personen bevinden moet u dit product ALLEEN buiten
gebruiken, ver uit de buurt van vensters, deuren en ventilatieopeningen.
•
Plaats koolmonoxidemelders op batterijen of melders op netvoeding met
reservebatterij zoals gespecificeerd door de instructies van de fabrikant.
Rookmelders kunnen geen koolmonoxide detecteren.
•
Gebruik dit product NIET in huizen, garages, kelders, kruipruimten, schuurtjes
of andere gesloten ruimten, ook niet met gebruik van ventilatoren of met
geopende deuren en of ramen als ventilatie. Na het gebruik van dit product kan
koolmonoxide zich snel in deze ruimten verzamelen en uren blijven hangen.
•
Plaats dit product ALTIJD met de wind mee en richt de uitlaat van de motor
altijd van bewoonde ruimten weg.
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn ontvlambaar en explosief. Brand of
explosies kunnen brandwonden of de dood tot gevolg hebben.
Wanneer u de motor start
•
Zorg ervoor dat de bougie, de demper, de brandstofvuldop en het luchtfilter
(indien aanwezig) correct geïnstalleerd zijn.
•
Tracht de motor niet te starten terwijl de bougie verwijderd is.
•
Als de motor verzopen is, zet u de choke (indien aanwezig) in de stand OPEN
of AAN. Zet de gashendel (indien aanwezig) in de stand SNEL en start de
motor tot deze aanslaat.
•
Indien er lekkend aardgas of LP Gas in de buurt is, mag u de motor niet
starten.
•
Omdat de dampen brandbaar zijn, mag u geen onder druk staande
startvloeistoffen gebruiken.
WAARSCHUWING
Draaiende onderdelen kunnen handen, voeten, haar, kleding of accessoires
verstrikken en traumatische amputatie of scheurwonden tot gevolg hebben.
•
Bedien de machine met de beschermkappen correct geïnstalleerd.
•
Houd handen en voeten weg van draaiende onderdelen.
•
Verwijder sieraden en zorg ervoor dat lang haar uit de buurt blijft van alle
draaiende delen.
•
Draag geen losse kleding of voorwerpen die vast kunnen komen te zitten.
62
WAARSCHUWING
Snel terugtrekken van het startkoord (terugslag) zal uw hand en arm sneller naar
de motor toetrekken dan u kunt loslaten. Gebroken botten, breuken, kneuzingen
of verstuikingen kunnen het gevolg zijn.
•
Om terugslag te voorkomen bij het starten van de motor moet het startkoord
langzaam uitgetrokken tot er weerstand gevoeld wordt en dan moet er snel aan
getrokken worden.
•
Voordat u de motor start, moet u alle externe machine- en motorbelastingen
verwijderen.
•
Zorg ervoor dat direct verbonden machinecomponenten zoals, maar niet
beperkt tot, messen, aandrijvingen, poelies en tandwielen correct bevestigd
zijn.
OPMERKING: Uw machine kan afstandsbedieningen hebben. Raadpleeg de
betreffende handleiding voor de locatie en de bediening van de afstandsbedieningen.
Elektrische start
1.
Controleer het oliepeil. Raadpleeg het hoofdstuk Het oliepeil controleren.
2.
Schakel de bedieningen voor de aandrijving van de apparatuur uit, indien
geïnstalleerd.
3.
Zet de brandstofkraan, indien geïnstalleerd, in de stand OPEN.
4.
Draai de startsleutel (A, Afbeelding 7) naar de stand START.
OPGEPAST Wanneer u de startsleutel (A, Afbeelding 7) loslaat, gaat de sleutel naar de
stand ON. De motor zal blijven aanslingeren tenzij de motor start. Om de startvolgorde
af te breken, zet u de startsleutel (A) in de stand UIT. Als de motor niet start, voer dan
de volgende stappen uit.
5.
Zorg ervoor dat de startsleutel (A, Afbeelding 7) in de stand UIT staat. Wacht twee
seconden.
6.
Draai de startsleutel (A, Afbeelding 7) naar de stand START.
7.
Als de motor niet start, breek dan de startvolgorde af en neem contact op met een
erkende servicedealer van Briggs & Stratton.
Repeteerstart
OPGEPAST Elektrisch starten is de aanbevolen methode om uw motor te starten.
1.
Controleer het oliepeil. Raadpleeg het hoofdstuk Het oliepeil controleren.
2.
Schakel de bedieningen voor de aandrijving van de apparatuur uit, indien
geïnstalleerd.
3.
Zorg ervoor dat de motor aangesloten is op een opgeladen accu van 12 volt.
4.
Zet de brandstofkraan, indien geïnstalleerd, in de stand OPEN.
5.
Draai de startsleutel (A, Afbeelding 8) naar de stand ON. Trek vervolgens aan de
startkoordgreep (B).
Stop de motor
1.
Draai de startsleutel (A, Afbeelding 7) in de stand UIT.
2.
Haal de sleutel uit het contact. Bewaar de sleutel op een veilige plek buiten bereik
van kinderen.
3.
Nadat de motor stopt, moet de brandstofkraan, indien geïnstalleerd, in de stand
GESLOTEN worden gedraaid.
Lampje motor controleren
Het lampje motor controleren (B, afbeelding 7) geeft aan dat er een probleem is met
de motor. Als het lampje motor controleren AAN is tijdens het draaien van de motor,
neem dan contact op met een erkende servicedealer van Briggs & Stratton om het
probleem zo snel mogelijk te verhelpen of wanneer uw werk klaar is. Als het lampje
motor controleren AAN is en de motor automatisch is gestopt, voert u de volgende
stappen uit:
1.
Zorg ervoor dat de motor waterpas staat.
2.
Voer een controle van de olie uit. Raadpleeg het hoofdstuk Oliepeil controleren.
3.
Start de motor. Zie het gedeelte De motor starten.
4.
Als het lampje motor controleren AAN blijft en de motor automatisch blijft afslaan,
moet u de motor niet gebruiken. Neem onmiddellijk contact op met een erkende
servicedealer van Briggs & Stratton om het probleem te verhelpen.