108
NL
TOELICHTENDE SYMBOLEN OP DE MACHINE (indien aanwezig)
11) Brandstofreservoir
12) Oliereservoir ketting
13) Stopschakelaar motor
14) Regelingen van de
3. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOORZIEN GEBRUIK / NIET VOORZIEN GEBRUIK
Deze motorzaag werd ontworpen voor uitsluitend gebruik door een
gekwalificeerd bediener om boomkronen met hoge stammen te
snoeien en te snijden, om struiken, tronken of houten balken te
snijden met een doorsnede die afhankelijk is van de lengte van de
geleider. Ze mag enkel gebruikt worden om hout te snijden. Er is
geen ander gebruik voorzien.. BOVENDIEN MAG ZE ENKEL DOOR
GEKWALIFICEERDE PROFESSIONELE WERKERS GEBRUIKT
WORDEN DIE INSTAAN VOOR HET ONDERHOUD VAN BOMEN.
Tijdens het gebruik van de motorzaag moet de bediener voor zijn
eigen beschermende uitrusting zorgen volgens de aanwijzingen van
de handleiding en de symbolen die aanwezig zijn op de motorzaag.
Ook de veiligheidsbepalingen en de verwijzingen voor het gebruik en
het onderhoud in de handleiding zijn een integrant deel van de aan-
wijzingen voor het gebruik. Wie met de motorzaag werkt of instaat
voor het onderhoud ervan moet de handleiding kennen. Gebruik
enkel originele of door de fabrikant goedgekeurde wisselstukken
(geleidsstaaf, ketting, ontstekingsbougie) en de in de handleiding
aangegeven en goedgekeurde combinaties geleidsstaaf/ketting.
• Met de schakelaar in
positie «I», start de motor.
• Wanneer men de scha-
kelaar op positie «O» zet,
stopt de motor onmid-
dellijk.
carburator
L = regeling mengeling
lage snelheid
H = regeling mengeling
hoge snelheid
T - IDLE - MIN =
regeling van het minimum
SYMBOLEN / VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Enkel de gebruiker, en niet de fabrikant, is verantwoordelijk voor
eender welk ongeval wegens een niet voorzien gebruik en/of een
niet geautoriseerde wijziging in de constructie van de motorzaag.
De motorzaag mag enkel buiten gebruikt worden.
Restrisico's:
Ook indien de motorzaag volgens de aanwijzingen gebruikt wordt, is
er steeds een restrisico dat niet vermeden kan worden. Al naargelang
het type en de constructie van de motorzaag, vindt men de volgende
mogelijke restrisico's:
– A anraking met niet bedekte tanden van de ketting (risico op snij-
wonden).
– T oegang tot de draaiende ketting (risico op snijwonden).
– B ruuske en onvoorziene beweging van de geleidsstaaf (risico op
snijwonden).
– L oskomen van delen van de ketting (snijwonden / risico op letsels).
– L oskomen van delen van het stuk dat bewerkt wordt.
– I nademen van deeltjes van het stuk, emissies van de benzine-
motor.
15) C hokeknop (Starter)
• a) s tartwijze bij koude
motor
• b) s tartwijze bij warme
motor
• c) werking
16) K ettingrem (het symbool
geeft de richting aan
waarin de rem vrijge-
geven wordt)
17) Regelaar oliepomp
• Wanneer u het staafje
met een schroeven-
draaier verdraait, in
de richting van het
pijltje, naar de positie
«MAX», zal er meer
olie in de ketting lopen
• als u het naar de
positie «MIN», zal er
minder olie vloeien
18) L ooprichting ketting