5.1.12 FC: Volumemeter gepompte vloeistof
Duidt het volume aan van de vloeistof gepompt door het systeem. Elke 2 seconden verschijnt afwisselend de partiële en
totale volumemeters van de vloeistof. Naast de meeteenheid verschijnt een "T" bij weergave van de totale meter en een
"P" bij weergave van de partiële meter. De partiële meter kan worden gereset door minstens 2 seconden de toets "-" in te
drukken.
5.1.13 VE: weergave van de versie
Versie van de hardware en software waarmee het apparaat is uitgerust.
5.1.14 FF: weergave storingen en waaarschuwingen (geschiedenis)
Chronologische weergave van de storingen die zijn opgetreden tijdens de werking van het systeem.Onder het symbool FF
verschijnen twee getallen x/y die respectievelijk de weergegeven storing (x) en het totale aantal aanwezige storingen (y)
aangeven; rechts van deze getallen staat een aanwijzing omtrent het type weergegeven storing.De toetsen "+" en "–"
verschuiven de lijst van storingen: door op de toets "-" te drukken gaat u achteruit in de geschiedenis tot aan de oudste
aan-wezige storing, door op de toets "+" te drukken gaat u vooruit in de ge-schiedenis tot aan de meest recente storing.De
storingen worden chronologisch weergegeven, vanaf de storing die het langst geleden is verschijnen (x=1) tot de meest
recente storing (x=y). Er kunnen maximaal 64 storingen worden weergegeven; nadat dit aantal bereikt is, worden de oudste
storingen overschreven.Dit menu-item geeft een lijst van storingen weer, maar maakt geen reset mogelijk. De reset kan
enkel gebeuren via het specifieke commando RF in het MENU GEVORDERDE INSTELLINGEN.
Noch een handmatige reset, noch een uitschakeling van het apparaat, noch herstel van de fabriekswaarden wist de
storingengeschiedenis; dit gebeurt alleen met de hierboven beschreven procedure.
5.2
Menu Monitor
Door vanaf het hoofdmenu gelijktijdig gedurende 2 seconden de toetsen "SET" en "-" (min) in te drukken gaat u naar het
MENU MONITOR. Door vanuit het menu op de toets MODE te drukken verschijnen achter-eenvolgens de volgende
grootheden.
5.2.1 CT: contrast van het display
Regelt het contrast van het display.
5.2.2 BK: helderheid van het display
Regelt de achterverlichting van het display op een schaal van 0 tot 100.
5.2.3 TK: inschakeltijd achterverlichting
Stelt de inschakeltijd van de achterverlichting in na de laatste druk op een toets. Toegestane waarden: van 20 sec tot 10
min of 'altijd ingeschakeld'.Wanneer de achterverlichting permanent is aangeschakeld verschijnt het opschrift "ON" op het
scherm. Wanneer de achterverlichting uit is, heeft de eerst druk op een willekeurige toets alleen tot gevolg dat de
achterverlichting opnieuw wordt ingeschakeld.
5.2.4 TE: weergave dissipatortemperatuur
5.3
Menu Setpoint
Houd vanuit het hoofdmenu de toetsen "MODE" en "SET" tegelijkertijd in-gedrukt totdat "SP" op het display verschijnt (of
gebruik het selectiemenu door op "+" of "-" te drukken). De toetsen "+" en "-" maken het respectievelijk mogelijk de druk
voor drukopbouw in de installatie te verhogen of te verlagen.Om het huidige menu af te sluiten en terug te keren naar het
hoofdmenu, druk op SET.Het regelbereik is 1-5 bar (14- 80 psi).
5.3.1 SP: instelling van de setpointdruk
Druk waarbij de installatie onder druk wordt gezet.
De herstartdruk van de pomp is behalve aan de ingestelde druk SP ook gebonden aan RP. RP drukt de
drukverlaging uit ten opzichte van "SP" , die de herstart van de pomp veroorzaakt.
Voorbeeld: SP = SP = 3 bar (43.5 psi); RP = 0,3 bar (4.3 psi);
Tijdens de normale werking wordt de druk in de installatie opgebouwd met 3 bar (43.5 psi).
De herstart van de elektropomp vindt plaats wanneer de druk onder 2,7 bar (39.2 psi) daalt.
Instelling van een te hoge druk (SP) ten opzichte van de pomp-prestaties kan valse fouten wegens watergebrek
BL veroorzak-en; in dit geval moet de ingestelde druk worden verlaagd.
Let op: de instelling van bijzondere waarden van deze parameter in relatie tot het systeem kan bijdragen aan
gevaarlijke situaties doordat het water in de pomp hoge temperaturen bereikt (zie Waarschuwingen van
hoofdstuk 2).
5.4
Menu Handbediening
n de handbedieningsfunctie mag de som van de ingangsdruk en de maximaal leverbare druk niet groter zijn
dan 6 bar.
NEDERLANDS
164