Houd vanuit het hoofdmenu de toetsen "SET" en "+" en "-" tegelijkertijd ingedrukt totdat op het display de pagina van het
menu Handbediening verschijnt (of gebruik het selectiemenu door op "+" of "-" te drukken).Met het menu kunnen diverse
configuratieparametersworden weerge-geven en gewijzigd: met de toets MODE kan door de menupagina's wor-den
gescrold, met de toetsen "+" en "-" kan de waarde van de betreffende parameter respectievelijk worden verhoogd en
verlaagd. Om het huidige menu af te sluiten en terug te keren naar het hoofdmenu, druk op SET.Het openen van het
handbedieningsmenu door indrukken van de toetsen "SET" "+" "-" brengt de machine in een geforceerde STOP-conditie.
Deze functie kan worden gebruikt om stopzetting van de machine af te dwingen. In de handbedieningsmodus is het,
ongeacht de weergegeven parameter, mogelijk de volgende opdrachten uit te voeren:
Tijdelijke start van de elektropomp.
Permanente start van de pomp.
Wijziging van het toerental in de manuele modus.
Gelijktijdig indrukken van de toetsen MODE en "+" heeft tot gevolg dat de pomp start op de snelheid RI en het bedrijf duurt
zolang de twee toetsen ingedrukt blijven. Wanneer de opdracht pomp AAN of pomp UIT wordt ge-geven, wordt dit
gecommuniceerd op het display.
Start van de pomp
Gelijktijdig indrukken van de toetsen "MODE" "-" "+" gedurende 2 sec veroorzaakt het starten van de pomp op de snelheid
RI. Het bedrijf duurt totdat de toets SET wordt ingedrukt. Opnieuw indrukken van SET heeft afsluiting van het
handbedieningsmenu tot gevolg.
Wanneer de opdracht pomp AAN of pomp UIT wordt gegeven, wordt dit gecommuniceerd op het display.
Bij werking in deze modaliteit voor langer dan 5' zonder debiet zal de machine halt houden en wordt een alarm PH
gegenereerd. Nadat de fout PH verdwenen is, zal de reset uitsluitend op automatische wijze plaatsvinden. De resettijd is
15'; als de fout PH meer dan 6 maal achtereen optreedt, neemt de resettijd toe tot 1 uur. Na de reset die volgt op deze
fout, blijft de pomp in stop totdat de gebruiker hem start met de toetsen "MODE" "-" "+".
Let op: het gebruik van deze werkingswijze kan bijdragen aan gevaarlijke situaties doordat het water in de pomp
hoge temperaturen bereikt (zie Waarschuwingen van hoofdstuk 2).
5.4.1 RI: snelheidsinstelling
Stelt de motorsnelheid in in tpm. Hiermee wordt het toerental op een voor-ingestelde waarde geforceerd.
Indien het uitgevoerde toerental verschilt van het ingestelde toerental "RI" zal afwisselend het ingestelde en uitgevoerde
toerental worden weergegeven. Bij weergave van het uitgevoerde toerental verschijnt de letter "A" naast de meeteenheid.
Bij elke indrukking van "+" of "-", voor wijziging van het RI, zal automatisch het ingestelde toerental verschijnen.
5.4.2 VP: weergave van de druk
Druk van de installatie gemeten in [bar] of [psi], al naargelang het gebrui-kte matenstelsel.
5.4.3 VF: weergave van de stroming
Geeft de stroming weer in de gekozen meeteenheid. De meeteenheid kan [l/min] of [gal/min] zijn, zie par. 5.5.3 - MS:
Matenstelsel.
5.4.4 PO: weergave van het opgenomen vermogen
Vermogen dat wordt opgenomen door de elektropomp in [kW].
Indien het maximaal opgenomen vermogen wordt overschreden en de
symbool van de parameter PO
5.4.5 C1: weergave van de fasestroom
Fasestroom van de motor in [A].
Bij tijdelijke overschrijding van de maximale stroomsterkte zal het symbool C1 knipperen, wat duidt op een overbelasting
van de motor en op het feit dat indien het systeem blijft doorwerken onder deze condities de beveiliging zal worden
geactiveerd.
5.5
Menu instellingen
Druk in het hoofdmenu gelijktijdig op de toetsen "MODE" & "SET" & "-" totdat de eerste parameter van het menu instellingen
verschijnt op het scherm.
Met het menu kunnen diverse configuratieparametersworden weergegeven en gewijzigd: met de toets MODE kan door de
menupa-gina's worden gescrold, met de toetsen "+" en "-" kan de waarde van de betreffende parameter respectievelijk
worden verhoogd en verlaagd. Om het huidige menu af te sluiten en terug te keren naar het hoofdmenu, druk op SET.
5.5.1 RP: instelling van de drukverlaging voor herstart
Drukt de drukverlaging ten opzichte van de SP-waarde uit die herstart van de pomp veroorzaakt.Als de setpointdruk
bijvoorbeeld 3 bar (43.5 psi) bedraagt en RP is 0,5 bar (7.3 psi), vindt de herstart plaats bij 2,5 bar (35.3 psi). RP kan
worden ingesteld van een minimum van 0,1 tot een maximum van 1,5 bar (21.8 psi). In bijzondere omstandigheden
(bijvoorbeeld bij een setpoint dat lager is dan RP zelf) kan hij automatisch worden beperkt.
Let op: de instelling van bijzondere waarden van deze parameter in relatie tot het systeem kan bijdragen aan
gevaarlijke situaties doordat het water in de pomp hoge temperaturen bereikt (zie Waarschuwingen van
hoofdstuk 2).
NEDERLANDS
knipperen.
vermogensbeveiliging wordt ingeschakeld, zal het
165