Identificator
CT
Contrast
BK
Achterverlichting
TK
T. aanschakeling achterverlichting
SP
Setpointdruk [bar-psi]
RI
Toeren per minuut in hand-bediening [tpm]
OD
Type installatie
RP
Drukverlaging voor herstart [bar-psi]
MS
Matenstelsel
FY
Aanschakeling limiet FH
TY
Aanschakeling
FH
Limiet door gepompt volume
TH
Limiet door pomptijd
Vertraging lage druk [s]
TB
T2
Proportionele versterkingscoëfficiën
Integrerende versterkingscoëfficiën
GP
Integrerende versterkingscoëfficiënt
GI
Maximale snelheid [rpm]
RM
AY
Anticyclingfunctie AY
AE
Functie blokkeringverhin-dering
AF
Antibevriezing
8. BIJZONDERE INSTALLATIES
8.1 – e18
Het product wordt gebouwd en geleverd met de mogelijkheid tot zelfaan-zuiging. Onder verwijzing naar par. 4, is het
systeem in staat vóór aan te zuigen en dus te functioneren in elke gekozen installatieconfiguratie:onder waterniveau of
boven waterniveau. Er bestaan echter gevallen waarin de zelfaanzuigingsmogelijkheid niet noodzakelijk is of er bestaan
gebieden waar het verboden is zelfaanzuigende pompen te gebruiken. Tijdens het vooraanzuigen dwingt de pomp een
deel van het water waar al druk op staat terug te keren naar het aanzuiggedeelte, totdat er een drukwaarde op het
persgedeelte wordt bereikt waardoor het systeem gevuld geacht wordt. Op dit punt gaat het recirculatiekanaal automatisch
dicht. Deze fase wordt bij elke inschakeling herhaald, ook als de pomp al vooraangezo-gen is, totdat de drukwaarde voor
sluiting van het recirculatiekanaal wordt bereikt (ongeveer 1 bar - 14.5 psi ).Waar het water arriveert bij de aanzuiging van
het systeem die al onder druk staat of als de installatie altijd hoe dan ook onder waterniveau is, is het mogelijk (verplicht
indien voorgeschreven door lokale verordeningen) de sluiting van de recirculatieleiding te forceren waardoor de
zelfaanzuigingsmogelijkheid verloren gaat. Zodoende heeft men het voordeel dat er geen klikgeluid van de sluiter van de
leiding te horen is bij elke inschakeling van het systeem.Volg onderstaande stappen om de sluiting van de zelfaanzuigende
leiding te forceren:
1.
koppel de elektrische voeding af;
2.
maak het systeem leeg;
3.
verwijder hoe dan ook de afvoerdop, maar let op dat de O-Ring niet valt (Afb.5);
4.
haal de sluiter van zijn plaats met behulp van een tang. De sluiter wordt weggehaald samen met de O-ring en de
metalen veer waar-mee hij is geassembleerd;
5.
verwijder de veer van de sluiter; breng de sluiter weer op zijn plaats aan met de bijbehorende O-ring (zijde met
de afdichting naar de bin-nenkant van de pomp, steel met kruislingse vleugels naar buiten);
6.
schroef de dop vast na de metalen veer erin te hebben geplaatst, zodat hij vastzit tussen de dop en de kruislingse
vleugels van de slui-tersteel. Zorg er bij het terugplaatsen van de dop voor dat de bijbe-horende O-ring altijd goed
op zijn plaats zit;
7.
ul de pomp, sluit de elektrische voeding aan en start het systeem.
Indien het systeem wordt gemonteerd op een installatie raden wij aan de afsluiting van de zelfaanzuigende leiding op
te leggen bij het eerste gebruik, of hoe dan ook voordat het systeem op de installatie wordt aangesloten. Volg de hoger
vermelde puntjes van 3 tot 7 met een losgekoppelde elektrische voeding (par 8.1).
NEDERLANDS
Fabrieksinstellingen
Beschrijving
limiet TH
Tabel 10: Fabrieksinstellingen
170
Waarde
Geheugensteun
15
85
2 min
3 bar (43.5 psi)
4000
R (Star)
0,5 bar (7.3 psi)
I (Internationaal)
OFF
OFF
100 [l]
25 [gal]
10 min
10
10
0,5
1,2
7000
SMART
ON(Geactiveerd)
ON(Geactiveerd)
installatie