Masimo RD SET Serie Manual Del Usario página 29

Ocultar thumbs Ver también para RD SET Serie:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 20
Week of dompel de sensor niet in vloeistoffen, om beschadiging te voorkomen.
De sensor mag in geen geval worden gewijzigd of aangepast. Wijzigingen of modificaties kunnen van invloed zijn op de prestaties en/of
nauwkeurigheid.
Probeer sensoren of patiëntenkabels van Masimo niet opnieuw te gebruiken bij verschillende patiënten, opnieuw te prepareren of te
recyclen, aangezien dit de elektrische onderdelen kan beschadigen en letsel van de patiënt tot gevolg kan hebben.
Een hoge zuurstofconcentratie kan bij vroeggeboren baby's aanleg tot retinopathie veroorzaken. Daarom moet de bovenste alarmgrens
voor de zuurstofverzadiging zorgvuldig worden gekozen volgens de aanvaarde klinische normen.
• Voorzichtig: vervang de sensor wanneer een melding wordt weergegeven dat u  de sensor moet vervangen of dat de SIQ aanhoudend
laag is nadat u de probleemoplossingsstappen voor laag SIQ hebt voltooid die worden beschreven in de gebruikershandleiding van het
bewakingsapparaat.
• Opmerking: de sensor is voorzien van X-Cal™-technologie om het risico van onnauwkeurige afleeswaarden en onverwachtse onderbreking
van de bewaking van de patiënt te beperken. De sensor biedt maximaal 168 uur patiëntbewaking of maximaal 336 uur voor sensoren met
een vervangbare tape. Na gebruik bij een individuele patiënt dient u de sensor weg te gooien.
INSTRUCTIES
A) De aanbrenglocatie selecteren
• Kies altijd een goed doorbloede plaats die het detectorvenster van de sensor geheel bedekt.
• De plaats moet gereinigd en droog zijn voordat de sensor wordt geplaatst.
RD SET Adt: sensor voor volwassenen
> 30 kg De voorkeursplaats is de middelvinger of ringvinger van de niet-dominante hand.
RD SET Pdt: sensor voor kinderen
10-50 kg De voorkeursplaats is de middelvinger of ringvinger van de niet-dominante hand.
RD SET Inf: sensor voor baby's
3-10 kg De voorkeursplaats is de grote teen. Als alternatief kan de teen naast de grote teen of de duim worden gebruikt.
10-20 kg De plaats van voorkeur is de middelvinger of ringvinger van de niet-dominante hand.
RD SET Neo: sensor voor pasgeborenen en volwassenen
< 3 kg De voorkeursplaats is de voet. Als alternatief kan de palm of de rug van de hand worden gebruikt.
> 40 kg De voorkeursplaats is de middelvinger of ringvinger van de niet-dominante hand.
RD SET NeoPt/NeoPt-500: sensoren voor vroeggeborenen
< 1 kg De voorkeursplaats is de voet. Als alternatief kan de palm of de rug van de hand worden gebruikt.
B) De sensor aanbrengen op de patiënt
1. Open de verpakking en verwijder de sensor. Verwijder de strip van de sensor, indien aanwezig.
Adt-sensor voor VOLWASSENEN (> 30 kg) en Pdt-sensor voor KINDEREN (10-50 kg)
2. Zie afbeelding 1a. Richt de sensor zodanig dat de detector als eerste kan worden aangebracht. Plaats de vingertop zodanig op de stippellijn
dat het vlezige deel van de vinger de omtrek van de vinger en het detectorvenster bedekt.
3. Zie afbeelding 1b. Druk de zelfklevende vleugels één voor één op de vinger. Er worden alleen nauwkeurige gegevens verkregen als het
detectorvenster volledig is bedekt.
4. Zie afbeelding 1c. Vouw de sensor zo over de vinger dat het stralervenster (
één rond de vinger.
5. Zie afbeelding 1d. Wanneer de straler en de detector correct zijn aangebracht, zijn ze verticaal uitgelijnd (de zwarte strepen moeten zich op
één lijn bevinden). Verplaats eventueel de straler of de detector.
Inf-sensor voor KINDEREN (3-10 kg)
2. Zie afbeelding 2a. Breng de sensorkabel zo aan dat deze langs de bovenkant van de voet loopt. Breng de detector aan op het vlezige gedeelte
van de grote teen. Als alternatief kan de teen naast de grote teen of de duim worden gebruikt (niet afgebeeld).
3. Zie afbeelding 2b. Plak de kleefstrook zodanig rond de grote teen dat de straler zich op het nagelbed van de teen bevindt. Er worden alleen
nauwkeurige gegevens verkregen als het detectorvenster volledig is bedekt.
4. Zie afbeelding 2c. Zorg ervoor dat het stralervenster (
correct is geplaatst en verplaats deze eventueel.
Neo-sensor voor PASGEBORENEN (< 3 kg) end NeoPt/NeoPt-500-sensor voor VROEGGEBORENEN (< 1 kg)
2. Zie afbeelding 3a. Bij gevoelige huidtypen kan de kleefkracht worden verminderd of opgeheven door de kleefvlakken vochtig te maken met
een wattenstaafje of met gaas.
3. Zie afbeelding 3b. Leg de sensorkabel in de richting van de enkel (of de pols). Plaats de sensor rond het laterale gedeelte van de voet (of hand)
en lijn het geheel uit met de vierde teen (of vinger). Er worden alleen nauwkeurige gegevens verkregen als het detectorvenster volledig is
bedekt.
4. Zie afbeelding 3c. Wikkel de kleefstrook/schuimwrap rond het laterale deel van de voet (of hand) en controleer of het stralervenster (
recht tegenover de detector bevindt. Zorg ervoor dat de detector goed uitgelijnd blijft met het zendervenster tijdens het vastmaken van de
kleefstrook/schuimwrap om de sensor vast te zetten.
5. Zie afbeelding 3d. Controleer of de sensor correct is geplaatst en verplaats deze eventueel.
Neo-sensor voor VOLWASSENEN (> 40 kg) Inf-sensor voor KINDEREN (10-20 kg)
2. Raadpleeg afbeelding 4a. Breng de sensorkabel zo aan dat deze langs de bovenkant van de hand loopt. Plaats de detector op het vlezige
gedeelte van de vinger. De sensor kan eventueel ook op de teen worden aangebracht (niet afgebeeld).
3. Zie afbeelding 4b. Plaats de kleefstrook rond de vinger en zodat het stralervenster (
Er worden alleen nauwkeurige gegevens verkregen als het detectorvenster volledig is bedekt.
4. Zie afbeelding 4c. Controleer de sensor om er zeker van te zijn dat deze correct is geplaatst en plaats zo nodig de sensor opnieuw.
C) De sensor op de patiëntenkabel aansluiten
1. Zie afbeelding 5a. Richt het connectorlipje zodanig dat de kant met de "glimmende" contactpunten naar boven is gericht. Richt de
patiëntenkabel zodanig dat de kleurenbalk en de vingergrepen naar boven zijn gericht.
2. Zie afbeelding 5b. Steek de sensorlip in de patiëntenkabel, totdat u kunt horen of voelen dat de verbinding is gemaakt. Trek voorzichtig aan
de connectoren om de verbinding te controleren. U kunt desgewenst ook tape gebruiken om de kabel op de patiënt vast te zetten, voor een
grotere bewegingsvrijheid.
D) Opnieuw aansluiten
• U kunt de sensor nogmaals aanbrengen bij dezelfde patiënt als het straler- en detectorvenster schoon zijn en de kleeflaag nog op de huid
blijft plakken.
• Als de kleeflaag niet meer op de huid blijft plakken, moet u een nieuwe sensor gebruiken.
OPMERKING: koppel de sensor eerst los van de patiëntenkabel voordat u de aanbrengingsplaats wijzigt of de sensor opnieuw aanbrengt.
) zich op de vingernagel bevindt. Wikkel de vleugels één voor
) is uitgelijnd met de top van de teen tegenover de detector. Controleer of de sensor
29
) is uitgelijnd met de vingertop tegenover de detector.
) zich
9028F-eIFU-1117

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido