AHT Cooling Systems GmbH
Tochtlucht
en
gebruikslocatie voorkomen.
niet voor verwarmingsradiatoren, verwarmings-
toestellen en onder luchtuitlaten worden geplaatst.
Spots niet op de apparaten richten. Verlichting met
gloeilampen
TL-buizen geven minder warmte af!
Iedere warmtestraling in het koelapparaat leidt tot
verhoogde bedrijfskosten en kan de capaciteit van
het apparaat nadelig beïnvloeden. Let op de juiste
positie van de glazen deksels! Het opschrift moet
van bovenaf leesbaar zijn.
Op
foutief
condenswatervorming ontstaan!
Bij apparaten met condenswaterafvoer (optie) dient
er bij de plaatsing op te worden gelet dat deze in de
bodembak van het apparaat altijd toegankelijk is en
er voldoende ruimte is om er een wateropvangbak
onder te plaatsen.
LET
OP:
rechtstreekse
blootgesteld. Het apparaat mag niet boven 70°C
(158°F) worden verhit.
6
Elektrische aansluiting
LET
OP:
Wanneer de net- of lichtaansluitleiding
wordt beschadigd, dient deze door AHT of de AHT-
klantenservice te worden vervangen.
Het
apparaat
apparaat.
De netkabel (wit) is 175 cm lang. Bij apparaten met
binnenverlichting is de lichtkabel (zwart) 120 cm
lang. Beide kabels bevinden zich rechts achteraan
op het apparaat.
Beveiliging met 16 A (traag) opnemen (zie
technische gegevens op het typeplaatje).
Toevoerkabels dienen een minimale doorsnede van
2
2,5 mm
te hebben. Er dient beslist gebruik te
worden gemaakt van 3-polige kabels. Gebruik van
een vijf-polige bekabeling is niet toegestaan.
Gebruik
meerwegstekkerdozen dient zo veel mogelijk te
worden vermeden. Wanneer het niet anders kan, dan
dient erop te worden gelet dat de gebruikte kabels
een doorsnede van ten minste 2,5 mm
Sluit de apparaten uitsluitend op een geaard stopcontact en
een eigen netstroomkring aan. Er mogen nooit meer dan 2
apparaten op één stroomkring worden aangesloten.
grotere
warmtestraling op de
De
apparaten
zo
veel
mogelijk
aangebrachte
deksels
Het
apparaat
mag
zonnestraling
is
een
stekkerklaar
van
verlengkabels
2
hebben.
AHT adviseert het gebruik van een kabelgoot op de grond
mogen
met daarin inbouw- of opbouwcontactdozen. De gebruikte
kabelgoot mag maximaal hoog zijn vanaf de grond tot de
onderkant van het achterste luchtrooster van de kist. Alle
verdere in- of bovengebouwde delen (bijvoorbeeld op
schapbovenbouw met schoorbalken) die de warmteafvoer
voorkomen.
tussen de kisten belemmeren, moeten vermeden worden.
Mochten er toch ingebouwde delen tussen de kisten nodig
zijn, moet AHT voor de betreffende uitvoering schriftelijk
toestemming geven.
Bij apparaten met voeleraansluiting aan de achterkant alleen
aan veiligheidslaagspanning (SLEV) aansluiten.
LET OP: Netspanning en netfrequentie moeten met de
kan
op het typeplaatje van het apparaat aangegeven
nominale waarden overeenstemmen.
Werkzaamheden aan elektrische systemen mogen
uitsluitend door vakkrachten worden uitgevoerd. De
ter zake geldende plaatselijke veiligheidsvoorschriften
dienen in acht te worden genomen.
6.1
Binnenverlichting
niet
aan
Bij AHT-apparaten met binnenverlichting is de verlichting
worden
reeds in de apparaten geïntegreerd. Voor elke kist moet
een extra stopcontact voor de verlichting aanwezig zijn. De
binnenverlichting van maximaal 8 apparaten kan op een
stroomkring worden aangesloten.
Deze gegevens zijn een voorstel. De voor de betreffende
regio geldige EVU voorschriften alsmede de VDE
voorschriften moeten absoluut in acht worden genomen en
nageleefd. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door
de vakman worden uitgevoerd.
Bij het gebruik van lampopzetelementen kunnen deze
gedeeltelijk door middel van geïntegreerde stopcontacten
met elkaar worden verbonden. In dit geval heeft men
meestal maar 1 tot 2 extra stopcontacten voor de
compact
verlichting nodig.
Bij
lampopzetelementen, bij het type LAL maximaal 18
lampopzetelementen en bij het type LA-A maximaal 8
lampopzetelementen in serie geschakeld worden. Bij het
type TKL moet in de kabelgoot een toevoerkabel en een
stopcontact voor elke TKL worden voorzien. Er mogen
maximaal
aangesloten worden. Op deze stopcontacten mogen geen
andere verbruikers aangesloten worden.
LET OP: Op de stroomkring van de verlichting mogen
geen AHT-kisten aangesloten worden.
De aansluitkabel voor de verlichting is met een sticker
gemerkt en in zwart of grijs (specifiek voor de betreffende
bondsstaat) uitgevoerd. Het is zeer zinvol om de
stopcontacten eenduidig te merken om een verwisseling
resp.
met de stekker van het apparaat (lichtgrijze kabel) te
verhinderen. Anders bestaat het risico dat de apparaten bij
het uitschakelen van de verlichting ook uitgeschakeld
worden.
50
het
type
LAK
mogen
8
lampopzetelementen
maximaal
12
op
1
zekering